KERKELIJKE RONDSCHOUW

Niet voldaan
Onze lezers weten, dat ds. Lingbeek in „de Geref. Kerk", het orgaan tot verspreiding van de beginselen der Confessioneele Vereeniging, bijna week aan week over den Gereformeerden Bond schrijft. En dat hij er dan wat moois van weet te maken, heeft pas dat Pilatus-stuk van zijn hand bewezen.
Als dr. Bos, in den 9den jaargang van het Confessioneele Tijdschrift „Troffel en Zwaard" (6de aflev., blz. 363) over dezelfde kwestie waar het onlangs over ging, n.l. Artikel 36 van de Ned. Ger. Bel. schrijft: „Zou Calvijn, gesteld hij leefde thans met evengelijke beginselen, in onze dagen nóg de uitroeiing der af­goderij en met onze Confessie nog den uitzending der leeraren aan onze Overheden ten plicht hebben gesteld? Ik en weet het niet — dan hebben wij nooit gehoord, dat ds. Lingbeek hem voor Pilatus heeft uitgescholden.
Maar als de Gereformeerde Bond zoo schrijft, dan wordt de redactie van „de Waarheidsvriend" gelasterd. En als men daar dan tegen protesteert, ..... wordt geantwoord, dat men 't in een Engelsch boek gelezen heeft ..... Eigenlijk om te lachen. Nu was ds. Lingbeek in het no. van 7 Januari weer in „de Geref. Kerk" van leer getrokken en had beweerd, dat de Gereformeerde Bond en de Bondspredikanten een ziekelijke prediking voorstaan. We hebben wéér geprotesteerd. Niet hiertegen, dat ds. Lingbeek over ziekelijke prediking schrijft en deze oordeelt en veroordeelt. Maar wèl hiertegen, dat hij van den Gereformeerden Bond als zoodanig zegt dat deze een ziekelijke prediking voorstaat.
Dat is natuurlijk gelogen. Hoe is nu ons protest ontvangen door het Comité van redactie van „de Geref. Kerk"?
Het no. van 4 Februari j.l. geeft daar antwoord op en we willen hier wel verklaren, dat dit antwoord, dat wij als een ntwoord van de geheele redactie en dus van de heeren Kromsigt, Schokking, Te Winkel, prof. Haitjema enz. beschouwen, ons bitter tegenvalt. Men gaat op de zaak, waarover het gat, absoluut niet in en wil ons met een kluitje in 't riet sturen.
Wie de steller is van dit stukje, dat door Red. geteekend is, weten we niet. 't Doet er ook niet toe. Maar het zal niemand, naar we vertrouwen, verwonderen, als we zeggen: niet voldaan.
Men laat ds. Lingbeek dus blijkbaar vrij in z'n lasteren en schelden aan het adres van den Gereformeerden Bond. In dit geval kunnen wij er dan ook verder niets meer aan doen. Wil men op deze wijze de brug tusschen de Confessioneele Vereeniging en den Gereformeerden Bond afbreken en wegnemen, men moet 't zelf weten, maar dan moet de Redactie van „de Geref. Kerk" ook de verantwoordelijkheid willen dragen.
Wat óns betreft is het hiermee tusschen den Gereformeerden Bond en de Confess. Vereeniging zoolang „uit", tot dat er, — naar we hopen spoedig — een andere toon in het Orgaan van de Confessioneele Vereeniging zal worden beluisterd en het Comité van redactie ons in deze heeft gerechtvaardigd.

Nieuwe Partij-groepeering.
In Arnhem, gelijk in Steenwijk, heeft de Herv. Geref. Staatspartij op kerkelijk terrein de verwarring grooter gemaakt, door eigen candidaten te gaan stellen bij de verkiezing van gemachtigden voor het Kiescollege.
Gelukkig hebben die politieke doordravers het noch in Steenwijk noch in Arnhem gewonnen. Maar die H.G.S. beweging op kerkelijk terrein — waarvan mannen als ds. Lingbeek c.s. de volle verantwoordelijkheid dragen — heeft de verwarring toch maar weer grooter gemaakt en de bittere vruchten van dit onverantwoordelijk, dwaas gedoe zullen zeker niet uitblijven!
In Arnhem speelt ds. Roscam Abbing, in andere dingen de lijdelijkheid zelve, een voorname rol. Overal, te pas of te onpas, brengt hij de H.G.S.-beginselen naar voren en niet weinig, wat begonnen is in Arnhem, verstoort hij, terwijl hij andere dingen tegenhoudt.
Nu de kerkelijke stembus de nederlaag gebracht heeft aan de H.G.S. partij te Arnhem, heeft ds. Roscam Abbing een „Open Brief" aan de Ned. Herv. (Ger.) Gemeente welken brief wij gelezen hebben en waarvan we zeer tot onzen spijt, moeten getuigen, dat deze brief geen........ 30 cent waard .is.
We zouden er dan ook niet over schrijven, als er niet één merkwaardige opmerking in voorkwam inzake de partijgroepeering op ons kerkelijk erf.
Die opmerking, is deze, dat de partijen in de Herv. Kerk zijn: modernen, ethischen, „confessioneelen", neo-gereformeerden (Geref. Bond) en gereformeerden (H.G.S.).
Dat is iets nieuws. Niet, dat de Geref. Bonders neo-gereformeerden worden genoemd (vooral door de beschouwing van Art. 36 Ned. Gel. bel. Zie wat dr. Los schrijft in „Troffel en Zwaard", 9de jaarg., 6de aflev. blz. 363!!) maar het nieuwe is, dat noch de „confessioneelen", noch de Geref. Bonders zuiver zijn in de oogen van ds. Roscam Abbing, doch dat in de Kerk voor hem de gereformeerden zijn: de H.G.S. menschen!
Voortaan zal men dus op kerkelijk terrein met die nieuwe „gereformeerden" moeten rekening houden, want wat in Arnhem geschied is moet nu in Den Haag, in Amsterdam, in Rotterdam enz. volgen. Is 't niet treurig?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen