Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHRIFT-UITLEGGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHRIFT-UITLEGGING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

59 1 Timo'theüs. Dat eene weduwe gekozen worde niet minder dan van zestig jaren, welke ééns man's vrouw geweest zij; Getuigenis hebbende van goede werken; zoo zij kinderen opgevoed heeft, zoo zij gaarne heeft geherbergd, zoo zij der heiligen voeten heeft gewasschen, zoo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zoo zij alle goed werk nagetracht heeft. 1 Timotheiis 5 vers 9 en 10.

1 Timotheüs

Over de verzorging der weduwen. Dit zal toch waarschijnlijk wel de bedoeling van den apostel geweest zijn. Deze opvatting schijnt mij nog maar de beste te zijn. Er zijn er, die hier aan een soort weduwen-instituut willen denken, aan een begin van een dïaconessen-arbeid. Het is wel waar, de kerkgeschiedenis meldt het ons, dat er in de eerste eeuwen van het Christendom een diaconaat was van vrouwen en daarnaast nog een z.g.n. viduaat, een weduwen-instelling. Deze laatste instelling had blijkbaar een eer eigenaardige plaats in het midden der gemeente. Zij bestond uit weduwen, die door de gemeente verzorgd werden, maar aan wie tegelijkertijd ook eenig werk tot verzorging en bijstand van anderen was opgedragen, b.v. het vertroosten en verplegen van zieken, onder de leiding der diaconessen. Nu is het best mogelijk dat van die weduwen-instelling de hierboven geplaatste woorden de oorsprong of ten miinste een bewijs zijn. Dan zou er in die gemeente van Efeze ook reeds iets diergelijks geweest zijn. Onze Staten-vertaling wijst in haar kantteekening, waarschijnlijk in navolging van Calvijn, in deze richting. Vandaar ook dat zij vertaalt: „dat eene weduwe gekozen worde enz." Dat woord „kiezen" getuigt van de voorop staande meeninig dat er in dien tijd reeds zulk eene weduwen-instelling zou zijn. Eigenlijk staat er in den oorspronkelijken tekst: laat als weduwe (op de lijst) ingeschreven worden enz. Bovendien is het wel vreemd dat er van die weduwen-instelling nog niets van te voren gezegd was. Dan zou toch vers 9 een niet te begrijpen overgang vormen met wat er tot hiertoe over de weduwen geschreven was. Hierbij valt op te merken dat, indien wij hier slechts willen denken aan de verzorging dier weduwen zonder meer, de eene gedachte uit de andere voortvloeit. Immers het ging in het voorafgaande vers over een huisvader die in de voorzorgsmaatregelen niet getrouw was aan zijn roeping. Dan is het te begrijpen dat de apostel nu handelt over de weduwen die in het bijzonder aan de verzorging der gemeente zijn toevertrouwd. En dan noemt de apostel de voorwaarden waaraan, eene weduwe moest voldoen, indien zij aanspraak mocht maken op de hulp der Christelijke gemeente.
Die kleine gemeente van Efeze kon toch zeker alle weduwen van de geheele stad niet helpen? Die last zou haar veel te zwaar zijn. Natuurlijk, wanneer de gemeente uit vele rijken en vele edelen bestaat, als de diaoonie van een dorpsgemeente rijke fondsen en veel inkomsten heeft, waarom zou zij haar zorg dan ook niet uitstrekken tot die weduwen die in hun vorig leven nooit naar de kerk of naar de prediking van het Evangelie hebben omgezien? Laat dan de barmhartigheid maar roemen tegen het oordeel! Maar de zaak stond te Efeze anders. Daar moest men nauwkeurig toezien, opdat de last voor de gemeente niet te zwaar zou zijn. Die weduwen, die in handel en wandel vroeger getoond hadden dat zij van de Christelijke gemeente en haar heilig geloof niets weten wilden, mochten nu ook niet rekenen op de zorgende hulp der broeders en zusters. Wanneer de apostel nu handelt over hen die als gemeente-weduwen moesten worden ingeschreven, is hierbij ook dit te bedenken dat het niet strooken zou met den goeden naam der gemeente als slechte vrouwen, weduwen van minder allooi, als zulke gemeente-weduwen geboekt stonden. Niet dat men zich onbarmhartig van deze laatsten moest aftrekken en nooit eens steunen mocht in hun ellende. Neen, zóó moet men dat niet opvatten. Maar als dergelijke gemeenteweduwen mochten alleen Christelijke vrouwen ingeschreven worden. Ik stem toe dat hierin wel een begin kon liggen van de latere weduwen-instelling, waaran ik in het begin sprak. Immers de aldus ingeschreven weduwen waren wel arme, maar toch steeds hoogstaande rouwen, geëerd bij de gemeente. Het is te begrijpen dat men zulke vrouwen ook gaarne aan het werk zag in geestelijken en verzorgenden arbeid.
Die weduwen nu mochten niet jonger zijn dan zestig jaar. De gemeente-weduwen wel te verstaan! Die geheel en al van de gemeente afhankelijk waren. De anderen, aan wie men zich ook niet onttrekken mocht, konden waarschijnlijk zelf nog veel of weinig verdienen. De ouderdomsrente wordt in onze dagen eerst aan de vijf en zestig jarigen gegeven! Nog vijf jaar later dan hier genoemd wordt! Zulk een weduwe moest „ééns mans vrouw" geweest zijn. Niet dat zij niet een tweede huwelijk had mogen sluiten, maar zij mocht niet in overspel geleefd hebben. Dan had zij getoond niet tot de gemeente van Jezus Christus te behooren. Zij moest alle goede werk nagetracht hebben! Aan de vruchten moest men den boom kennen. Het zou voor de gemeente tot een eer zijn zulken te verzorgen. In de opvoeding van kinderen,  van haar zelf of van anderen en dit laatste uit liefde, moest zij haar geloof getoond hebben. Ook in 't gaarne herbergen van reizende evangelisten, die om hun werk heiligen genoemd worden. Het minste werk, die heiligen de voeten te wasschen, moest hun een eere-werk geweest zijn. Zij moesten in alles getoond hebben tot de gemeente te bebooren, ook door de verdrukten om des geloofs wille te steunen en te helpen. Waarlijk, zulke arme weduwen zouden ook weer den rijkdom der gemeente uitmaken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

SCHRIFT-UITLEGGING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's