Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

Goede Vrijdag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is volbracht. Johannes 19 : 30m.

Goede Vrijdag*. Dit artikel was bestemd voor het vorige nummer. Door een misverstand ter drukkerij werd het daarin echter niet opgenomen. 

Want Mijne gedachten zijn niet ulieder gedachten en uwe wegen zijn niet Mijne wegen, spreekt de Heere; want gelijk de hemelen hooger zijn dan de aarde, alzoo zijn Mijne wegen hooger dan uwe wegen en Mijne gedachten dan ulieder gedachten. Alzoo sprak eenmaal de Heere bij monde van den Profeet Jesaja. Gods gedachten anders, maar ook hóóger dan onze gedachten.
Wordt dat niet telkens in het leven bewaarheid? Is dat ook niet ervaren op Golgotha's heuvel?
Welk een smartelijke ure moet het voor de vrienden van den Christus geweest zijn, toen ze Hem als een machtelooze aan het kruis zagen hangen. Hunne gedachte was steeds geweest dat Hij het volk van Israël verlossen zou. Maar toen zij Hem aan het kruis zagen hangen, dachten zij dat alles mislukt was.
Mislukt! zoo flitste door menig brein. Maar Gods gedachten zijn anders en hooger dan de gedachten van de vrienden van den lijdenden Christus. Toen de Christus aan het kruis hing, riep Hij niet uit: Het is mislukt, maar
Het is volbracht.
Is dat niet wonderlijk? O, hoe weinigen zullen het hebben verstaan op Golgotha's heuvel. Hoe weinigen verstaan het in onze dagen, hoewel het al meer dan 1900 jaar herhaald is? Verstaan wij het?
Om dat woord met kracht te kunnen uitspreken sprak de Zaligmaker eerst: Mij dorst. En als Hij den edik, den zuren soldatenwijn, dien de wereld Hem gaf, genomen had, sprak Hij dat rijke woord met kracht en Majesteit uit,
Dat woord was bestemd om in de eerste plaats gehoord te worden door den Vader in de hemelen. Christus was op aarde gekomen om 't werk te voleindigen, dat de Vader Hem opgedragen had.
En waarin bestond dat werk? De straf te dragen, voor al de zonden der Zijnen en gehoorzaam te zijn tot den dood, ja den dood des kruises. Dat werk was niet noodig geweest, wanneer de eerste Adam in 't Paradijs 't werk voleindigd had dat de Heere op Zijn hand had gezet om te doen.
Maar wij weten, dat daar in 't Paradijs wel 't woord: „het is volbracht" is kunnen gesproken worden, echter niet door Adam, maar door den duivel. Hij heeft 't werk volbracht, dat hij zich had voorgesteld. Vreeselijk zijn de gevolgen geweest. Sinds dat oogenblik is de mensch van nature geneigd God en den naaste te haten. En dat niet alleen. Neen, hij ziet en beseft ook niet, dat hij zoo verkeerd is geworden.
Hoe gansch anders wordt dat, wanneer door Gods genade zijn oogen geopend worden. Dan ziet hij, dat hij onheilig en onrechtvaardig is en dat door eigen schuld.
De Wet heeft hij overtreden en daarom is hij strafwaardig. De schuld moet worden betaald en zelf kan hij dat niet; integendeel hij maakt de schuld nog dagelijks meerder. Geen heilige, geen engel is daartoe in staat. Nu bleef er niets anders over dan voor eeuwig verloren te gaan, indien de Christus niet reeds in het Oude Verbond had gezegd: Zie, Ik kom! Ja, Hij is gekomen in de volheid des tijds. Hij heeft de straf volkomen gedragen. En daarom kon Hij het den Vader toeroepen: Vader, het is volbracht. De straf is gedragen.
Maar Christus wil nog meer daarmee zeggen. Hij roept het ook den Vader toe: De gehoorzaamheid is volbracht.
Tot gehoorzaamheid geroepen, is de mensch ongehoorzaam geworden en bezit nu niet meer de kracht om naar Gods wil te handelen. Ongehoorzaamheid is nu de staat van gansch ons geslacht. En toch, indien er redding zal dagen, indien de Zon des heils zal opgaan, dan zal het niet anders kunnen dan langs den weg der gehoorzaamheid. En om dat nu te bewerken is in den eeuwigen vrederaad de Zoon opgestaan en heeft gezegd: „Zie, Ik kom. Ik heb lust, o Mijn God ! om Uw welbehagen te doen, en Uwe wet is in het midden Mijns ingewands". Hij neemt de menschelijke natuur aan en in Hem wordt nu die natuur gehoorzaam en brengt in Hem al wat de Heere eischt.
Ja, alles wat de Vader eischte heeft de Zoon gewrocht en daarom klinkt het: Vader, het is volbracht. Volbracht de gehoorzaamheid tot den dood toe.
Welk een blijdschap zal er in den hemel geweest zijn, toen dat woord van het kruis werd gehoord. Blijdschap bij den Vader. Blijdschap ook bij de engelen, die eenmaal den eersten Adam vanwege zijn ongehoorzaamheid uit het paradijs hadden moeten verdrijven.
Maar dat woord „Het is volbracht" is ook bestemd om gehoord te worden in de hel. Welk een blijdschap zal er geweest zijn in die plaats der rampzaligheid, toen de satan tot zijn trawanten kon zeggen: het is volbracht! De kroon der schepping heb ik geroofd.
Wat een inspanning heeft heel het rijk der duisternis zich getroost om het werk van Christus te doen mislukken. Daartoe is hij zelf tot Christus gekomen. Daartoe is hij in zoovele menschen gevaren, ja, zelfs binnengeslopen in den kring der discipelen.
Maar hoezeer het ook lijkt alsof de duivel op Golgotha de heerschappij voert, toch is het slechts schijn. Neen, vol majesteit roept Christus het den duivel toe: Het is volbracht!
Nu zal Hij zaad zien en om als 't ware de daad bij het woord te voegen rukt Hij den boetvaardigen moordenaar uit de klauwen des satans en neemt hem mede naar het paradijs.
Dat woord „het is volbracht" was bestemd voor den Vader in de hemelen, voor den duivel in de hel, maar ook voor de menschen op aarde. Het bevat .ook voor onzen tijd nog een woord van ernstige waarschuwing.
Hoevelen zijn er niet, die beproeven door eigen krachten zichzelf in den hemel te brengen. Ze verstaan het niet, dat al hun deugden zijn als een wegwerpelijk kleed. Het zal wat wezen te meenen in te gaan en toch buitengeworpen te worden.
Leere de Heere ons alles schade en drek te achten, o.m Jezus Christus te gewinnen. Maar 't bevat ook een woord van troost voor die zielen, die zichzelf als verloren zondaren hebben leeren kennen. Wat beproeven zij voortdurend den Sinaï te beklimmen en aan Gods eischen te voldoen. Maar telkens moeten zij het ervaren dat zij vleeschelijk verkocht zijn onder de zonde. Wat een smart, als zij zien op hun zonden en den Zondenvernieler niet aanschouwen. Wat ge noodig hebt, is te luisteren naar het woord: „het is volbracht".
De Heere leere u hoe langer hoe meer af te zien van uzelf om alleen te rusten op dat volbrachte Middelaarswerk van Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's