Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leger-en Vlootpredikanten.

Een der overblijfselen uit dien mobilisatietijd is de instelling der legerpredikanten en aalmoezeniers. Ongetwijfeld heeft het instituut gedurende de oorlogsjaren belangrijke diensten aan het gemobiliseerde leger bewezen en heeft het aangetoond, dat de weermacht op oorlogsvoet zulk een instelling niet kan missen. Dit behoefde er echter niet toe te leiden om ook na het jaar 1918 de legerpredikanten en de aalmoezeniers te behouden. Die toestand lijkt ons op den duur niet gewenscht.
Wel blijft een schakel noodig tusschen de Kerken en het legerbestuur om moeilijkheden weg te ruimen of om maatregelen te treffen, waardoor de taak der Kerken wordt vergemakkelijkt, maar daarvoor kunnen enkele personen worden aangewezen, doch is een Raad van leger-en vlootpredikanten, plus een aantal aalmoezeniers, niet noodzakelijk.
De schaduwzijde van de instelling van leger-en vlootpredikanten, benevens van aalmoezeniers in vredestijd, is, dat de Kerken, die zich hebben bezig te houden met de behartiging van de godsdienstige en geestelijke belangen der militairen en marine-mannen, dientengevolge hunne roeping niet met dien ernst opvatten als anders het geval zou zijn, wanneer het officiëele instituut er niet was. Zoo werkt de instelling op de Kerken verslappend.
Niet op de Overheid, maar op de Kerken rust naar Gereformeerd beginsel de taak van de geestelijke verzorging van het personeel van leger en van vloot. Mocht het tengevolge van den zich steeds meer uitbreidenden arbeid der predikanten in de gemeente niet mogelijk zijn, ook nog tijd beschikbaar te hebben voor de militairen, dan zou daar afzonderlijk in moeten worden voorzien. Voor dit doel zou dan het bedrag op de begrooting van het Departement van Oorlog ten behoeve van subsidiën en tegemoetkomingen aan de oniderscheidene Kerkgenootschappen, thans uitgetrokken tot een bedrag van ƒ 24O0O.—, kunnen verhoogd worden. De godsdienstige en geestelijke verzorging van leger en vloot kwam dan in de goede banen.

Geen zeker geluid.
Het komt ons voor, een niet te onderschatten gevaar op te leveren, wat de Raad van Leger-en Vlootpredikanten besloten heeft inzake het uitgeven van een eigen orgaan voor de geestelijke verzorging van land-en zeemacht. Dit gevaar schuilt hierin, dat in den Raad niet alleen rechtzinnige — maar ook moderne predikanten zitting hebben. Tot het uitgeven van een blad werd besloten, om reden de lectuur, die voor de verspreiding onder de militairen bescbikbaar was, den raad maar matig voldeed.
Dit is niet duidelijk, omdat de "Nederl. Krijgsman", het orgaan van den Ned. Mil. Bond, toch op goede wijze in de behoefte voorziet. Maar zulks doet niet "Het Wachtwoord", het blad van den Raad, waarvan 't eerste nummer verscheen. Daarin kan men dadelijk het artikel vaststellen, al is het niet onderteekend, van den modernen predikant in den raad. We moeten het toch geheel mis hebben, als het artikel „Geestelijke stroomingen" niet van diens hand is. In het artikel wordt tweemaal een tekst uit den Bijbel aangehaald, die onjuist worden weergegeven.
Als gesproken wordt van „de stroom van geesten" wordt herinnerd aan het woord van den Prediker (Pred. 1 vers 7): „alle stroomen gaan naar zee, maar de zee wordt nooit vol". Echter staat in het vers (Statenoverzetting): „Alle de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol". En wanneer gewaagd wordt van het wassen van den stroom der geesten, wordt gewezen op de waarheid van Paulus' woord: „dat alle dingen kunnen medewerken ten goede", terwijl deze woorden van Paulus in Gods Woord luiden: „En wij weten, dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voonemen geroepen zijn". (Rom. 8 vers 28). Maar nu schrijft de moderne dominee nog maar over geestelijke stroomingen; doch hoe zal het worden als van zijn hand straks een meditatie in »Het Wachtwoord'* voorkomt? Komen de stukken in het blad niet onder het oog van den eindredacteur? Of is er in den Raad van Legerpredikanten overeengekomen, dat ieder predikant schrijven kan, wat hij wil? Dan geeft "Het Wachtwoord" geen zeker geluid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 1926

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's