Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het recht Gods.
De ontzettende misdrijven, die in den laatsten tijd in aantal op onrustbarend wijze toenemen en waarbij moord en doodslag aan de orde van den dag zijn, doen de vraag rijzen, of ons volk, door de ervaring geleerd, niet van de dwaling zijns wegs moet terugkeeren, toen het de ordinantie Gods, vervat in Genesis 9 vers 5 en 6, Romeinen 13 vers 4 en in andere Schriftuurplaatsen, losliet en naar eigen inzicht handelend, de doodstraf afschafte?
Dat uit verschillende kringen, waaronder er zijn, die vroeger zich tegen de doodstraf verzetten, thans stemmen opgaan, die op wederinvoering van deze straf aandringen moge met instemming worden vernomen doch dat deze aandrang reeds genoegzame kans zou geven aan een voorstel, dat nemen van zulk een maatregel inhield, ook door de Staten-Generaal te worden aangenomen, meenen wij sterk te moeten betwijfelen.
Daarvoor ondervindt de zaak nog te veel tegenstand bij de onderscheidene politieke partijen, een tegenstand, die zich zoowel bij de rechter- als bij de linkergroepen in het Parlement voordoet.
Eigenlijk is er onder de grootere politieke organisaties in Nederland maar éér partij, die algemeen en geheel onvoorwaardelijk erkent, dat de Overheid het recht van doodstraf bezit en ook verplicht is dt doodstraf toe te passen.
Deze partij is de Antirevolutionaire. De Chr. Historischen staan tegenover wederinvoering van de doodstraf anders. Zij maken bezwaar om met een dergelijken maatregel mede te gaan. Zoo is 't intusschen niet bij de Roomsch-Katholieken. Daar begint hoe langer hoe sterker de eisch te weerklinken, dat de doodslager aan het leven behoort te worden gestraft.
Nog niet lang geleden beriep „De Gederlander" zich op Thomas Aquinas, en den moralist onzer dagen, Victor Cathrein, ter verdediging van dien eisch, en vervolgt dan:
Niet alles echter, wat men in beginsel wenscht, is even urgent (spoedeischend). Omstandigheden echter kunnen de urgentie wekken, den wensch veranderen in een eisch. Het wordt tijd, de wederinvoering der doodstraf te eischen. 
Spreken de feiten niet luid genoeg?
Wat weerhoudt den booswicht, die rond het eenzame huis van een rustige oude sluipt, wat zou hem weerhouden om binnen te dringen, te stelen en zoo noodig te moorden?
Een ander R.K. blad, „Het Overijsselsche Dagblad", sluit zich daarbij aan met de woorden:  »Terecht schrijft „De Gelderlander", dat er een ontzettende hoonlach klinkt uit die reeks van ruwe moorden tegen de machteloosheid onzer strafwetgeving, maar een noodkreet ook. Een noodkreet van de rustige burgerij, die de bescherming vraagt tegen het drieste en verwilderde geboefte«.
Als de heer Colijn, de oud-Minister van Financiën, dezer dagen in de verschillende redevoeringen, die hij hield, dan ook verklaarde, dat het Kabinet, waarin hij zitting had, geen voorstel tot wederinvoering van de doodstraf kon doen, omdat daarvoor geen overeenstemming in de Coalitie was te verkrijgen, dan zal hij met zijne mededeeling bepaaldelijk het oog hebben gehad op de Christelijk Historischen, die tot op heden steeds bezwaar maken tegen het indienen van een wetsontwerp, dat de doodstraf in onze wetboeken opneemt.
En zooals het met maatregelen, betreffende de wederinvoering van de doodstraf, bij de partijen der rechterzijde is gesteld, zoo staat het in veel sterkere mate bij de groepen van links. Hoe van dien kant over de doodstraf gedacht wordt, blijkt duidelijk uit hetgeen onlangs in het hoofdorgaan van de grootste groep der linkerzijde, de Sociaal Democraten, „Het Volk", over dit onderwerp te lezen stond. Naar aanleiding van het doodsvonnis dat tegen de opstandelingen in Ned.-Indië was uitgesproken, schreef de socialiste, mevrouw Wibaut, de echtgenoofe van de Amsterdamschen wethouder en het lid van de Eerste Kamer:
»De doodstraf is een uiting van het dierlijk instinct van den mensch, nog leelijker dan de oorlog. Het is geen straf, maar een wraakneming, een laffe wraakuitoefening op iemand, die zich niet meer verweren kan, een daad van de meest geraffineerde wreedheid, omdat de vooruit aangekondigde dood het slachtoffer duizend dooden doet lijden vóór de genadeslag valt. Wij kunnen ons niet voorstellen, hoe degene, die een doodvonnis teekent, nog één nacht slapen kan«.
Nu denken we er geen oogenblik aan, deze socialistische beschouwing ook voor rekening te stellen van de Vrijzinnigen bij bezwaren tegen de doodstraf. Maar het is toch bekend, dat èn van de Vrijheidsbonders èn van de Vrijzinnig Democraten er niet de geringste steun is te verwachten voor een wijziging in de Strafwet waarbij aan de doodstraf weer een plaats onder de straffen zou worden ingeruimd.
Zoo blijft dan ten slotte de taak van de voorstanders van de wederinvoering van de doodstraf voorshands geen andere, dan het volk den eisch voor te houden, dat ook op het terrein van de strafrechtsbeginselen naar de ordinantiën, in Gods Woord neergelegd, moet worden geleefd.
En zij, die dienovereenkomstig willen handelen, mogen de wederinvoering van de doodstraf nimmer verdedigen uit hoofde van  n o o d w e e r  of op grond van d e  v e i l i g h e i d   v a n  d e n  S t a a t, ook al is het met het oog op de ontzettende misdrijven, welke tegenwoordig vaak ongestoord worden gepleegd, goed zijn, om zich af te vragen of ons land wèl gedaan heeft, om in afwijking van de meeste Europesche landen destijds, de doodstraf, af teschaffen; maar het eenige verband, waarin van de doodstraf mag worden gesproken, is ze te zien als een daad van vergelding en als een genoegdoening aan het schenden van de Goddelijke gerechtigheid.
Wie weet, komt, als zoo in getrouwheid voor de Eere Gods wordt opgekomen, de Heere de oogen van ons christenvolk nog wel eens te openen, dat allerwegen ook weer gezien worde wat het recht Gods ten opzichte van den moordenaar en den doodslager eischt.

Herv. Antirevolutionairen in de provincie Utrecht.
Men zendt ons het volgend communiqué der vergadering van Hervormde Antirevolutionairen in de provincie Utrecht, gehouden op 24 Januari te Utrecht :
De zeer geanimeerde vergadering, welke goed bezocht was en o.a. ook door prof. dr. Visscher werd bijgewoond, stelde eenparig vast,
dat niet gestreefd is naar scheuring in de Antirevolutionaire Partij,
dat niet bedoeld is tot aparte partijformatie te komen,
dat veeleer op den voorgrond is gesteld wat gedaan kon worden tot opbouw der Antirevolutionaire Partij en tot verhooging van haar invloed op het volksleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's