Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Vrijmetselarij (2)
In ons eerste artikel hoorden we reeds dadelijk, dat de  V r ij m e t s e l a r ij  de school der scholen, de Kerk der Kerken is. Bevordering van het geluk is het doel van de V r ij m e t s e l a r ij en die menschlievenden, heilzoekenden, die als wereldbouwres mee willen helpen een waarlijk broederlijke maatschappij te doen ontluiken, waar vrede woont in de gemoederen, in de huisgezinnen, in de wereld, hebben zich saam vereenigd tot een Bond of Orde, welke dan de  O r d e  d e r  V r ij m e t s e l a a r s  genoemd wordt en allerlei symbolische figuren en teekenen heeft, ontleend aan het bouwbedrijf, als troffel, driehoek, passer, enz. (Zie: »De Hedendaagsche Vrijmetselarij«, door Ernest Gilon).
Wij willen nu naar deze Organisatie van vrije wereldbouwers naar eigen stijl eens een onderzoek instellen en vragen dan waar de oorsprong van deze beweging, die met den naam van  V r ij m e t s e l a r ij  getypeerd is, ligt. Dan moeten we echter al dadelijk zeggen, dat de oorsprong der Vrijmetselarij vrijwel in het duister ligt, zooals zooveel van deze Orde zich hult in geheimzinnig donker.
Men wijst wel terug naar de geheime genootschappen, die bij alle volken der oudheid gevonden worden; naar de Chaldeesche Magiërs, die op de kruinen der bergen of naar de Egyptische priesters, die in onderaardsche gangen woonden, en daar hun mysteriën (verborgenheden) beoefenden, die voor het gewone volk ontoegankelijk waren. Aan de beoefening dezer geheimleer zou de oude wereld haar grootste wijzen, met name Lycurgus en Solon, Thales en Pythagoras, Herodotus en Democritus, te danken hebben. Ook noemt men  M o z e s  in dit verband. Die zou ook, volgens sommigen, in de geheime wetenschappen van Egypte zijn ingeleid geworden en door de kracht van de geheime wetenschap, heeft hij de kinderen Israels uit de Egyptische dienstbaarteid verlost, om hen te brengen tot een nieuwe maatschappij en een geheel ander samenleven. Op die manier wordt de V r ij m e t s e l a r ij, tot opvoering van het leven tot een hooger en beter standpunt, al héél oud. Zoo zou Mozes dus ook nog  »Vrijmetselaar«  geweest zijn!!
Men heeft wel gezegd, dat het verschijnsel afgeleid is van Koning Salomo, den grooten tempelbouwer, die zijn 183.000 werklieden in drie groepen verdeelde: meesters, gezellen en leerlingen. ledere groep had daarbij een eigen teeken en wachtwoord, zegt men, om elkander te kunnen herkennen en opdat ieder het loon zou ontvangen volgens de groep, waartoe hij behoorde. (2 Kron. 2).
Zoo zou dus Salomo ook tot de geheime Orde der V r ij m e t s e l a a r s hebben behoord, tot welke Orde men alleen na beproeving en inwijding kon toetreden als lid. Nog een andere theorie vermeent den oor­sprong der Vrijmetselarij te zien in die vereenigingen, die door de Kruistochten zijn ontstaan, zooals de  J o h a n n i t e r o r d e, door Italiaansche kooplieden te Jeruzalem gesticht en naar Johannes den Dooper genoemd, ter verpleging van zieke pelgrims. Na de inneming van Jeruzalem door Godfried van Bouillon kreeg de Orde een vasten regel en een ordekleed: zwarte mantel met een wit kruis. De ordebroeders moesten drie geloften afleggen: armoede, kuischheid en gehoorzaamheid. Ze waren verdeeld in drie klassen: ridders, priesters en dienende broeders, en stond onder een voorzitter, die den naam van Grootmeester droeg.
Naast de Johanniterorde wijst men vooral ook op de  O r d e d e r T e m p e l h e e r e n  (of Tempelieren), in 1119 door Hugo van Payens gesticht, en wel op de plaats van den vroegeren tempel te Jeruzalem. Vandaar haar naam. De ridders droegen een witten mantel met een rood kruis en legden dezelfde geloften af als de Johanniters. Haar doel was vooral de verdediging van het heilige land en de bescherming der pelgrims. Bernard van Clairveaux zegt van haar: »Zij hebben allen één hart en één ziel. Niet de voornaamste afkomst, maar de grootste bekwaamheid geldt. De broeder draagt des broeders lasten. Een ongepast woord, luid gelach, ja het minste gemor wordt terstond gestraft« enz.
In deze en andere Orden, zoo meent men, leefden reeds de verborgen beginselen, die later in de Orde der Vrijmetselaars zijn te voorschijn gekomen. Maar de heer A.F.L. Faubel, lid van het Hoofdbestuur der Orde van Vrijmetselaren onder het Groot-Oosten der Nederlanden, zegt in zijn boekje "Vrijmetselarij" (6de druk, 1926, blz. 10): »Eenig bewijs wordt hiervoor niet aangevoerd en het verschil in wezen tusschen beide organisaties is te groot dan dat men aan eenigen daadwerkelijken samenhang, noch veel minder aan geestelijke verwantschap zou kunnen gelooven«.
Over het algemeen zijn de  V r ij m e t s e l a a r s  er nog al op gesteld te beweren, dat de V r ij m e t s e l a r ij  oud, héél oud is. En Br.-- ds. A.S. Carpentier Alting zegt, dat de oorsprong van  V r ij m e t s e l a r ij  (in onderscheiding van de Orde der Vrijmetselaars) daar ligt, waar "de sporen zijn terug te vinden der eerste beschaving; daar waar de mensch het eerst heeft gedacht, gevoeld, gehoopt en gestreden". Zoo wordt de  V r ij m e t s e l a r ij  dus datgene, wat we vinden van ouds bij velen, die »het leven ernstiger en dieper wilden opvatten dan de groote menigte«.
Maar natuurlijk is het goede te zoeken voor den naaste nog geen »Vrijmetselarij«. 't Lijkt nergens naar. Het goede te zoeken voor den naaste deden de christenen, deden de Johanniters, de Tempelieren, enz. Maar dat waren daarom geen Vrijmetselaars. Vrijmetselarij is het goede zoeken voor den naaste op een bepaalde manier en in een bepaalde richting, zooals dat in de Orde van de Vrijmetselaars uitkomt. We kunnen dan ook de geheime genootschappen en oude Mysteriën van Indië, China, Japan, Egypte, Griekenland, Rome enz., gerust laten voor hetgeen ze geweest zijn. De eigenlijke geschiedenis van de  V r ij m e t s e l ar ij  vangt aan in de 17de eeuw, toen er een beweging voor geestelijken en stoffelijken opbouw der wereld kwam, die zich georganiseerd begon te openbaren naar het model van de orde der bouwgilden of metselaarsvereenigingen. Als in Engeland en Duitschland die beweging zich begint te presenteeren in het midden van het volksleven, dan kunnen we spreken van het begin der beweging, die we nader aanduiden met  V r ij m e t s e l a r ij.
We moeten dus naar de Middeleeuwen gaan, om den oorsprong der Vrijmetselarij te vinden. Toen vond men overal rondtrekkende bouwers of metselaars, die hier en daar werk zochten en b.v. na een grooten brand aIs in 1666 te Londen, veel van zich lieten hooren. Toen bloeide de kerkelijke bouwkunst. Denk maar aan den Byzantijnschen, den Romaanschen en den daaruit ontwikkelden Gothischen bouwstijl. De bouwlieden trokken toen de aandacht. De eerste steenhouwers en bouwmeesters kwamen uit de kloosters, — zoo als wij zelf, enkele jaren geleden, in Duitschland kloosterbroeders bezig zagen met beeldhouwwerk te maken voor een kerk, die geheel door kloosterbroeders werd gerestaureerd. Langzamerhand organiseerden zich die bouwers en kwamen de bouwhutten of loges, zijnde vereenigingen bestaande uit vrije bouwlieden of metselaars, die zich in de bouwkunst oefenden en deze steeds hooger trachtten op te voeren. Met deze bouwgilden nu staat de beweging van de Vrijmetselarij in verband. Het gold natuurlijk nu niet den opbouw van steenen gebouwen of kerken, maar het ging om op te trekken de muren van het geestelijk gebouw, 't ging om den opbouw der wereld, der menschheid, der maatschappij. Vooral in Engeland vond men die beweging. En daar sprak men van masonry, d.i. metselwerk, van mason, d.i. metselaar.  M a s o n e r y  zou dus de aanduiding zijn van deze Vrijmetselaarsbeweging, waarom wij nog wel spreken van vrij-magon of vrij metselaar.
Wij constateeren dus, dat de moderne  V r ij m e t s e l a r ij  haar oorsprong vindt in de 17de eeuw. De metselaarsbonden zijn veel ouder, maar de moderne  V r ij m e t s e l a r ij, waarover wij het nu hebben, vangt haar geschiedenis aan in de 17de eeuw. De metselaarsbonden beoefenden de bouwkunst. De  V r ij m e t s e l a r ij  beoogde de oprichting van »eenen onzichtbaren, eeuwigen tempel van hart en geweten«.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's