Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Haarlem, 20 Mei 1927.

Geachte Redactie,
Met instemming las ik de ingezonden stukken aangaande het beloop der jaarvergadering en het vormen van Ringen of Provinciale afdedingen. De gang van zaken op de jaarvergadering vond ik als bezoeker niet in orde. Dit is geenszins om critiek te geven, want daar is geen oorzaak voor, maar waar het referaat van ds. van den Berg zoo'n rijke stof gaf tot overdenking, kwam dat nu niet tot zijn recht en als dan de besprekingen moeten gevoerd worden, wordt het te laat en gaan er velen heen of gaat de belangstelling verminderen, wat weer in zich sluit, dat er geen voldoende besluiten kunnen genomen worden of niet afgewerkt. Ik hoop, dat het Hoofdbestuur in dezen moeilijken weg een goede oplossing kan vinden.
Let ik op 't geen op de jaarvergadering aan de orde is gesteld en besproken, dan zie ik groot voordeel in het vormen van Ringen of Provinciale afdeelingen. Zie ik op de vergaderingen van onze Afdeeling in Haarlem, die geregeld goed bezocht worden, vooral omdat velen uit Velsen en IJmuiden komen luisteren, door toedoen van onzen ijverigen secretaris, dan komt de vraag bij mij op: als Amsterdam, Haarlem, Alkmaar zich in deze met elkander konden verstaan, hoeveel kracht zou er dan niet in Noord-Holland uit kunnen gaan?
In Noord-Holland is zoo groote tegenstand, ze gaan dwars tegen ons in, door onbekendheid vaak met het doel en streven van onzen Gereformeerden Bond. Van harte hoop ik dat deze idee eens rustig onder de oogen mag worden gezien en overdacht.
U, Geachte Redactie, dankzeggend voor de mij verleende plaatsruimte, teeken ik
Uw dw., J. H. BLOEMERS.

Wij herhalen gaarne, dat men ons steeds bereid zal vinden mee te werken tot alles wat onzen Bond en het doel en streven van onzen Bond ten goede kan komen. Die onzen Bond dwars zitten en hem uit het spoor willen lichten, zullen we tegenstaan, maar alles wat onzen Bond helpen kan begroeten we met vreugd.
M. v. G.

Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van Uwe artikelen over Artikel 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis, deel ik U mede, dat door mij als lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij de jaarvergadering van de S.G.P. is bijgewoond. Het verslag inzake Artikel 36, voorkomend in de A.R. Rotterdammer en in "De Banier", zijn beide juist. Maar wat de een meedeelt over "het nieuwe licht" (gezegde van ds. Kersten) verzwijgt de ander. Zoo gaat het over en weer. Toch is aan den verslaggever van de A. R. Rotterdammer een belangrijk punt m.i. ontsnapt. Naar aanleiding van het artikel van den heer v. D. uit Zeist deel ik U dat even mee.
Ds. Kersten heeft aan de vergadering mededeeling gedaan, dat hij aan ieder commissielid een onderdeel ter rapporteering had gegeven. En nu was van één lid een rapport ingekomen. Maar — zoo deelde ds. Kersten mede — dat rapport was in strijd met Artikel 36, (de letterlijke mededeeling van ds. K.), waarom hij dat Ud had geadviseerd dat rapport in te trekken.
Nu weet U dus van deze zaak nog iets meer, dan U blijkbaar al wist. En dat vind ik goed, dat U dat weet, omdat de zaak waarom het gaat belangrijk genoeg is om er volle aandacht aan te schenken en er niet mee te scharrelen. Ik kan mij met Uw laatste artikelen best vereenigen. Men heeft, zooals uit bovenstaande blijkt, ook in den kring van de S.O.P. moeilijkheden, maar men stopt die in den doofpot!
Ik wil U wel eerlijk bekennen, dat ik wel voor 80% genezen ben van de hooggeroemde Staatkundig Gereformeerde Partij van ds. Kersten en ds. Zandt. Als men leden der partij heeft, candidaten en vooraanstaande mannen, die zegeltjes plakken (of het nu pas hebben nagelaten) die voor hun pensioen zorgen, die vrouwen opwekken om te gaan stemmen en het anderen laten doen hier en overal — dan hoort men uit den mond van den partijleider: »we moeten niet heerschen over anderer consciëntie!«
Als ds. Kersten zóó de vragen oplost en de moeilijkheden voorbijloopt en zoo met beginselen scharrelt — dan vind Ik het nog zoo verkeerd niet van de Gereformeerde Kerken om die 21 woorden uit Artikel 36 er maar uit weg te laten! Want als ik dan lees de woorden: »het rijk van den antichrist ter neder te werpen«, dan denk ik aan al die gemeenten in onze Ned. Hervormde Kerk, waar een predikant(?) staat, die loochent het Zoonschap van onzen Borg en Middelaar; en dan denk ik aan Johannes, die ons leert "die loochent, dat Jezus is de Zone Gods, dat is de antichrist".
En als ik dan zie de hooghartige houding en beluister den toon van de S.G.P. Kamerleden, dan vraag ik aan ds. Zandt, wat hebt gij gedaan om het rijk van den antichrist ter neder te werpen? Gij hebt de Kerk ook al verlaten, om nu den splinter uit uws broeders oog te halen. Ziet gij den balk, die in Uw oog is, niet?
Ik hoop, dat over twee jaar voor de Tweede Kamerverkiezing ook een Hervormde A.R. lijst mag komen, evenals thans b.v. in de gemeenten Middelharnis en Veenendaal is geschied. We hebben wel Hervormde mannen van Gereformeerde belijdenis en van A.R. beginsel, die we op zoo'n lijst kunnen plaatsen, en dan zult U zien, dat een groot deel van de Hervormd-Gereformeerden, die nu Christelijk Historisch stemmen en bij de Ethischen verzeild raken, alsook een groot deel van de Staatkundig Gereformeerde Partij, dan zeker Antirevolutionair zullen stemmen. Want de menschen van de Gereform. Kerken nemen nu een veel te groote plaats in op de lijsten van de A.R. om met Hervormde stemmen gekozen te worden, en dat moet toch niet.
Met dank voor de plaatsing.
Uw Abonné.

Wij hebben dit »Ingezonden« van Abonné (wiens naam ons natuurlijk bekend is) geplaatst, om de belangrijke mededeeling inzake ds. Kersten en Artikel 36. We zijn blij, dat de oogen bij onze menschen open gaan! Hetgeen verder in dit stuk staat, geven we in rustige overweging. »Onze« menschen hooren niet bij de Christelijk Historischen, óók niet bij de H.G.S. of Staatk. Geref. Partij.
M. v. G.

STEENWIJK, 23 Mei 1927.
Mijnheer de Redacteur,

Met groote ergernis heb ik het strooibiljet gelezen, dat hier door de H.G.S. bij de Gemeenteraadsverkiezing verspreid is. Het advies was: Stem geen Anti-revolutionair. En dan wordt de bekende redeneering van ds. Lingbeek gebruikt, dat de A.R. Staatspartij geen rekening wil houden met Gods Woord, alleen met het licht der natuur of der rede en niet met het licht, dat opgaat uit Gods Woord.
Ook kunnen wij — staat er verder — onze stem niet geven aan de candidaten der Christelijk Historische Unie, omdat het verkrijgen van een meerderheid hen zwaarder weegt dan het beginsel en het recht der menschen bij hen hooger staat dan het recht Gods. Ook was de leider der Unie jarenlang geweest de hooggeachte, maar helaas! doleerende de Savornin Lohman!
Wij vragen ons af, of het nu niet alle perken te buiten gaat, wanneer men zóó de krachten verspilt, de christenen verdeelt, de tegenpartij in de hand werkt en dat alles door niets dan leugens. Dan heeft men het in het strooibiljet ook over de Openbare School en de Christelijke School, op een manier, dat we moeten zeggen, dat het meer dan kras is! 't Is de gewone liberale, socialistische redeneering, die men er op na houdt! Dan staat er onder het strooibiljet de bekende leuze: »Heel de Kerk en heel het volk!«
Ik weet wel, dat er vooreerst toch niets aan deze dingen te doen is. Zoolang menschen als ds. Lingbeek met wanhoopspogingen de zaak trachten op te houden. Maar toch is het misschien goed om telkens de leugens en den onzin maar weer eens te onderstrepen, hopende, dat men eindelijk toch wel wat wijzer zal worden Intusschen wordt het wel duidelijk, dat allen die het wèl meenen met land en volk en Kerk en Staat, schouder aan schouder zullen moeten gaan staan, zal er in den middellijken weg nog iets van terecht komen! Onze verdeeldheid is onze grootste ellende.
P. W. S.

„Het lichtlooze land".
„BARTIMEUS", de zoo welbekende Christelijke Blindeninrichting te Zeist, hoopt wederom op 6 Juli a.s. een bazar te organiseeren. leder, die „BARTIMEUS" meer van nabij heeft leeren kennen, waardeert den gezegenden arbeid dezer vereeniging. Gezegend, in dubbel opzicht, zoowel wat betreft het geestelijk als het maatschappelijk leven der blinde kinderen, die hier niet alleen vinden een liefdevolle hen begrijpende omgeving, maar die ook opgeleid worden tot zelfstandige menschen, in staat in eigen levensonderhoud te voorzien. Aller steun heeft „BARTIMEUS" echter daartoe noodig in gebed en offer. Mogen daarom velen hun gaven, groot of klein, inzenden aan: mevrouw Fokker, „Beeklust" te Zeist.
Het Bazar-Comité.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's