Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prof. Hepp en ’t Paradijsprobleem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Hepp en ’t Paradijsprobleem

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lag voor de hand, dat mijn geschrift over het Paradijsprobleem de aandacht zou trekken. Nu uiterst links bij monde van den modernen ds. Hooykaas en Assensch rechts bij monde van prof. Hepp zich hebben uitgesproken, meen ik wel te doen het resultaat te overwegen, omdat er voor Hervormde Gereformeerden iets uit te leeren valt aangaande de geestelijke stroomingen onzer dagen.
Ds. Hooykaas en prof. Hepp zijn het eigenlijk roerend samen eens, dat er noch formeel, noch materieel iets van deugt. Bij een geleerde van de kracht van prof. Hepp kan er natuurlijk aan eene afhankelijkheid van het liberale Handelsblad niet worden gedacht. Hij geeft een eigen, zelfstandig oordeel. Hoe ongunstig dit wezen zou, was door ds. Schilder, een „gereformeerd" predikant, mede-redacteur der R e f o r m a t i e, schrijver in  D e B a z u i n, al vooraf aangekondigd, toen het boek nog in 't geheel niet verschenen en dus nog niet bekend was. En nu heeft prof. Hepp gesproken. Volgens hem rieken taal en stijl, zelfs van woorden uit de H. Schrift genomen, naar Van der Palm. Was het volgens den modernen ds. Hooykaas een boek „uit den booze", omdat het Gereformeerde volk er door gestijfd werd in zijn Schriftgeloof, volgens prof. Hepp is het „een niet geslaagde poging". Zoo stemmen beiden saam en leeren zij ons, dat het hedendaagsche modernisme en het 18e eeuwsche dogmatisme, hoezeer ook formeel verschillend, toch elkander zeer na staan.
Volgens prof. Hepp ben ik zeer ver van het „Assensch standpunt" af en eigenlijk ligt in zijn geschrijf, dat ook prof. Visscher door de Assensche Synode zou zijn uitgebannen. Ik weet niet, of hij bedoelt daarmede de Assensche Synode te prijzen, dan wel mij te laken. Doch dit interesseert mij eigenlijk niet. Nu echter de heer Hepp dit Assensch standpunt in het geding bracht, hebben wij recht op nadere toelichting en verklaring. Wat is het Assensche standpunt? Wij weten alleen maar, dat deze Synode een'ge „Broederen met diep leedwezen" heeft uitgebannen, omdat zij sommige bijzonderheden uit het paradijsverhaal ,,disputabel stelden" en dat de Synode van dr. Geelkerken c.s. niet is gediend. Maar wij vernamen niet wat de Synode zelve aangaande deze bijzonderheden leert. Welnu, prof. Hepp heeft gelegenheid om ons dat „Assensch standpunt" nu eens precies te omschrijven. Wat leert deze Synode over het paradijsverhaal? Hoe moet dit volgens haar verstaan en geloofd worden? Wij hebben niet genoeg aan de veroordeeling van eenige „Broederen", maar de Synode had moeten uitspreken, wat zij zelve positief leert. Dit deed de Dordtsche Synode ook.
Ik hoor nu, dat ik mijlen ver van het Assensch standpunt afsta en begrijp, dat ik door deze Synode veroordeeld zou zijn. Daarom komt het mij voor, dat prof. Hepp zedelijk verplicht is ons mee te deelen de gronden, waarop dit oordeel berust.
Ik vernam, dat er op de Synode een geheim rapport was, waarin eene verklaring gegeven werd over het spreken der slang, die afweek van hetgeen ik later, na kennisname van de resultaten der zoogenaamde Völkerpsychologie, heb geschreven. Welnu, waarom is dit geheime rapport, met de exegese der Synode, waarop het vonnis over „de Broederen" rustte, niet gepubliceerd? Aan prof. Hepp de taak dit alles tot klaarheid te brengen. Ik zal het hem gemakkelijk maken door de beide punten, waarover licht noodig is, te formuleeren: 1°. Wat is het standpunt der Synode met betrekking tot de wording der Heilige Schrift, gegeven het hedendaagsche tot beschikking staande materiaal? 2°. Wat is volgens de Synode de eenig juiste exegese van 't paradijsverhaal? Als wij dit weten, zullen wij het Assensche standpunt kennen en kunnen beoordeelen of het inderdaad een standpunt is. Prof. Hepp heeft dan tevens de gelegenheid om niet slechts een „grootsche", maar ook een welgeslaagde poging te doen tot oplossing der gerezen en nog rijzende moeilijkheden.
H. VISSCHER.
Huis ter Heide, 21 Nov. 1927.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Prof. Hepp en ’t Paradijsprobleem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's