Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een rijke winst.
De beteekenis van de rijke winst, welke door de aanneming van het amendement-Bijleveld voor de gewetensbezwaarden tegen de inenting werd verkregen, moge op verzoek van enkele onzer lezers nog eenigszins worden verduidelijkt.
Allereerst de procedure, die moet worden gevolgd, om het bewijs van bezwaar tegen de vaccinatie in handen te krijgen, opdat de toegang tot de school worde geopend.
Deze procedure is zeer eenvoudig.
Het bedoelde bewijs wordt, wanneer het een meerderjarige betreft, door dezen zelf, en wanneer het een minderjarige geldt, door hem, die de ouderlijke macht heeft, of door den voogd, gevraagd aan den burgemeester van de woonplaats, door het indienen van een verzoek, dat gegrond moet zijn op gewetensbezwaren tegen de inenting. Dit verzoek moet de verklaring inhouden, dat de verzoeker op grond zijner godsdienstige overtuiging de inenting tegen de pokken niet geoorloofd acht. Is het stuk in orde bevonden, dan wordt de verzoeker uitgenoodigd voor den burgemeester te verschijnen, teneinde de waarheid zijner verklaring onder eede te bevestigen. Is dit geschied, d.w.z. is de eed afgelegd, dan wordt onverwijld het bewijs van bezwaar afgegeven. Dit bewijs geeft den onderwijzer, de onderwijzeres of den leerling, toegang tot de school.
Men ziet, dat alle omslachtigheid hier is vermeden geworden en de gewetensbezwaarde tegen de vaccinatie op eenvoudige wijze kan geholpen worden.
Voor dengene echter, die tegen de inenting geen gewetens-, maar wel gezondheidsbezwaren heeft, staat de zaak iets anders. Deze moet, om 't bewijs van toe­gang tot de school te verkrijgen, eene verklaring overleggen van twee geneeskundigen, van wie hij de een zelf kan kiezen, doch de andere de Inspecteur van de Volksgezondheid moet zijn, of een geneeskundige, door den Inspecteur aangewezen. De verklaring moet inhouden, dat de inenting tegen de pokken voor de .gezondheid van den persoon, ten wiens behoeve de verklaring wordt overgelegd, bijzonder gevaar is te duchten.
Aanvankelijk behoorde zulk eene verklaring ook door de gewetensbezwaarden bij den burgemeester te worden ingediend. Daartegen ging van de zijde der tegenstanders van den vaccinedwang in de Tweede Kamer het verzet. De voorwaarden, waaronder het bewijs van bezwaar tegen de inenting kon verkregen worden, waren toch belangrijk verzwaard. In de bestaande vaccinatiebepalingen wordt slechts een verklaring geëischt van twee geneeskundigen, zonder meer, terwijl voortaan de Inspecteur van de Volksgezondheid of een geneeskundige, door die autoriteit aan te wijzen, op het appèl zou komen.
De verdienste van het amendement-Bijleveld was, dat het die verzwaring uit de wet heeft geweerd. Van welke beteekenis het Antirevolutionaire amendement voor de gewetensbezwaarden tegen de inenting is, zal duidelijk blijken, als men overweegt, dat deze bezwaarden, als de wet in het Staatsblad komt, niet meer verplicht zullen zijn om het land af te reizen om twee geneeskundigen bereid te vinden, hun de benoodigde verklaring af te geven. Dit nu zal voortaan niet meer noodig zijn. De consciëntievrijiheid wordt in de wet verkregen.
Dat het afleggen van een eed, teneinde de waarheid te bevestigen, dat de verzoeker op grond zijner godsdienstige overtuiging de inenting tegen de pokken niet geoorloofd acht, een bezwaar zou kunnen opleveren, kan voor dengene, die in oprechtheid de vaccinatie als een consciëntiezaak gevoelt, geen bedenking hebben.
Maar ook in ander opzicht heeft de aanneming van het amendement-Bijleveld, gelijk ze plaats had, groote beteekenis..
De voorstanders van den inentingsdwang zullen niet eerder rusten met de wet in hun geest geredigeerd te krijgen, totdat de vrijheid, welke thans verkregen werd, weer aan banden zal zijn gelegd. Desnoods zullen zij alle pogingen in het werk stellen om de wet bij eindstemming verworpen te krijgen.
Reeds maakte men van dien kant een begin met nieuwe voorstellen in te dienen, waarbij meer aandacht wordt gevraagd voor de re-vaccinatie.
Daarom is het verblijdend, dat het amendement-Bijleveld met groote meerderheid van stemmen werd aangenomen. Niet minder dan de geheele rechterzijde — alle Roomsch Katholieken inbegrepen — met uitzondering van slechts één Chr. Historisch Kamerlid, verklaarde zich vóór het amendement. Dit geeft goeden moed, dat, wanneer in Mei de beraadslagingen over het wetsontwerp worden voortgezet, de eindstreep wordt gehaald in den geest, zooals de tegenstanders van den dwang de beslissing gaarne zullen zien vallen. Zal de wet werkelijk de vrijheid van consciëntie waarborgen, dan zal een goed stuk werk zijn verricht, waarvoor wij den Heere onzen God niet dankbaar genoeg kunnen zijn.

De Antirevolutionaire politiek is Christelijke politiek. (5)
Door de Antirevolutionaire Staatspartij wordt een christelijke politiek voorgestaan; in beginsel geldend voor alle landen en alle volkeren. Scheiding van Staat en godsdienst is daarbij contrabande. De Overheid, als Gods dienaresse, heeft aan de natuurlijke Godskennis niet genoeg, maar is gehouden aan Gods Woord als de bizondere openbaring Gods, zijnde ook voor het Staatkundig leven tot wet en regel, dewijl de Heere de Almachtige is, Wien wij én ons volk —ven alle volkeren der aarde — hebben te gehoorzamen.
Maar nu moeten we bekennen, dat het niet altijd even gemakkelijk is te weten wat Gods Woord eischt en gebiedt inzake de regeering des lands, waar zoo ontzaglijk veel dingen bij te pas komen voor de onderscheidene terreinen des levens.
Wat wèl aanstonds duidelijk is, dat is: dat de Heere onderscheidene terreinen heeft gesteld in het midden van het maatschappelijk leven. En de Overheid zal b.v. niet de taak van de ouders moeten en mogen overnemen om, ingrijpend in het huiselijk leven, kinderen op te voeden en te onderwijzen. Dat is oudertaak en ouderplicht — behoudens buitengewone gevallen, wanneer de ouders b.v. schuldig staan door wangedrag, nalatigheid enz. Maar regel moet zijn, naar Gods bestel: dat de ouders voor hun kinderen zorgen en de Overheid moet hier de vingers niet tusschen steken.
Zoo is daar ook de Kerk met eigen terrein, eigen roeping enz. Maar daarover straks nog wel iets meer. De Overheid rnoet dus voor haar taak en voor haar werk en voor haar terrein zich gebonden weten aan Gods Woord en regeeren en besturen naar de beginselen in de Heilige Schrift ons van Gods wege geopenbaard. Maar hoe zal nu de Overheid die beginselen voor de Staatkunde kennen en weten en onderscheiden? Dat is niet zoo héél gemakkelijk!
Want Gods Woord is geen handboek voor staatkunde; „geen verzameling van wetsbepalingen, maar de gewaarmerkte oorkonde van ééne machtige levensopenbaring, die een geschiedenis van eeuwen omvat en waar de ordinantiën Gods d.i. Zijn eeuwige en onveranderlijke beginselen wel in zijn, maar zooals het gouderts in de mijn". (Dr. Kuyper. Toelichting blz. 51).
Laat nu de Christ. Historische Unie, de H.G.S. of de S.G.P. dit eens tegenspreken! Gods Woord — met een geschiedenis van eeuwen! De Oud-Testamentische en de Nieuw-Testamentische bedeeling omvattend!
Ligt dat alles zóó maar pasklaar gereed voor ons, menschen van de 20ste eeuw, als we geroepen worden tot de regeering van Nederland, van Duitschland, van Indië? Durft iemand zeggen, dat Gods Woord een handboek voor staatkunde is? Dat de Heilige Schrift een verzameling van wetsbepalingen is, waarbij we bladzijde zooveel, of hoofdstuk zooveel, of artikel zooveel maar hebben op te slaan?
Niemand, van welke christelijke politieke partij ook, durft dat te beweren! Ook zelfs ds. Lingbeek niet!
En op welke wijze zal nu de Overheid te weten komen, welke die „eeuwige en onveranderlijke beginselen" zijn, die Gods Woord, in Oud-en Nieuw Testament ons voorlegt als zijnde voor onzen tijd?
Liberalist en socialist zijn spoedig klaar.
Gods Woord moet buiten beschouwing blijven. De politiek moet niet verknoeid worden met bijbelteksten. Niet de openbaring Gods, maar de menschelijke rede moeten we hebben — zegt Thorbecke, van Houten, Troelstra, Schaper, enz.
Rome is ook spoedig klaar (hoewel in deze lang zoo gemakkelijk niet als de liberalist en de socialist, die zeggen: Gods Woord er buiten!) Want Rome heeft een Orgaan: de Kerk weet het, de Paus weet het! En de Encycliek van den Stedehouder van Christus doet wonderen! De Paus immers is de eenige, de hoogste, de onfeilbare uitlegger! En de Overheid zal 't gewillig instrument zijn in de hand van de Kerk welke immers twee zwaarden ontving, om èn de Kerk èn den Staat te regeeren, zij 't dan, dat in den Staat de Overheid als dienaresse door de Kerk gebruikt wordt. De Kerk is dan de Zon, de Overheid is de maan, die alle licht van de zon (d.i. dus de Kerk) betrekt.
Ook zijn er, die meenen: de theocratie is de oplossing!
Maar de Antirevolutionairen zeggen: dat de Overheid Gods dienaresse is in het eigen werk, haar van den Almachtige toebetrouwd; en als Gods dienaresse is zij alleen en rechtstreeks Gode gehoorzaamheid verschuldigd, Die haar door middel van Zijn Woord den weg wil wijzen. En daarom moet de Overheid van alle landen, in het midden van alle natiën, onderzoeken wat Gods Woord haar voor het staatkundig leven komt openbaren.
Want 't zij in Nederland of waar ook, overal is de Overheid Gods dienaresse en overal is het recht Gods en de waarheid Gods het hoogste dewijl „wij, en ons volk en alle natiën der aarde Hem onderworpen zijn" (blz. 48 Toelichting van „Ons Program"). Overal zal men in hoogste instantie tot Gods eere hebben te leven en in Gods wegen hebben te wandelen, Gods wetten, als met de hoogste autoriteit bekleed zijnde, gehoorzaamheid bewijzend. Natuurlijk doet de Overheid dit niet overal. Overal is ook Gods Woord niet. Overal is niet die openbaring der Waarheid, welke wij hebben. Maar dat neemt niet weg, dat in abstracto en in beginsel overal elke Overheid en elke Macht recht en waardigheid niet ontleent aan zichzelf, maar aan God en naar 't hoogste, dat is naar goddelijk recht heeft te handelen en te wandelen. „Wij, en ons volk, en alle natiën der aarde zijn Hem onderworpen" (Dr. Kuyper). Het wezen der Overheid, de instelling van het staatsgezag als zoodanig, is van God en aan Gods wet, gebonden. Echter niet als theocratie. Want de eenige theocratie, die ooit geweest is, is na de kruisiging van Christus door de Joden verdwenen; en voor goed verdwenen toen Israël aan de verstrooiing is overgegeven en de Heere onder de Nieuwe Bedeeling Zijn voetstappen gezet heeft met majesteit en kracht onder de volkeren tot aan de uiterste einden der aarde.
Dat overal de Overheid als instelling Gods moet worden aangemerkt en overal aan Gods wet gebonden is, heeft dr. Kuyper zóó helder en klaar beschreven in De Gemeene Gratie Deel III blz. 55, dat in deze geen twijfel aan zijn opvatting in deze overblijft voor degenen die lezen kunnen — en lezen willen!
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's