Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Postgiro 138421.
Ja, waarlijk hoor, we zijn de laagvlakte door en we zijn weer aan 't klimmen. We zijn zelfs deze week weer een heel eindje geklommen. Vreemd toch, dat in zulke dingen het klimmen altijd gemakkelijker gaat dan het dalen.
Maar kom, laat ik eerst eens voldoen aan een verzoek dat tot mij gericht werd en dat ik, al was het alleen maar uit piëteit, niet weigeren mag. Vóór eenigen tijd overleed een onzer predikant-bondsleden. Ja, de dood gaat voort ook onder onze bondsleden zijn offers te eischen. Wat mensch leeft er, die den dood niet zien zal? Wie redt zijn ziel van 't graf? O, dat wij er allen maar meer bij leven mochten dat wij gasten en vreemdelingen op de aarde zijn, en dat wij het maar niet slechts belijden, maar ook beleven mochten, dat wij reizigers naar de eeuwigheid zijn. Welnu, vóór eenigen tijd overleed dan ds. H. van Elven, die nog maar betrekkelijk kort predikant was van Moercapelle. De dood kwam, gelijk voor zoovelen, ook voor hem in letterlijken zin als een dief in den nacht. Gelukkig dat hij een schat bezat, die hem zelfs door dezen dief niet ontroofd kon worden. Zijn heengaan, schoon winste voor hem zelf, was voor zijn gemeente en niet in het minst voor zijn vrouw en kinderen een smartelijk verlies. Zijn preek, die hij den eerstvolgenden rustdag hoopte uit te spreken lag, toen de dood hem overviel, reeds gereed. Het was een preek over de bekende stof van „Jozua den Hoogepriester". Nu was het zeker een goede gedachte om deze preek van haar ontslapen leeraar der gemeente van Moercapelle te doen voorlezen, hetgeen dan ook door een ouderling is geschied. Maar niet minder goed was de gedachte om deze predikatie over „Priesterlijke erbarming" ook in druk te geven, opdat zij voor velen niet slechts een herinnering aan den overledene, maar ook en veel meer nog een heenwijzing naar Gods rijke genade in Christus zou zijn, de eenige grond immers waarop een arm en in zichzelf verloren zondaar door God gerechtvaardigd wordt.
Aan het verzoek om ook in deze rubriek de aandacht van de lezers van „De Waarheidsvriend" daarop eens te vestigen, heb ik dan ook gaarne willen voldoen en ik hoop dat velen zich de kleine uitgave van 40 cent zullen getroosten om deze preek bij de Maassluissche Boekhandel en Drukkerij te bestellen. Zij zullen er waarlijk niet alleen zichzelven een dienst mee bewijzen, maar er ook door meewerken aan de toepassing van 't apostolische woord: draagt elkanders lasten en vervult alzoo de Wet van Christus.
Maar keeren we nu weer terug naar het terrein waarop we zijn aangewezen. Daar is wel niemand die mij dit kleine uitstapje dat in ieder geval niet ver van huis ging, kwalijk neemt. En als ik dan nu maar aanstonds u de plaatsen en personen mag gaan aanwijzen op wier hulp om wat hooger te komen mijn beroep van de vorige week niet te vergeefs is geweest, dan begin ik met
S u a w o u d e. Daar staat ds. Lans tegenwoordig, een man, die niet alleen de Zending onder de heidenen, maar ook onzen Bond een warm hart toedraagt en die „altijd thuis" is als het de dingen van het Godsrijk betreft. Ach het scheelt altijd zooveel hoe de predikant eener gemeente over onzen arbeid denkt. Daar zijn ook wel gemeenten waar een dominé staat die ons altijd verdacht maakt en die ons altijd zoo'n beetje voorstelt als  —  —  — nu ja, als van die halve Remonstranten, die God het werk uit de hand willen nemen. Zulke gemeenten — gij moet er maar eens op letten — daar komt in den regel niet veel vandaan. Maar dat is in Suawoude allerminst het geval. Dat is ook nu weer gebleken, want ds. Lans zond mij een bedrag van ƒ 24.—, waarvan ƒ 20.— van N.N. te Tietjerk ter gelegenheid van diens 25-jarig huwelijksfeest; ƒ 2.50 gevonden in de collecte bij een huwelijksbevestiging te Suawoude en ƒ 1.50 gevonden in de collecte bij een huwelijksbevestiging te Tietjerk. Dat was dus al geen kwaad begin. Verder kwam er uit
D e n  H a m een collecte, die men daar op Pinkster voor onze Fondsen gehouden had, maar die wij nog maar onder de Paaschcollecten zullen boeken, zijnde een bedrag van ƒ 33.37, afgezonden door den heer Johs. Kuiper aldaar.
D e n  H u l s t, afgezonden door den hr. J. Kragt aldaar een bedrag van ƒ 5.—, gecollecteerd in het lokaal „Rehoboth" tijdens het optreden van den heer Donkersgoed.
A m e r s f o o r t, van ds. K.J. van den Berg een gift van ƒ 2.50 van de familie M. aldaar.
G o u d r i a a n, van den heer E. de Graaf een nagift van de Paaschcollecte van ƒ 1.— van iemand, die met Paschen niet aanwezig was geweest.
D e l f t, van ds. T. Lekkerkerker ƒ2.50 uit de collecte bijzondere trouw op 30 Mei voor het Studiefonds.
P u t t e n, van ds. J. van Amstel ƒ 2.50 door hem ontvangen van mej. Renalda te Leeuwarden bij gelegenheid van de bevestiging van den heer P. Visser als Evangelist te Ureterp.
B I e i s w ij k, van ds. A. Dekker ƒ 1.— ; gift van den heer Kruik te Kralingen, voor het Studiefonds.
M ij n s h e e r e n l a n d, van den hr. Adr. de Jong aldaar een gift van ƒ25.— voor het Leerstoel-en Studiefonds.
Z e l h e m, van den heer J. Bolsenbroek aldaar een gift van ƒ 40.—, zijnde ƒ 20.— voor het Leerstoel- en ƒ 20.— voor het Studiefonds. Bovendien was er ook nog ƒ 20.-— bij voor den Gereformeerden Zendingsbond, die ik natuurlijk aan den Zendingsdirector in Den Haag heb overgemaakt.
R o t t e r d a m, van ds. M. van Grieken een bedrag van ƒ 48.50, zijnde giften van ƒ 2.50, ƒ 10.—, ƒ 10.— ƒ 1.—, ƒ 2.50 ƒ2.50 uit de gemeente; ƒ 10.— uit de catechisatiebus en ƒ 10.— uit het busje voor de cursusavonden.
En nu krijgen we nog lest best. Die beste wijn komt ditmaal weer uit
S c h o o n h o v e n, en moet ook nu weer in het vat van de vette letters. Hebben ze daar alweer een kerkcollecte gehouden? vraagt ge misschien. Neen, dat nu bepaald niet, maar die groote letters behoeven niet altijd te komen uit een groote kerk, zij kunnen ook komen uit een klein busje. Wat toch is het geval? Zaterdagavond kreeg ik uit Schoonhoven een briefje van den volgenden inhoud:
»WelEerwaarde Heer, Heden verzend ik per giro ƒ 100.— voor het Studiefonds, door mij verzameld met 't busje. Het was mijn voornemen wijlen den heer Fliehe hiermede te verblijden, hetgeen helaas niet zoo heeft mogen zijn. Nu naar de 2e honderd, hopende dat mijn „klanten" hiertoe krachtig zullen medewerken.
Met beleefde groeten.
Hoogachtend, Jo v.d. Pauw«.
Uit een klein busje is daar in Schoonhoven dus
HONDERD GULDEN
gerold, en dat door de ijverige en volhardende toewijding van mej. Jo v.d. Pauw. Persoonlijk ken ik haar niet, maar ik denk dat zij wel gesproten is uit de bekende familie van der Pauw, wier naam in het kerkelijk leven van Schoonhoven een goeden klank heeft en met eere genoemd mag worden. Zij heeft blijkbaar onzen vorigen Penningmeester ook nog niet vergeten. Zijn nagedachtenis blijkt ook altoos nog tot zegening te zijn en dat zal, denk ik, ook wel zoo blijven. Ook schijnt onze Jo niet de gedachte te hebben: Zie zoo, de honderd is vol en nu laat ik het er bij. Neen, zij wil de zaak op denzelfden voet voortzetten. Nu, dat vinden we prachtig. We hopen maar, dat zij niet alleen haar oude klanten zal houden maar dat zij er nog een heeleboel nieuwe bij zal krijgen. Wij bevelen haar busje bij de Schoonhovensche vrienden dringend aan. Misschien wil ze mij bij gelegenheid nog wel eens vertellen, welk nummer haar busje heeft. Immers de lijst van die busjes, die door onzen vorigen Penningmeester werden uitgezonden, zal ik natuurlijk wel onder de andere stukken in mijn bezit hebben, maar omdat ik nog niet alles in bijzonderheden kon nazien, trof ik die lijst nog niet aan. Misschien zijn er wel meerderen die mij eens willen berichten: mijn busje is no. zooveel. En misschien komt dan met het nummer ook de inhoud van zulke busjes wel mee. Al is het geen honderd gulden, vijftig of vijf en twintig is ook goed, en al zijn het geen guldens, desnoods zijn we met evenveel centen ook al tevree.
Maar nu zijn we dan ook weer aan 't einde gekomen. Nu, wat zegt ge er van? Heb ik geen mooien sprong gemaakt deze week? Een totaal bedrag van
f 285.37.
Laten allen zich overtuigd houden van mijn hartelijken dank.
De Penningmeester,
Veenendaal.
Ds. M. JONGEBREUR.

P.S. Nieuwe abonné's op „De Waarheidsvriend" van 23 Mei tot 6 Juni: Hilversum 1. Ureterp 1. Rotterdam 1. 's-Grevelduin-Capelle 1.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's