Vragenbus.
Vraag. Wordt ook aan de dooden, aan de geesten in de hel, het Evangelie gepredikt? Ik denk aan 1 Petrus 3 vers 19; 1 Petrus 4 vers 6; 2 Petrus 2 vers 5, enz.
Antwoord. De doorloopende onderwijzing van Gods Woord is, dat er een heden der genade is, dat het nu de dag der zaligheid is, maar dat na den dood geen weg der bekeering meer openstaat voor degenen die in hun ongeloof en zonde sterven. Wanneer we die doorloopende lijn, welke door geheel de Schrift gaat, zoowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, vasthouden, kan het onmogelijk, dat op één plaats der Schrift vierkant iets anders zou geleerd worden. De Schrift is ongebroken, is één en spreekt zich nooit tegen. Wel kan er een plaats gevonden worden, die wat zwaar is om te verstaan, maar die mag dan niet los van het geheel verklaard worden. En nu denken we aan 1 Petrus 3 vers 19: „In dewelke hij ook, heengegaan zijnde, den geesten die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft". En laten we er nu 1 Petrus 4 vers 6 maar dadelijk bijnemen; daar staat: „Want daartoe is ook den dooden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mensch in het vleesch, maar leven zouden naar God in den Geest". Gaan we nu Schrift met Schrift vergelijken en lezen we b.v. ook 2 Petrus 2 vers 5, dan vinden we daar: „en de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach den prediker der gerechtigheid zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddeloozen heeft gebracht".
Nu wordt het allicht wat duidelijker.
Petrus schrijft aan het adres ook van degenen die spottend zeggen: „Jezus komt toch niet; de wereld vergaat toch niet; alles blijft immers toch zooals het geweest is van overlang!" — Nemen we nu in z'n geheel wat Petrus dan schrijft, dan is het om de oude geschiedenis van den zondvloed tot voorbeeld te nemen en aan te toonen, dat de Heere in de dagen van Noach ook 120 jaar heeft laten prediken, dat de oordeelsdag aanstaande was en dat men toen óók zeide: 't komt toch niet! — maar dat die dag toen inderdaad gekomen is en dat nu degenen, die verloren zijn gegaan en in de hel zuchten, niet kunnen zeggen: „wij hebben 't niet geweten", want Jezus heeft door Zijn Geest, door middel van Noach, den prediker der gerechtigheid, hun het Evangelie verkondigd!
In den Geest is Jezus heengegaan tot de tijdgenooten van Noach — die nu zuchten in de hel. Aan degenen die nu in de hel zijn heeft Jezus dus het Evangelie verkondigd — in Noach's dagen — maar zij hebben zich niet bekeerd. Dat is de zin van 1 Petrus 3 vers 19. Hebr. 11 vers 7.
En zooals Hij in den Geest in Noach's dagen het Evangelie heeft verkondigd aan degenen die nu verloren zijn, terwijl Hij Noach met z'n achten heeft behouden in de ark op de wateren des toorns Gods — zóó predikt Jezus, die nu van ons weg is en zit aan de rechterhand Gods, door Zijnen Geest onder ons het Evangelie, om degenen die gelooven in den doop te beteekenen en te bevestigen, dat er een arke der behoudenis is, door Zijn bloed, om van den toorn Gods te worden bevrijd, gaande onder het oordeel door tot de verlossing.
Nog net precies als in Noach's dagen geschiedt nu; alleen toen was Jezus vóór Zijn komst op aarde door Zijn Geest predikend, nu is Hij na Zijn heengaan van deze aarde door Zijn Geest predikend. Toen de ark, nu de Doop. En die verloren gaan, zullen niet kunnen zeggen: „Ons is het Evangelie niet gepredikt". Jezus heeft door Zijn Geest Zijn Evangelie doen prediken, vroeger en nu.
Lees 1 Petrus 3 vers 18—22 nu nog maar eens in z'n geheel!
Opmerker.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's