Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze huidige Synodale Besturenorganisatie een belemmering voor de heerschappij van Christus.

Onder de huidige Synodale Besturenorganisatie is, met name in art. 11 (oud art. 9, en dus een voortzetting van de historie sinds 1816) sprake van de leer der Kerk. En die leer moet ook gehandhaafd worden, staat er. Verder is in de reglementen sprake van de belijdenis, waarop toezicht moet worden gehouden. (Regl. voor de Kerkeraden, art. 14, al. 3).
Men wil geen Kerk zonder belijdenis. Men wil die belijdenis gehandhaafd zien. Men wil toezicht houden op de belijdenis der gemeenteleden. Men wil aan de kerkelijke tucht onderworpen zien alle lidmaten, enz., ter zake van openbaren strijd met den geest en de beginselen van de belijdenis der Hervormde Kerk. (Regl. Opzicht en Tucht, art. 6). 
Maar — men wil den toets des Woords niet toelaten! En zoo is er een verbinding met het verleden in de historische belijdenis, die nooit is afgeschaft, maar er is tegelijk een stopzetten dezer dingen rakende de confessie; stilstand zonder beweging, onder vooruitgang en dus, feitelijk, is het er op aangelegd, dat de belijdenis zal versteenen, dat zij er liggen zal als een dood ding, opgeborgen in een reliquieënkastje. En dat is een symptoom van een behoud­zucht, die alles bij elkander wil houden: belijdenis en loochening van den Christus; bedoelende dat alles blijft zooals het is, zonder dat er ooit ernstig, met de Schrift in de hand, door de Kerk als Kerk over deze dingen zal worden gehandeld.
Men wil belijden en de belijdenis handhaven en daarin een belijdende Kerk zijn, maar tegelijk heerscht er een geest van kleingeloof, die de macht van het Woord, waar die nuttig en ordelijk werkt in de Kerk van Christus, betwijfelt. Men durft het in de Kerk met hét Woord niet wagen en men geeft zichzelf, door een ordelijk onderzoek onmogelijk te maken, een bewijs van armoede. Men durft en wil als Kerk de dingen, de dingen des geloofs en de zaken der belijdenis, ook der Christus-belijdenis zelfs, niet aanraken.
Waardoor men — en dat is een van de vreeselijke dingen voor 't kerkelijk leven  — alles ter behandeling en ter beslechting over geeft aan den partijgeest. Aan de Kerk zelve onttrekt men deze hoogst belangrijke dingen, omdat men het onder het Koningschap van Christus niet aandurft met Zijn Woord te erkennen als regel voor leer en leven maar tegelijk Iaat men het dan maar over aan eindeloozen en vruchteloozen twist der partijen, met de dommekracht der meerderheid, de helft plus één, als hoogste beslissing.
Dat zit 'm in de huidige Synodale Besturenorganisatie, 't Zit 'm niet in de Kerk als zoodanig; ook niet in de Hervormde Kerk als zoodanig, maar 't zit 'm in de organisatie. En daarom moet, om de Kerk te redden, de huidige Synodale Organisatie worden vervangen door eene, die aan het Woord van God, zooals onze Hervormde Kerk altijd duidelijk verklaard heeft dat Woord te verstaan, vrijheid geeft in de regeering der Kerk, die toch de heerschappij van den Heere Jezus Christus heeft te erkennen en willig te aanvaarden.
Het Woord Gods moet weer tot eere komen in het midden van de Hervormde Kerk. Want Christus, haar Hoofd, wil haar door dat Woord regeeren. Ja, Hij wil haar door Zijn Geest leeren en leiden. Maar niet alleen door Zijn Geest, óók door Zijn Woord. En als goede Protestanten durven we het aan te zeggen, dat de geest, die weigert in het Woord Gods zijn uiting en verklaring te hebben, niet de Heilige Geest, niet de Geest van Christus is.
Christus, Zijn Geest, Zijn Woord — en onze Hervormde Kerk hooren bij elkaar. En nu is er geen royaal erkennen van Zijn Koningschap; geen eerlijk belijden: Eén is onze Meester. Om zich dan willig te voegen naar 's Heeren Woord, gehoorzaam te vragen naar Zijn wil en wet en waarheid.
We willen het onder de huidige Synodale Besturenorganisatie zelf prutsen en daarbij dan het oude, wat de leer, wat de belijdenis der Kerk betreft, bewaren en het ook telkens noemen, maar het dan overigens zóó behandelen dat belijden en niet-belijden gelijke rechten heeft, met uitschakeling van de medezeggenschap van het Woord Gods.
En dan is natuurlijk Christus geen Koning, die heerschappij voert. Dan is Zijn Woord van kracht beroofd. Dan is alles overgelaten aan velerlei geesten, die zonder controle en zonder tucht, zonder waarheid en klaarheid, de Kerk maken tot een Koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is.
In de reglementen onzer Hervormde Kerk komt, bij de besturing der Kerk in den weg van de ambten en de kerkelijke vergaderingen, het Woord Gods niet tot zijn recht. Dat is de zonde onzer Kerk. Christus wil regeeren door Zijn Woord, maar men wil het Hem niet toelaten.
Christus wil regeeren door de ambten, maar men knecht de ambtsdragers, dat zij niet vrij kunnen gaan en staan als dienaren van Christus, gehoorzamende Zijn Woord. Omdat we nu de heerschappij van Christus wenschen in onze Kerk, wenschen we een ruime plaats in ons kerkelijk leven voor het Woord Gods. En om Christus' wil èn om des Woords wil vragen we een ruime plaats voor de ambten. En we vragen om de vergaderingen, waarin de Kerken, plaatselijk, classicaal, provinciaal en nationaal, in Kerkeraad, Classicale Vergadering, Provinciale Synode en Nationale Synode kunnen samenkomen, om door de ambtsdragers, naar uitwijzen van Gods Woord, onder heerschappij van Christus, haar eigen zaken zoo goed mogelijk te regelen en te onderhouden, tot welzijn van de Kerk en tot zegen voor het volk, tot eere Gods en tot eere van Jezus Christus.

De Nederlandsche Hervormde Kerk moet worden een namaak van de Roomsche Kerk.
De wind is in de zeilen voor degenen, die zeggen: „van de Ned. Hervormde Kerk wil men maken een namaak — en wel een zeer slechte — van de Roomsche Kerk". (De President der Synode, 27 Juli 1903). Velen, die dan griezelen. Velen die dan zeggen: dat nooit! En men komt aandragen met „de Synode van Assen", om te bewijzen, dat het werkelijk waar is, dat men zóó de Hervormde Kerk óók wil maken. Men wil immers eischen — zegt men — dat ieder precies hetzelfde gelooft, woordelijk hetzelfde. En ieder, die ook maar in 't minste afwijkt van termen en formules moet er uit; onverbiddelijk: er uit! ..... Net als in de Roomsche Kerk! .....  't Is om te griezelen. En we horen er velen zeggen: dat nooit! 
Wat is nu echter van heel dit verhaal waar?
De Kerk moet Christus belijden. AIs de Hervormde Kerk, als Kerk, dat niet doet, dan mist zij haar doel; dan is zij haar roeping ontrouw.  't Is geen vereeniging tot nut van dot of van dat, 't is een Kerk, 't is een openbaring van het lichaam van Christus, waarvan Hij het Hoofd is en waar Zijn Woord wet moet wezen, een lamp voor den voet.
't Gaat er om, dat onze Hervormde Kerk door Jezus Christus geregeerd zal worden; dat het Woord Gods als regel voor leer en leven zal worden erkend; dat de Kerkeraden op den bodem der belijdenis onzer Kerk zullen staan, overeenkomstig het Formulier ter bevestiging van leeraren en van ouderlingen; om dan, in verband met de meerdere vergaderingen onzer plaatselijke Kerken, de broederlijke tucht der liefde in de gemeente te handhaven, opdat allen, die tot de Kerk behooren, in de belijdenis van den Christus, naar uitwijzen van de Schrift, zullen blijven, en de Kerk bij de Christusbelijdenis zal bewaard worden.
Laat men dat als christen, als protestantsch-christen, als zonen en dochteren der Reformatie, eens onder de oogen zien en als eerlijke menschen bekennen, of dat ,,Roomsch" is of Protestantsch: dat de Kerk als Kerk bij de belijdenis van den Christus, bij de belijdenis van Gods Woord blijft en waakt tegen allerlei leugen en laster, om de leden der Kerk bij die belijdenis te houden en zelve, als Kerk, als een getrouwe getuige van haar Heere en Koning uit te komen.
Is dat Roomsch?
Ons dunkt, die als goede Protestanten in het ambt staan en hun positie ontleenen aan het Hoofd der Kerk, Jezus Christus, onderschrijvende wat staat in Efeze 4 vers 11: „En dezelve (n.I. Christus) heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leeraars, tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing van het lichaam van Christus", zullen het moeten bekennen, dat het waken over de kudde en het volharden in de leer der Apostelen, tegensprekers terechtwijzende en overtreders straffende, niet            ,,Roomsch" te noemen is, maar bijbelsch-protestantsch. Wie „Kerk" zegt, protestant zijnde, zegt „Christus". 
En wie in die Christelijke Kerk leeft en zich beweegt, kennende het Hoofd der Kerk, wil ook luisteren naar Hem, wanneer Hij zegt, dat het geen geestelijke vrijbuiterij in de Kerk mag zijn, maar dat alles eerlijk en met orde moet geschieden, waarbij óók behoort, dat ten slotte allerlei bij de opzieners der gemeente komt om behandeld te worden; desnoods ; — desnoods — tot het  e i n d e  toe behandeld moet worden. (Matth. 18 vers 17). Dit moet men als  z o o d a n i g  niet „Roomsch" noemen. i Dit is inderdaad, in aard en wezen, geheel Schriftuurlijk, christelijk, protestantsch. Nooit heeft de Kerk der Reformatie, in wezen anders geleerd. En dat moet men nu ook niet wild weg verwerpen en uit de hoogte verachtelijk noemen: „Roomsch"!
Als goede Protestanten, als Christenen moeten we ons, ten opzichte van de Kerk ook wat betreft de Hervormde Kerk, met elkaar bezinnen en eerlijk leeren bekennen, dat de Hervormde Kerk niet allerlei wind van leer kan en mag dulden; 't mag geen koninkrijk zijn, dat tegen zichzelf verdeeld is; 't mag niet bestaan, dat zij de Christusbelijdenis en de loochening van den Christus der Schriften naast elkaar duldt en als een G a l l i o zich „niets van deze dingen aantrekt". Een goed Protestant maakt zich van deze hoogste en heiligste en heerlijkste dingen zóó niet af! Ze zijn hem te lief!
Dáárvoor hebben we niet de vrijheid gekregen van den Heere, dat we deze, tot bandeloosheid zouden ontheiligen, in laffe besluiteloosheid onze dagen doorbrengend. Dat mag ook onze Hervormde Kerk, als Kerk, niet blijven doen.

Alles belijden is niets belijden
Ook de niet-geloovige wereld voelt het aan, dat een Kerk, zijnde een vergadering van menschen die met elkaar leven, omdat zij zeggen saam iets te gelooven en iets te belijden — zichzelf verzwakt, zichzelf vermoordt, wanneer zij aan elke overtuiging, aan elke belijdenis en aan elke ontkenning, gelijke bevoegdheid in haar midden laat. Want dan belijdt zij  n i e t s.
En een niets-belijdende Kerk, die zoogenaamd zóó ruim is, dat zij alles belijdt, wordt door den Heere aan zichzelf overgelaten en ten prooi gegeven aan de vijanden. Dat was onder het Oude Verbond zoo. Dat is ook, ja zeker! nu, onder het Nieuwe Testament zoo. Klaarder schijnt het licht nu. De Heere gaf ons Zijn Waarheid te kennen, heerlijker dan te voren.
De Kerk die nu n i e t s  belijdt, omdat zij alles duldt, is ontrouw, en zal plichtvergeten, eervergeten, krachteloos in elkaar zakken. Noch de wereld heeft er iets aan, noch degenen die in haar midden wonen. 't Is een gids die niet leidt, een lamp die niet schijnt, een mond die niet spreekt. Op deze petra — zal Ik mijn gemeente bouwen, heeft de Heiland gezegd.
Als nu het fundament, de Christusbelijdenis ontbreekt? 
Weest mijne getuigen — zegt de Heiland. Als nu het getuigenis ontbreekt?
De belijdenis en de loochening van den Christus, die de Kerk belijdt, kan en. mag niet saam in de Kerk inwonen. Met die twee aangezichten heeft de Kerk van Christus haar gelaat veranderd en alles belijdend, belijdt zij niets.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's