Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde Geloofsleer.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde Geloofsleer.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

39. Vraag: In welken tijd valt de ontwikkeling van de Roomsche Kerkleer en welke mannen treden daarbij op den voorgrond?
Antwoord: De Roomsche Kerk, met de nieuwe bron der traditie, heeft haar Kerkleer tot ontwikkeling gebracht gedurende de Middeleeuwen tot op het Concilie van Trente (1545 —1563). Na dien tijd zijn er aan haar leersysteem nog enkele dingen toegevoegd als o.a. de onbevlekte ontvangenis van Maria (1854) en de onfeilbaarheid van den Paus (op het Vaticaansch Concilie van 1870). Men is nu bezig aan het leerstuk van de lichamelijke hemelvaart van Maria.
Als Roomsche dogmatici kunnen genoemd worden: Anselmus van Canterbury (gest. 1109), met zijn boek ,,Cur Deus homo?"; Petrus Abaelardus (gestorven 1142); Petrus Lombardus; Thomas van Aquino (gest. 1274), de grootste denker der Middeleeuwen, (zijn boek: „Summa totius Theologiae") Johannes Duns Scotus (schrijftleer in den trant van Aristoteles, 322 vóór Christus, zijn boek: Quaestiones)
Verder zijn namen te noemen als: Bernard van Clairveaux (gest. 1153), bekend als mystiek godgeleerde, met zijn stelling „tantum Deus cognoscitur quantum deligitur", d.i. „men kent God in die mate, waarin men Hem liefheeft"; Hugo van St. Victor, Ruysbroeck, Suso, Tauter, Thomas a Kempis (gest. 1471), schrijver van „de Navolging van Christus".
Wicleff, Huss, Wessel Gansfort e.a. gingen bij hun dogmatisch onderwijs uit van de Heilige Schrift en gingen daardoor in menig opzicht tegen de leeringen van de Roomsche Kerk in. Het verschillend uitgangspunt en de onderscheiden methode zou hier ten slotte tot een geheel tegenovergesteld resultaat leiden, hetwelk in de Reformatie tot openbaring zou komen: Schrift tegenover traditie.
40. Vraag: Welke methode volgen de beoefenaars van de leer der Kerk in de Middeleeuwen?
Antwoord: De beoefening der geloofsleer (Kerkleer) werd in de Middeleeuwen beheerscht door de methode van den Griekschen wijsgeer Aristoteles (322 vóór Chr.) en is bekend onder den naam van Scholastiek. Men wilde de leerstukken zoo logisch mogelijk bespreken, in onderdeelen onderscheiden, als geheel opbouwen en verdedigen en handhaven tegenover allerlei bezwaren, die ingebracht werden. Men legde er zich op toe de begrippen zoo fijn mogelijk te bepalen, te splitsen en te construeeren tot een sluitend geheel. Zoodoende werden de leerstukken of dogma's (dogma van 't Grieksche werkwoord dokeo = meenen, schijnen, gelooven; dogma is dan een kerkelijk leerbegrip) wel van alle zijden bezien en grondige studiën werden bevorderd, maar toch ging bij al dat spitsvondig geredeneer de eenvoud en de diepte der Schriftuurlijke waarheid te veel verloren. (Johannes Duns Scotus: Quaestiones). Reactie in de Mystiek.
41. Vraag: Welke twee richtingen onderscheiden we in de Scholastiek?
Antwoord: In de Scholastiek (methode van Aristoteles), worden inzonderheid twee richtingen onderscheiden: het realisme en het nominalisme. Het realisme, van de realiteit der dingen uitgaande op geloovig standpunt (realia), begon met het gelooven en wilde door gelooven tot weten komen. De aangenomen waarheid moest zoo diep mogelijk doorzocht worden, om er zoo diep mogelijk in te kunnen doordringen en in te zien. Het nominalisme, tot twijfelen geneigd, stelde dezen regel: het verstaan gaat aan het geloof vooraf; door weten tot gelooven. Het zocht langs den weg van redeneering het dogma vast te stellen en een naam te geven, met omschrijving. Beroemde realist was Anselmus van Canterbury (1109); (zijn boek: „Cur Deus homo?"); van de nominalisten is het meest vermaard Petrus Abaelardus (1142) (zijn boek: „Theologia Christiana").
De grootste aller Scholastici is: Thomas van Aquino (realist) de diepste denker der Middeleeuwen. (1274). Het nominalisme wint steeds meer veld. (Petrus d'Ailly en Johannes Gerson waren nominalisten; Wicleff en Huss realisten).
42. Vraag: Wat is naast en tegenover de Scholastiek in de Middeleeuwen opgekomen als een geheel andersoortige richting bij de beoefening der geloofsleer?
Antwoord: Nevens de Scholastiek ging de Mystiek haar eigen gang. Zij zocht in de Kerkleer meer aan te wijzen en uit te werken wat voedsel voor het hart kon zijn. Voor de Mystiek was dat méér waard dan wat antwoord gaf op allerlei vragen, geboren uit de spitsvondigheid van het menschelijk vernuft.
De Mystiek verviel hierbij niet zelden in een wondere spitsvondigheid bij het ontleden van de geestelijke dingen, en ging daardoor niet zelden aan dezelfde fout mank die de Scholastiek met haar verstandelijke ontleding der stukken zooveel schade heeft berokkend; zoogenaamd diep doordringen tot de dingen en daardoor de dingen dood maken, door de oneindig vele onderscheidingen en de nimmer ophoudende ontledingen; de een verstandelijk (scholastiek), de ander geestelijk (mystiek)
Groot als mystiek godgeleerde, gelijk in ieder ander opzicht, was Bernard van Clairveaux (1153), met zijn stelling: „men kent God in die mate, waarin men Hem liefheeft". Verder de mystici Ruysbroeck, Suso, Tauler, Thomas a Kempis (1471) schrijver van „de Navolging van Christus".

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Gereformeerde Geloofsleer.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's