Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Spreekbeurten.
Onze Spreekbeurten. Hier en daar worden weer spreekbeurten gehouden in het belang van onzen Gereformeerden Bond en de Fondsen. Hoe meer, hoe liever!
Maar mogen wij er nog eens op wijzen, dat de spreekbeurten bedoeld zijn om doel en streven van den Gereformeerden Bond nader bekend te maken in dë verschillende gemeenten van ons vaderland en belangstelling en liefde voor den Gereformeerden Bond te wekken? Ook om onze Fondsen nader en beter bekend te maken! Om ook te trachten, dat het aantal abonné's van „De Waarheidsvriend" nog meer mag worden uitgebreid!
Het is bij zoo'n spreekbeurt zoo'n mooie gelegenheid om de menschen eens in te lichten inzake het Gereformeerd Protestantisme, inzake de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk hier te lande, inzake de geschiedenis ook van de laatste honderd jaar, inzake de toestanden waaronder wij nu leven. En dan, om op te wekken lid van den Gereformeerden. Bond te worden en onzen arbeid te steunen waar 't maar mogelijk is.
Het werk van den Gereformeerden Bond is gelukkig niet ijdel. Het is een klaar bewijs, dat wat er ook in en aan onze Hervormde Kerk ontbreekt, de vrienden der Waarheid nog groot in aantal zijn, de liefde voor de Kerk nog niet is uitgedoofd. Bewijs ook, dat de Heere onze Hervormde Kerk nog niet verlaten heeft. En als Hij er nog is met Zijn Woord en Geest, om er Zijn volk en Waarheid nog te bewaren, dan mag ons dat tot bemoediging zijn om voort te varen. En het is onze dure roeping dan te doen wat onze hand vindt om te doen.
Men weet, dat er tal van geschriften zijn, waardoor men zich met een weinig moeite kan oriënteeren, als men althans belang in de dingen stelt. We noemen allereerst ons Bondsblad „De Waarheidsvriend". Dan zijn er de brochures: „Ons Kerkelijk Standpunt" en „Het Kerkelijk Vraagstuk" van ds. M. Jongebreur; „De hand niet afgetrokken" van ds. J. Goslinga; „Onze Kerkbeschouwing" van ds. M. Jongebreur; „Een honderdjarige", „Geref. niet Volkskerk" en ,,De Ned. Hervormde Kerk" van ds. M. van Grieken. Dan kan men eens lezen: „De Gereformeerde Bond en de Confessioneele Vereeniging" van ds. Lingbeek. Ook „De Ethischen en de Kerk" van dr. Beerens; God en mijin recht" van prof. dr. H. Visscher; „De Confessioneele richting" van dr. P.J. Kromsigt; „Afbreken en Opbouwen" door ds. J.J. Knap; „Waarom Confessioneel? van ds. Eringa; „Het recht der Vrijzinnigen" pro èn contra prof. Eerdmans en prof. Slotemaker de Bruine; „Ons recht en onze plicht" van dr. C.J. Niemeijer; „De Ned. Hervormde Kerk" van dr. H.H. Barger; „Staat en Kerk'.' van dr. J. Severijn; „Onze verhouding tot de partijen" van dr. P.J. Kromsigt, enz. enz.
Laten de voorgangers eens moeite doen om zich veelzijdig op de hoogte te stellen. Laten Vrijzinnige, Ethische, Confessioneele stemmen eens worden beluisterd. Laat men de lectuur uit eigen kring eens verwerken. Laat men eens moeite doen om, ieder voor zich, één goed bewerkte lezing te geven, elken wintertijd weer eens 'n ander woord; zonder twijfel zal het onzen Bond en onze Fondsen en ons wekelijksch Orgaan ten goede komen. Het zal tot grooten zegen kunnen zijn voor de Ned. Hervormde (Geref.) Kerk. En daarom is het de moeite van goede voorbereiding voor een sympathieke lezing over onzen Gereformeerden Bond zeker wel waard! De Heere schenke ook in deze zaak ons wat we noodig hebben tot eere Zijns Naams en tot heil voor Kerk en Volk!

Ziekelijk?
Onlangs stond in het voorname en deftige „Weekblad voor Christendom en Cultuur", dat wij altijd met veel aandacht lezen, een eigenaardige advertentie op een voorname plaats in dat ethische blad, Er stond in, dat iemand, met vrouw en één kind, verandering van werkkring Zocht. De vrouw was buitengewoon geschikt voor Evangelisatiewerk enz. Een werkkring in Nederland, ook in België, was welkom. Hierin ligt niets, dat ons aanleiding zou geven om hier van die voornaam geplaatste advertentie melding te maken. Maar zit het vergif niet soms in de staart?
Er stond n.l. aan 't eind, dat het werken voor die menschen in de plaats hunner inwoning onmogelijk gemaakt werd door „een ziekelijke afdeeling van den Gereformeerden Bond".
Aangezien wij óók belang stellen in den Gereformeerden Bond, óók zelfs in de afdeelingen van den Gereformeerden Bond, en vooral wanneer men ergens „ziekelijk" is, zouden we gaarne willen weten waar die bewuste afdeeling van den Gereformeerden Bond gevonden wordt. Zou de Redactie of de Administratie van het „Weekblad voor Christendom en Cultuur" ons misschien aan het adres kunnen helpen? Zoo ja — dan willen wij gaarne een onderzoek instellen en komen er dan nog wel eens op terug. Den Gereformeerden Bond wordt toch op deze manier wel een beetje „een veeg uit de pan" gegeven door 't ethisch Weekblad. En daarom zouden we gaarne er iets meer van weten.

Vrijzinnige wraakoefeningen.
Uit onderscheidene plaatsen van ons goede Vaderland komen telkens berichten, dat de Vrijzinnig-Hervormden er niet afkeerig van zijn om wraak te oefenen, wanneer het in de kerkelijke gemeente niet naar hun zin gaat. Van de oneerlijke practijken van liberalen op schoolgebied, wanneer een ondergeschikte, een melkboer of bakker, zijn kinderen naar de Christelijke School wilde zenden, hebben we allen vanouds gehoord. Maar in het midden van de kerkelijke gemeente zijn de wraaknemingen ook alom berucht geworden. Wie herinnert zich niet hetgeen geschiedde in Roosendaal (N.-Br.), toen daar een rechtzinnige predikant kwam? Nu is intusschen kerkeraad en kerkvoogdij óf geheel óf bijna geheel orthodox, ten spijt van de plagerijen der Modernen! In Boskoop durven de Vrijzinnigen het niet aan de vrouwen toe te laten tot de stembus bij de verkiezing van notabelen, uit vrees voor een overwinning van de Orthodoxen. Echt vrijzinnig. Wat ds. Pijnacker Hordijk zou kunnen vertellen uit 't hooge Noorden, is fabelachtig. Akkrum, waar de menschen, die de deur van de kerk niet weten te vinden, aan de Vrijzinnigen de overwinning hebben bezorgd (óók eervol!), staat nu voor de deur. En de laatste dagen doen de fameuze berichten van terreur uit Zuidwolde (Dr.) de rondte in de pers. Daar tyranniseert de vrijzinnige kerkeraad (echt vrijzinnig!) den rechtzinnigen predikant ds. Van Dijk, zóó schandelijk, dat het Classicaal Bestuur van Meppel (twee vrijzinnige leden incluis) den vrijzinnigen kerkeraad provisioneel heeft moeten schorsen. Het Classicaal Bestuur, dat ter plaatse een geheelen dag de zaken te Zuidwolde heeft onderzocht, verklaart dat de verhouding zóó gespannen is, dat er „gevaar bestond voor nóg grootere moeilijkheden en meerdere dwaze besluiten".
Het zijn wel verachtelijke practijken, die de Vrijzinnigen er op na houden!
En Rijswijk (Z.-H.) gaat een tweeden dominé beroepen, weer een modern predikant, wat ook weer een terreur is, zij 't van ander soort. O, heerlijk woord  vrijzinnig! Maar wat is de practijk gruwelijk onvrijzinnig!

Ethisch.
Dat is nog altijd niet heel duidelijk, wat met Ethisch bedoeld wordt. Dr. Berkelbach v.d. Sprenkel, van Rotterdam, had, na een uitlating uit de kerkelijke wereld van Den Haag (daar schijnt de lucht niet heel zuiver te zijn tegenwoordig) in de N. Rott. Crt. geschreven, dat hij zich zooveel mogelijk buiten elke partij-organisatie in de Kerk gehouden heeft, „ook buiten de Ethische". En zoodra is hier dat woord „Ethisch" genoemd, of prof. Brouwer schrijft in het „Algem. Weekblad voor Christendom en Cultuur", dat de „Vereeniging tot versterking van het Ethisch beginsel" geen partij-organisatie is. Dr. Berkelbach, zelf „Ethisch", scheen dit dus niet te weten; dacht althans, blijkens zijn schrijven, dat er wel een ,,Ethische partij-organisatie" is. Hierdoor worden de dingen dus niet bepaald duidelijker.
Prof. Brouwer gaat nog al ver, en zegt niet minder dan het volgende: „Zoodra zij dit wordt, zal ik mij van de ledenlijst laten schrappen". Hij zegt: „Een partij heeft een program van actie. Een partij stelt zich ten doel bepaalde concrete doeleinden in de Kerk te bereiken. De „Ethische Vereeniging" doet dat niet. Zij wil versterking van 't Ethisch beginsel bevorderen".
Heel duidelijk is dat nog niet. Want de Confessioneele Vereeniging wil versterking van het Confessioneel beginsel bevorderen. De Gereformeerde Bond wil versterking van het Gereformeerd beginsel bevorderen. De Evangelische Vereeniging wil versterking van het Evangelisch beginsel bevorderen, enz. enz.
De „Ethische Vereeniging" mag van andere Vereenigingen geen oogenblik iets anders veronderstellen. En dus komt 't juist aan op dat „Ethisch beginsel"; Wat is dat?
Prof. Brouwer zegt: „Dit Ethisch beginsel onderscheidt zich van andere beginselen daardoor, dat het nadruk legt op het innerlijk geestelijk leven in de Kerk en dit het best meent te kunnen bevorderen door eerlijk het goede in de verschillende richtingen en partijen te erkennen en zoo mogelijk tot erkenning te brengen". Heel duidelijk is het nóg niet. Want zou de Gereformeerde Bond niet bedoelen „nadruk te leggen op het innerlijk geestelijk leven in de Kerk"?
We kunnen haast niet denken, dat prof. Brouwer dit zal ontkennen.
Gereformeerd is te prediken: „Wat is uw eenige troost beide voor leven en sterven?" En Calvijn's wapen was: een brandend hart op uitgestoken hand, met randschrift: Eere den Heere. En zouden de Gereformeerden niet willen erkennen het goede in de verschillende richtingen? Waarom niet, als 't goed is?
Maar wat noemt gij „goed"? Waar is uw rechter, waar uw richtsnoer, waar uw lust en uw leven, des daags en des nachts? Leeft Oud- en Nieuw-Testament ons niet, dat in God Zelf ons hoogste goed en ons eeuwig leven moet liggen; in God, door Christus; in God, door den H. Geest; in God, naar Zijn Woord.
Wat is toch „Ethisch"? Is de lijfspreuk: „niet de leer, maar de Heer"? Is het beginsel: geen belijdenis maar 't leven? Welk leven dan? Welke Heer dan? Waarom geen leer, waarom geen belijdenis? Of, zoo het toch ook weer een leer en een belijdenis moet worden, waarom dan een andere belijdenis dan de Gereformeerde?
We vragen maar — omdat het ons nog niet zoo heel duidelijk is.
Als het ons saam gaat om het „innerlijk geestelijk leven in de Kerk", waarom dan zoo onderscheiden in de leer?
Wat is toch de oorzaak? Kan de Heilige Schrift ons misschien ook terecht helpen?
Of is misschien „de geloofservaring der gemeente" de bron en basis, om dan te geven als „leer": „de uiteenzetting van hetgeen de Gemeente gelooft op grond van hare religieuse ervaring"? Dan moet ook gepredikt worden, niet, naar het Woord van den Heiland „het Evangelie", maar het ervarings-geloof van den christen die als „de bekeerde mensch" dan autoritair komt te staan boven de Heilige Schrift, om er als „bekeerd mensch" over te heerschen met „zijn geloof". De eenmaal gegeven Schrift als het Woord Gods, wordt dan overvleugeld en op zij gezet door de telkens variëerende geloofservaring van den wedergeboren mensch, die veel geestelijker geacht wordt dan het Woord Gods, dan de Bijbel zelf.

Gereformeerd.
Gereformeerd is, volgens Calvijn, dat „niemand zelfs den geringsten smaak der rechte en gezonde leer bekomen kan zonder te luisteren naar Gods Woord. Door eerbiedig te omhelzen wat God in Zijn Woord van Zichzelven getuigt, komen wij tot de ware kennis".
En zoo is voor den Gereformeerde één van de meest fundamenteele leerstukken, dat alleen de H. Schrift — welke de Heilige Geest verklaart en verzegelt aan het harte van Gods kinderen en aanlegt aan de gewetens van allen die haar hooren of lezen — de kenbron der waarheid en regel voor leer en leven mag zijn. Zóó krijgt ons Christelijk geloof een objectieven grond in de H. Schnift, waarvan Christus de hoofdinhoud is en waarvan de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten. De geesten — welke ook — moeten dan ook aan de H. Schrift getoetst worden, want er zijn ook geesten die niet uit God zijn, maar de H. Geest getuigt naar en uit en door Gods Woord en bevestigt nooit anders, dan dat Gods Woord waarachtig is. De meest geestelijke menschen zijn het meest Schriftuurlijk in hun leven en in hun leer, in hun gelooven en in hun belijden. Psalm 119 vers 105: „Uw Woord is een lamp voor mijnen voet en een licht Voor mijn pad". 2 Tim. 3 vers 5: „En dat gij van kinds af de Heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is".

Nooit van gehoord?
Ds. Van Wijhe, modern predikant van Nieuwveen, hoofdredacteur van het Vrijz. Weekblad ,,Kerk en Volk", heeft nog nooit z'n beroepsbrief gelezen. Want hij beschuldigt ons de Reglementen der Ned, Hervormde Kerk opzettelijk te vervalschen, als wij schrijven, dat een predikant der Ned. Hervormde Kerk het Evangelie van Jezus Christus overeenkomstig Gods Heilig Woord heeft te prediken. Wij mogen dat niet schrijven, zegt hij, want dat staat nergens in de Reglementen.
Ds. Van Wijhe zou wel willen, dat hij gelijk had en wij in het ongelijk konden worden gesteld. Niet om zijn persoon allereerst, maar om de zaak. De Vrijzinnigen zouden dan kunnen zeggen: ziet ge wel, dat wij, Vrijzinnigen, vrij zijn om het Evangelie te brengen zooals wij het willen!
Doch het is zoo klaar als glas, dat ds. Van Wijhe c.s. zich wijs maken dat zij vrij zijn in de Ned Hervormde Kerk een Evangelie te brengen zooals zij, Vrijzinnigen, dat construëeren. De werkelijkheid is anders. Laat ieder van de Vrijzinnige dominé's z'n beroepsbrief — met eigen hand onderteekend! — maar eens nalezen.
Daar staat niets meer en niets minder dan „overeenkomstig Gods Heilig Woord". En dat is in ons goede Vaderland in het midden van de Ned. Hervormde Kerk nog altijd „overeenkomstig de H. Schrift".
De leer en het voorbeeld, bestuur en opzicht en alles wat een herder en leeraar te doen heeft, wordt vastgemaakt aan die woorden, die er onmiddellijk op volgen „overeenkomstig Gods Heilig Woord". Inzonderheid het verkondigen van het Evangelie en het bedienen van den H. Doop en van het H. Avondmaal, het vertroosten der kranken, het onderwijzen der jeugd, enz. enz. is onlosmakelijk vastgekoppeld aan die woorden „overeenkomstig Gods Heilig Woord". En Bijbel en liturgie, formulier en lied, alles, alles in onze Ned. Hervormde Kerk zeggen, dat de Vrijzinnigen met hun Evangelie geen recht hebben in het midden van de Ned. Hervormde Kerk.
Alles concentreert zich gelukkig in onze Ned. Hervormde Kerk rondom den Christus der Schriften, rondom Zijn wondere geboorte, Zijn goddelijke boodschap, Zijn lijden en sterven, Zijn opstanding uit den dood, Zijn hemelvaart, Zijn zitten aan de rechterhand des Vaders, Zijn wederkomst ten oordeel. 
En nu gaan de Vrijzinnigen daar rechtdraads tegen in.
Duizenden en duizenden binnen en buiten onze Ned. Hervormde Kerk, duizenden en duizenden, binnen en buiten de grenzen van ons Vaderland zijn het met ons eens, dat er in deze, in geest en hoofdzaak, een principieel en beslissend verschil ligt tusschen hetgeen de Vrijzinnigen leeren en wat „het Evangelie overeenkomstig Gods Heilig Woord is".
De Vrijzinnige ds. Van Wijhe zegt dan ook, dat hij er stichtelijk voor bedankt, om aan de Heilige Schrift te vragen welk Evangelie hij moet verkondigen. Hij staat boven de Heilige Schrift en verwerpt wat hij wil en verandert wat hij wil, waardoor hetgeen hij wil in geen enkel opzicht principieel gelijkt op hetgeen Gods Heilig Woord ons leert.
Tegenover dat modernistisch brouwsel, dat een aftreksel is van wat de Socinianen en Arminianen hier geïmporteerd hebben en de Rationalisten en Modernen hebben klaar gemaakt voor den nieuweren tijd, blijven wij zeggen, dat het contrabande is en de Modernen missen den moed om dat royaal te erkennen, gelijk zij de kracht missen om zelfstandig op eigen beginsel een kerkelijk leven in te richten.
Zij blijven hangen in de Hervormde Kerk, misbruik makend van wat het oud-liberalisme onder de kracht van de ons wederrechtelijk opgelegde Synodale Organisatie, in strijd met de grondprincipia van de Hervormde leer, hebben in elkaar geknutseld.
Het is inderdaad geen verheven standpunt dat de Modernen innemen in de Hervormde Kerk!!
Om er trotsch op te zijn!! — — — —

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's