Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Staatsarmenzorg.
(Slot).
Wij zouden in ons slotartikel nog iets zeggen over de uitvoerbaarheid van het stelsel van den leider van de Staatkundig Gereformeerde Partij, die de ouden, zieken, invaliden en werkloozen beschouwt als armen, voor wier verzorging allereerst de kerkelijke- en particuliere instellingen en overigens de Overheidskassen zijn aangewezen, Dat de laatsten het leeuwendeel der kosten zullen hebben te dragen, hebben wij reeds in den breede aangetoond.
Alvorens wij echter over de financieele uitvoerbaarheid eenige opmerkingen willen maken, dienen wij een enkel woord te zeggen over de practische uitvoerbaarheid.
De vraag, die reeds onmiddellijk moet worden gesteld, is deze: hoe zal in het stelsel van ds. Kersten de verzorging moeten plaats hebben van hen, die de middelen tot levensonderhoud missen en in het geval verkeeren, dat zij niet tot eenige Kerk behooren? Deze menschen te dwingen om zich bij een Kerk aan te sluiten, gaat natuurlijk niet. Dit zal ook ds. Kersten niet willen. Maar hoe dan deze personen te helpen? Voor hen deugt het stelsel-Kersten niet. Of zullen zij voor het bekomen van hulp tijdelijk bij eenige Kerk moeten worden ondergebracht? Op deze vraag weten wij het antwoord niet te geven.
Evenmin hebben wij er een duidelijk begrip van, hoe het bij de Kerk zal moeten toegaan, wanneer het diaconaat zich met de nooden en behoeften der duizenden zal hebben bezig te houden, die zich als armen, zieken, invaliden en werkloozen komen aanmelden.
Een heirleger van diakenen zal dan moeten beschikbaar zijn om de verzorging ter hand te nemen en daarnaast nog weer een menigte van deze diakenen bij de hand moeten zijn om toezicht en controle uit te oefenen. 
Hoe de plaatselijke Kerk, in de groote gemeenten, de honderden diakenen voor zulk en arbeid bereid zal vinden, is ons een raadsel. Bij eene kleine kerkelijke gezindte, als waartoe ds. Kersten behoort, zal dit alles allicht geen moeite baren.  Doch bij een Kerk als de Ned. Hervormde Kerk lijkt ons een regeling, zooals de leider van de Staatkundig Gereformeerde Par­tij die wil, totaal onmogelijk. Het stelsel van ds. Kersten is dan ook practisch onuitvoerbaar.
En financieel?
Wij zouden wel eens het cijfer voor ons willen zien dat jaarlijks aan pensioenen, aan wachtgelden en aan uitkeringen ten behoeve van ouden van dagen, invaliden, en werkloozen, zoo mede wat zoo aanstonds als de Ziektewet in uitvoering komt, voor zieken bij elkander zou moeten worden uitgegeven.
Een raming boven de honderd millioen gulden lijkt ons niet ver van de werkelijkheid af te staan; te meer niet, als ds. Kersten in de Kamer uitroept: „Wat beteekent drie gulden per week"? Het bedrag, dat de kerkelijke- en particuliere instellingen kunnen bijeenbrengen als eerste bijdrage in het benoodigde, lijkt ons in verhouding van de totale kosten een bagatel. De geheele verzorging zal dus eigenlijk voor rekening van de publieke kassen komen. En het bedrag dat noodig is, door de belastingbetalende burgers moeten worden bijeengebracht. 
Als ds. Kersten dan nu reeds klaagt over de hooge belastingen, waaronder ons volk gebukt gaat, begrijpen wij deze klacht uit zijn mond niet, want als deze afgevaardigde zijn zin kreeg, zouden sommige belastingen moeten worden verdubbeld om het stelsel van Staatsarmenbedeeling verwezenlijkt te krijgen.
Naar onze meening zal geen enkel Kabinet te vinden zijn om tot gedeeltelijke onteigening der vermogens, die van dit stelsel noodwendig het gevolg zou zijn, over te gaan. 
Is dus het systeem van ds. Kersten om ter vervanging van het betalen van premie het stelsel in te voeren van Staatsarmenzorg ter voorziening in de behoeften van ouden, invaliden, zieken en werkloozen, practisch onuitvoerbaar, niet minder is dit het geval uit hoofde van de financieele gevolgen.
Doch daarbij komt nog iets.
De leider van de Staatkundig Gereformeerde Partij betoogde in zijn rede in de Tweede Kamer: dat het dwingen der burgerij tot het betalen van premie het systeem van vrijheid in het particuliere leven door dwang vervangt. Hiertegen — zoo zeide hij — komen duizenden in het land op. Er zijn duizenden, die niet onder curateele wenschen gezet te worden. De zegelplakkerij — zoo ging ds. Kersten voort — stuit honderden en duizenden arbeiders tegen de borst, niet omdat het centen kost, maar omdat het betalen van premie door en door on-Nederlandsch is en in strijd is, met het Antirevolutionaire beginsel.
Op dit laatste — het in strijd zijn met het Antirevolutionaire beginsel — gaan wij op het oogenblik niet in. Doch wij vragen, of het betoog, dat ds. Kersten in de Kamer ten beste gaf, niet in alle deelen ook tegen zijn eigen stelsel kan worden ingebracht?
Ook bij Staatsarmenzorg dwingt men de burgerij tot betalen, wel niet wegens het plakken van zegeltjes, maar door 't hoogere belastingbiljet, dat aan den fiscus moet worden voldaan. Hier is de dwang zelfs grooter en bovendien hoogst onrechtvaardig, omdat men zelfs iemand wil laten betalen, die met personeel of arbeiders niets uitstaande heeft. Dat het moeten betalen van dubbele belasting in het stelsel van de Staatkundig Gereformeerden honderden en duizenden tegen de borst zou stuiten, behoeft niet te worden betoogd, evenmin als dat het nader zal behoeven te worden aangetoond; dat buitengewoon hooge belastingen door en door on-Nederlandsch zijn, en een dergelijke onrechtvaardige belasting in strijd zou zijn met het Antirevolutionaire beginsel. 
Maar wat is dan het onderscheid tusschen het betalen van premie en het brengen van belasting, tengevolge van het stelsel van Staatsarmenzorg, naar den Ontvanger? Dit onderscheid ontgaat ons ten eenenmale. Het ligt misschien aan ons, maar wij begrijpen het verschil niet. Met evenveel recht dus als ds. Kersten toornt tegen hen, die de verzorging van Ouden van dagen, zieken, invaliden en werkloozen zien in het betalen van premie, zouden ook zij, die de Staatsarmenzorg verfoeien, hun bezwaren kunnen inbrengen tegen het stelsel van de Staatkundig Gereformeerden. Voor dit laatste zou zelfs nog meer aanleiding zijn, omdat Staatsarmenzorg — ge­lijk ds. Kersten die wil — het verantwoor­delijkheidsgevoel der bevolking afstompt, de maatschappij uit haar voegen rukt, het volk geestelijk-zedelijk omlaag trekt en het rijp maakt voor het Socialisme.
De eerste proeve, welke ds. Kersten leverde en die ditmaal betrof de oplossing van het sociale vraagstuk, was niet gelukkig. Het is wel gebleken, dat zoo spoedig het terrein van de theorie wordt verlaten, de Staatkundig Gereformeerden met de practijk vastloopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's