Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN  MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De armenwet.
Een der opdrachten, welke de Heere Jezus aan Zijne Kerk heeft gegeven, was die van de verzorging der armen. Vandaar dan ook, dat het diaconaat in hooge eere stond bij de Gereformeerde Vaderen. En zooals het in vorige tijden was, is het niet anders in onze dagen: hoe krachtiger het Gereformeerde leven in een gemeente bloeit, des te milder voorziet de Kerk in de nooden en de behoeften harer armen.
In Gods Woord leest men in den Romeinenbrief: „dat het dien van Macedonië en Achaje goed heeft gedacht eene gemeene handreiking te doen aan de armen onder de heiligen, die te Jeruzalem zijn." Van die handreiking aan de armen spreekt ook de Heidelberger, wanneer deze het heeft over het naarstiglijk opgaan van de gemeente Gods op den Sabbath. Dan moet Gods Woord worden gehoord, de Sacramenten worden gebruikt, maar ook den armen Christelijke handreiking worden gedaan.
Nu is het van algemeene bekendheid, dat ook de Overheid zich met de verzorging der armen bezig houdt. Dit dateert niet van den laatsten tijd, maar sinds de Reformatie was dat het geval. Zulks bleek in de dagen der vaderen ook noodig te zijn, toen het evenmin als tegenwoordig voor de Kerk mogelijk was, de lasten van de verzorging der armen voor heel het land te dragen.
Echter is bij de verzorging der armen de gang van zaken altijd zóó geweest — en dit was de juiste weg, al zou het meer overeenkomstig het beginsel zijn geweest, wanneer de Overheid zich geheel buiten de armenverzorging kon houden, dat de kerkelijke en particuliere armenzorg voorop gingen en de zorg van de Overheid volgde.
Van dit goede principe gaat ook de bestaande armenwet, ondanks al de gebreken, die haar aankleeft, uit. Toch had mogen gehoopt worden, dat bij de ontwikkeling van het vraagstuk van de armenverzorging, de Overheid zioh langzamerhand van het terrein had kunnen terugtrekken, om aan Kerk en particulieren de geheele leiding over te laten. Helaas was dit niet het geval. De praktijk leert wel anders.
Uit de statistieken blijkt, dat van hetgeen voor de armen wordt uitgegeven 30 procent komt van de Kerk en van de particulieren, terwijl de Overheid de resteerende 70 procent bijpast.
Die toestand zou nog veel ongunstiger worden, zoo de sociale zorg, die millioenen guldens bijeenbrengt, nïet bestond, of zoo de Staatkundig Gereformeerde partij haar wensch verkreeg, dat de sociale zorg werd vervangen door een kerkelijke armenzorg over heel de linie met steun van den Staat.
Terecht werd onlangs in een blad opgemerkt, dat deze oplossing, welke de Staatkundig Gereformeerde partij aan het vraagstuk geeft, niet zoover van de socialistische lijn afligt, die, zoo ze werd aanvaard, de Kerk ernstige schade zou berokkenen.
Dat we over de armenzorg in verband met de armenwet iets opmerken, vindt z'n oorzaak hierin, dat dezer dagen in het parlement bij eene technische wijziging van deze wet, ook de principiëele kant der kwestie werd naar voren gebracht.
Het waren de Sociaal-democraten, die zich met het beginsel der armenwet: de Kerk met de particulieren voorop en de steun van de Overheid secundair, niet konden vereenigen. Het moest naar hun meening juist andersom zijn. De Staat, die het leeuwendeel van de armenzorg betaalt, moet niet achteraan komen, maar vooropgaan. De Kerk en de particulieren behooren eerst in de tweede en derde plaats te komen.
Men ziet op welk gevaarlijk terrein men zou belanden, wanneer de Socialistische invloed van beteekenis zou worden. Ook de armenzorg vormt een der christelijke grondslagen van ons volksleven. Dezen levenskring in haar hart aan te tasten, zou de eere der Kerk te na komen. De Overheid heeft het terrein der Kerk te eerbiedigen. Doet zij dit niet, dan tast zij de vrijheid van de Kerk aan. Het gaat hier om het recht en de positie van de Kerk van Christus. Daarvoor hebben wij te strijden tot het uiterste.

„Zoover dit kan".
Onze lezers kennen Artikel 36 van de Nederlandsche-Geloofsbelijdenis, het artikel dat voor sommige groepen van ons volk zoo bijzondere beteekenis heeft. Het is alsof voor deze menschen Artikel 36 het eenigste en het voortreffelijkste artikel is van heel de belijdenis. De artikelen b.v. betreffende de autoriteit der Heilige Schrift, de Drieëenheid, de Schepping, de Voorzienigheid Gods, de erfzonde, de verkiezing, enz., verdienen niet die aandacht als het artikel van het Ambt der Overheid. Aanvaardt men dit laatste artikel ongerept, dan is men rechtzinnig en komt de rest wel vanzelf. Geheel het staatkundig leven draait voor hen om Artikel 36:
Wij gelooven, dat onze goede God, uit oorzaak der verdorvenheid van het menschelijk geslacht, Koningen en Overheden verordend heeft, willende, dat de wereld geregeerd wordt door wetten en politiën, opdat de ongebondenheid der menschen bedwongen worde en het alles met goede orde toega. Tot dat einde heeft Hij de Overheid het zwaard in handen gegeven, tot straffe der boozen en tot bescherming der vromen.
En hun ambt is niet alleen acht te nemen en te waken over de politie, maar ook de hand te houden aan den heiligen Kerkedienst:  o m  t e  w e r e n  e n  u i t  t e  r o e i e n  a l l e  a f g o d e r ij  e n  v a l s c h e n  g o d s d i e n s t,  o m  h e t  r ij k  v a n  d e n  A n t i c h r i s t  t e  g r o n d e  t e  w e r p e n, en het Koninkrijk van Jezus Christus te bevorderen, het Woord des Evangelies overal te doen prediken, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt. Nu gaat het ten deze om de 21 woorden, welke wij lieten spatiëeren.
Van deze woorden zeggen de Staatkundig Gereformeerden, dat de Antirevolutionaire partij ze uit de Nederlandsche Geloofsbelijdenis heeft laten schrappen. Natuurlijk is dit onwaar, en weet men wel beter.
De bewering, dat een politieke partij er toe zou overgaan om een kerkelijke belijdenis te wijzigen, is reeds op zichzelf genomen een dwaasheid. Doch daar komt nog bij, dat als het waar was, dat de antirevolutionaire partij een deel der belijdenis verwierp — zooals ds. Kersten dit zegt — noch de Hervormden, noch de Chr. Gereformeerden tot deze partij zouden kunnen behooren, aangezien zij artikel 36 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis nog onverkort aanvaarden.
Het is dan ook niet juist, dat de antirevolutionaire partij de bekende 21 woorden uit de Belijdenis liet vervallen, dit deden de Gereformeerde Kerken. Met de politiek heeft deze zaak dus niets uitstaande.
Opmerkelijk is het echter, dat waar de Staatkundig Gereformeerden voor de onverkorte handhaving van artikel 36 zijn en juist aan de clausule om te weren en uit te roeien alle afgoderijen en valschen godsdienst, om het rijk van den Antichrist te gronde te werpen, met alle kracht vasthouden, ds. Kersten thans in zijn orgaan „De Banier" van 13 Mei l.l. schrijft: artikel 36 te willen handhaven:  z o o v e r  d i t  i n  d e   p r a k t ij k  kan.
Maar met dit „zoover dit kan" laat ook ds. Kersten artikel 36 in zijn ongerepte beteekenis los en plaatst hij zich op het standpunt der Hervormden, die zich ook vasthouden aan het onveranderde artikel 36, doch niet weten, hoe de 21. woorden praktisch zouden zijn uit te voeren. 
Ds. Kersten, die den Antirevolutionairen steeds voor de voeten wierp, het met de Belijdenis op een accoord te gooien, komt met zijn nieuwe lezing van artikel 36, wat ook niet anders te verwachten was, zoo het terrein van de theorie werd verlaten en door dat der praktijk werd vervangen, in de Antirevolutionaire lijn.  Daarop de aandacht te vestigen, lijkt ons van groote beteekenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN  MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's