Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reorganisatie-gedachte en Het Reorganisatie-plan.
De huidige toestand van de Ned. Hervormde Kerk geeft een moderne prediking te zien, met gansche streken van ons Vaderland, waar alles kerkelijk en religieus verwoest ligt. De moderne theologie, met haar meedoogenlooze critiek en onbarmhartige afbraak, heeft eerst alles weggerukt en heeft er niets voor in de plaats gegeven dan kerken zonder menschen en huizen zonder bijbel en harten zonder godsdienst. De belijdenis van den Christus der Schriften is weggewerkt in Kerk, huis en school, en op meer dan één manier vermoordt men zich daar — terwijl Rome eenerzijds, de secten anderzijds, ook de Gereformeerde Kerken en andere Kerkgemeenschappen, beslag op de menschen leggen; als ten minste niet alles dood is gegaan in het materialisme.
Dat zulke dingen zoo nauw, zoo héél nauw verbonden zijn met de geschiedenis, met de toestanden in de Hervormde Kerk ter plaatse, dat doet velen de schouders ophalen over die Kerk en dat doet velen die Kerk verachten en verwerpen. Zij heeft haar plaats op onwaardige wijze ingenomen, verlatende de wegen des Heeren en loochenend den Christus der Schriften. Nu is, naar veler oordeel, de tijd daar, dat haar plaats ledig zal worden gelaten en anderen haar taak overnemen, We weten het, de Kerk die het Evangelie van Christus loslaat, die het Woord Gods veracht, wordt losgelaten en veracht. „Wie Mij eeren, zal Ik eeren, spreekt de Heere, maar die Mij verachten zullen licht geacht worden".
Nog iets. Wat verschrikkelijk is het, dat op éénzelfden Zondag op éénzelfden kansel, onder gewone omstandigheden of tijdens de vacature, twee verschillende wegen worden voorgesteld voor leven en sterven, waarbij de prediker, die 's avonds optreedt, even ijverig en vurig van geest afbreekt en loochent als 's morgens is opgebouwd en aangeprezen.
Is de mensch dan de denker en de prediker die uitmaakt wat waarheid is; is de mensch autonoom, die zelf de wet stelt? Is er geen huisorde en levensregel in Gods huis? Weet men dan, ook in de allereerste en allerbelangrijkste dingen niet, hoe men in het huis Gods moet verkeeren? Is Chris ....  ...... heerschappij? Is dat dan het protestantsch beginsel, hoog geprezen, dat ieder maar met zichzelf moet uitmaken wat geloofd en beleden en beleefd moet worden? Heeft ieder de gave ontvangen en de vrijheid verkregen zichzelf een weg naar den hemel te maken? Of is de Kerk, een Vereeniging tot beoefening van godsdienstige belangen, met een vrije spreektribune voor iederen geest?
Ieder die nadenkt vormt zich over zoo'n Kerk een oordeel. En velen die haar liefhebben voelen groote smart bij deze toestanden.
In Christus' Kerk geldt Zijn Woord niet meer en is Zijn gezag niet meer met hoogheid bekleed. En velen, die haar liefhebben, voelen, dat het lichaam van Christus daar mishandeld en verminkt wordt. Velen zeggen met prof. Gunning: dat is onze zonde!
Wat is onze zonde?
Dat de Hervormde Kerk, de Kerk onzer Vaderen, waarin ook wij geboren zijn en leven, haar Heiland en Heer, Jezus Christus, niet belijdt en predikt, niet overal en niet altijd belijdt en predikt. Dat in haar midden ieders meening, als spinsel van 's menschen gedachten, van gelijke waarde rondgaat.
Dat rooft de souvereiniteit Gods. Dat onttroont Gods Woord, dat 's Heeren Geest ons bracht. Dat beleedigt Christus, die den eenigen Naam onder den hemel draagt tot zaligheid, terwijl een iegelijk die in Hem gelooft het eeuwige leven heeft, waarbij op hem, die den Zoon ongehoorzaam is, de toorn Gods blijft.
De Hervormde Kerk wil practisch een neutraliteit ten opzichte van den Christus voorstaan, en dat is onze zonde! Deze dingen zijn Kerkverwoestend, juist omdat de Kerk Kerk is.
Nu moet hier onderscheid gemaakt worden tusschen wat feitelijk en dus met de daad onder ons gevonden wordt — en wat eigenlijk en rechtens in het midden der Hervormde Kerk thuis hoort.
De feitelijke toestand, zooals die met de daad onder ons gevonden wordt, is meer dan treurig.
Maar naar recht en waarheid hoort in onze Ned. Hervormde Kerk niet anders thuis dan het Evangelie van Jezus Christus; en wettelijk is voorgeschreven dat alle arbeid moet worden ingericht overeenkomstig Gods heilig Woord.
Ieder predikant die zich herinnert, wat hij in de proponentsbelofte heeft beloofd en wat in zijn beroepsbrief staat, weet dat aanstonds. 
Bovendien heeft onze Hervormde Kerk haar eigen leer. Zij is confessioneel. Zij is allerminst belijdenisloos; met handhaving van de leer en toezicht op de belijdenis. Nergens wordt gezegd: laat ieder maar gelooven, wat hij wil en laat ieder maar belijden en prediken, wat hij wil. Alle lidmaten moeten deelen in het geloof, dat de Kerk belijdt.
Alle predikanten moeten zijn verkondigers van het Evangelie van Jezus Christus en allen hebben zich verbonden om alles te doet wat hun, overeenkomstig Gods heilig Woord, betaamt. Alle bestuursleden weten, dat de Hervormde Kerk niet belijdenisloos is, maar confessioneel, hebbende haar eigen leer na 1816 volstrekt niet afgeschaft, moetende door ieder worden gehandhaafd.
De Hervormde Kerk zelve heeft niet het valsche protestantsche beginsel, dat ieder vrij moet zijn in z'n opinie, vrij in leer en leven, alsof de mensch eigen heer en meester zou zijn, z'n eigen wetgever en eigen zaligmaker.
De Hervormde Kerk van den huldigen dag is confessioneel en wie het Evangelie van Christus niet gelooft, behoort in deze Kerk niet thuis. Wie z'n werk, in de prediking, in de Sacramentsbediening en in allen ambtelijken arbeid niet wil inrichten als een geloovig Christen, naar Gods heilig Woord, brengende Jezus Christus en dien gekruisigd, heeft geen recht op een plaats onder de Dienaren des Woords, onder de Verbi Divini Ministri.
Die de leer van zijn Kerk met voeten treedt, in aard en wezen tegenstaat, in geest en hoofdzaak verwerpelijk acht, moet tot die Kerk niet toetreden of bij die Kerk blijven.
Onoprechte stijl, opzettelijke dubbelzinnigheden verdienen daarbij aller afkeuring.
Met de belijdenis van den Naam van den Heiland, met de prediking van het heilig Evangelie, met de bediening der Sacramenten, met heel de levenswijze en levensopenbaring der Hervormde Kerk is het niet in orde.
En de Reglementen keuren dat af. De aard, het wezen van de Reglementen correspondeeren met den geest en de hoofdzaak van de leer der Kerk en eischen, dat de Hervormde Kerk niet als een belijdenislooze Kerk zal worden bestuurd, maar dat zorg gedragen zal worden dat de leer der Kerk zal worden geëerbiedigd en gehandhaafd.
Niet alleen in 1816 is deftig en plechtig dat door de hoogste autoriteiten geordonneerd, maar 't is bevestigd geworden tot op dezen dag, dat de leer der Hervormde Kerk moet worden geëerbiedigd, bewaard en gehandhaafd. Hoewel we niet willen .......................................................... reglementenbundel en degenen, die de machthebbers toen waren, door de allerzonderlingste samenstelling der besturen, hun formuleeringen hebben gesteld en doorgedreven die sterk den schijn op hen laden, dat zij hebben willen werken met opzettelijke dubbelzinnigheden, om van de leer der Kerk, die naar den zin en den aard en het wezen der belijdenisschriften, gehandhaafd moet worden, listiglijk te kunnen loskomen.
De leer der Kerk is niet uitgebannen, maar door allerwonderlijkste formuleeringen wilde men bereiken, dat men den allerminsten last zou hebben van de belijdenis der Kerk.
Zoo is de huidige toestand verklaarbaar, dat de Hervormde Kerk rechtens en eigenlijk geenszins een belijdenislooze Kerk is — terwijl zij zich toch in 't midden van ons volk vertoont en openbaart als een vereeniging van elk wat wils, waar niet het Evangelie der Schriften, waar niet Gods heilig Woord heerschappij voert, maar de wijsheid, de wil, de wet des menschen, die zal uitmaken wat recht en goed is.
Dat is een toestand van onwaarachtigheid.
Dat is onze zonde!
Als nu in de besturen eens rechtzinnige, geloovige mannen kwamen zitten, die eerlijk en oprecht den Naam van Christus belijden en de leer van hun Kerk liefhebben; en als die mannen dan eens, met de reglementen in hun hand zich gingen verzetten tegen de wantoestanden, dat in één en dezelfde Kerk, dat in onze Hervormde Kerk, tegelijk de Christus gepredikt en de Christus geloochend wordt, dat allerlei wind van leer rondgaat door onze gemeenten, tot groote schade van velen?
Wij gelooven, dat het inderdaad van beteekenis is, wanneer er mannen komen in den Kerkeraad, in de Class. Besturen, in de Prov. Kerkbesturen en niet 't minst in de Synode, die kloek ontkennen, dat het protestantsch beginsel is, dat ieder maar met z'n geweten, met z'n verstand, met z'n eigen wil zal uitmaken wat waarheid is — en dat in de Kerk van Christus willekeur dus zal heerschen en ieder geestelijk doet, wat goed is in z'n oogen.
Wij gelooven, dat velen daar veel te weinig aandacht aan geschonken hebben aan die bestuursverkiezingen, zoowel op de Classicale Vergadering als in de Prov. Kerkbesturen. De jammerlijkste toestanden heerschen helaas! ook in deze.
Daarbij gelooven we, dat velen in de besturen te slap zijn, dat velen zich schamen, dat velen niet durven, dat velen hun consciëntie sussen met allerlei drogredenen, als 't gaat om de groote zaak.
Men zou ook kunnen vragen, of niet door partiëele wijzigingen van de reglementen, door andere woordkeus of nadere omschrijving, hier veel verbeterd kon worden te midden van de jammerlijke toestanden der Kerk, waar toch ongetwijfeld op tal van plaatsen in onze kerkelijke verordeningen onoprechte stijl en opzettelijke dubbelzinnigheid is gebruikt. En naar ons oordeel zou hier zeker wat ten goede kunnen worden gedaan, indien het bij meerderen voorzat, om de Kerk te dienen en haar te leiden in rechte sporen, waar Christus en Zijn Evangelie begeerd wordt.
En dat dringt ons te meer nog eens te zeggen, dat we voor onze Besturen niet alleen respectabele, brave mannen moeten hebben, maar verstandige, kloeke mannen, die heel de situatie der Hervormde Kerk doorzien en die niet zweren bij allerlei menschelijke redeneeringen en overwegingen, maar die voor de eere Gods en voor de eere van onzen Christus wenschen op te komen, geloovende, dat het de Kerk van Christus nooit beter zal gaan, dan wanneer zij leeft naar Gods getuigenis en belijdt den Christus der Schriften. Dan kunnen de barmhartigheden en de wonderen Gods op 't heerlijkst uitkomen en dan gaat het niet om de barmhartigheden der menschen en hunne werken.
Maar dan zal óók gezien worden — en dat zeggen we met nadruk — dat héél de samenleving van onze Hervormde Kerk niet deugt, dat heel de synodale-hiërarchische besturenorganisatie, die met haar in rang opklimmende bestuurscollege's geheel los van de Kerk staat en alles op bureaucratische manier naar eigen zin en lust, behandelt, niet in overeenstemming is met het wezen der Kerk. En dan zal gevraagd worden, wat de Heere ons in deze in Zijn Woord heeft geopenbaard; en er zal acht gegeven worden op 't geen van die beginselen van Gods Woord in den loop der eeuwen in de onderscheidene klassieke Kerkordeningen, hier en in andere landen, door de Gereformeerde Kerken is uiteengezet en vastgesteld.
(Wordt voortgezet).

Voor onze Evangelisaties.
In puur moderne gemeenten, waar het modernisme en het socialisme de menschen van hun bijbel beroofd, voert langs allerlei wegen, waarin geen hope is voor een arm zondaar in Jezus Christus, Sions Borg en Middelaar — en waar dus noch voor het heden, noch voor de eeuwigheid van vrede en blijdschap kan gesproken worden, tenzij men de menschen misleidt — in die Evangelisaties stichten, steunen en uitbreiden, opdat de klanken des waren Evangelies, met een echte blijde boodschap in Christus, mogen worden gebracht. De nood is groot. Men leze de stukken, door onze Evangelisten geschreven! Zullen we wél voor de Zending onder de heidenen op Celebes, of waar ook, zorgen, en niet voor ons eigen volk en Vaderland? Laten we het eene doen en het andere niet nalaten! Ds. Lans wacht uw gave, groot of klein.

Hervormde onderwijzers.
Van meer dan één kant kwamen ons sympathiebetuigingen toe met het stukje, dat wij schreven over Hervormde onderwijzers en een Hervormde Kweekschool op Gereformeerden grondslag. Het is ons een spoorslag, om deze zaak ernstig onder onze aandacht te nemen en wij willen ook anderen vragen hun gedachten over deze zaak te laten gaan. Onze Scholen met den Bijbel hebben gebrek aan Hervormde onderwijzers van Gereformeerde belijdenis. Laat ons ook in deze doen, wat onze hand vindt om te doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's