Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJK OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJK OPBOUW

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Duizendjarig Rijk. (2)
De grondgedachten, die bij alle Chiliasten gevonden worden en telkens in de voorstelling terugkeeren, zijn de volgende:
a. er zal een tijd aanbreken, waarin Christus op aarde regeeren zal over een heerlijk rijk van vrede en vreugd — dat de Amerikaansche Zendingsgroepen hier in Nederland zelfs in kaart geteekend laten zien;
b. daartoe zal Christus in Zijn eerste wederkomst de anti-christelijke, satanische wereldmacht overwinnen. Satan met ketenen binden en Sion rondom Zich vergaderen met genieting van vrede op aarde; waartoe ook de gestorven heiligen uit de graven zullen worden geroepen, om op te staan en mee te genieten van den vrede op aarde; vooral de martelaren zullen dan getuigen zijn van het ondermaansche vrederijk;
c. de Joden, die in massa naar Palestina zullen terugkeeren en die in massa zich zullen leeren bekeeren — „gansch Israël zal zalig worden" — zullen tot dat Christusvrederijk op aarde genoodigd worden en in Kanaan, het land der belofte, zal het aardsche duizendjarig vrederijk met de Christusregeering geopenbaard worden;
d. bij de voleinding van dit duizendjarig vredebestaan op aarde, dat Christus, 't zij dan vanuit den hemel, 't zij vanuit Zijn aardsche residentie (Jeruzalem), rechtstreeks en onmiddellijk regeerde, zal er weer eenigen tijd komen een groote afval en algemeene vervolging en schrikkelijke toeneming van ongerechtigheid, waarna Christus als Rechter over levenden en dooden op de wolken zal komen, voor het eindgericht. Bij die tweede komst van Christus zullen dan rechtvaardigen en onrechtvaardigen geoordeeld worden en zullen ingaan in hun eeuwig lot van zaligheid, om Christus' wil, óf in hun eeuwig lot van vloek en verdoemenis, om de wille van hun ongeloof en Christusverwerping. Dan komt de eeuwigheid, met eeuwige Godsgemeenschap voor al Gods kinderen, of de eeuwige Godverlatenheid voor alle goddeloozen, die in hun zonde gestorven zijn.
Om 't dus nog eens kort te zeggen: de beginselen die bij het Chiliasme naar voren komen zijn dus: 
1. tweeërlei wederkomst van Christus;
2. tweeiërlei opstanding der dooden;
3. een aardsch vrederijk van duizend jaren, waarin het Joodsche volk een vooraanstaande plaats zal innemen na een massale bekeering van Israël;
4. daarna een tijd van satanische overmacht, waarop ten slotte zal volgen, om alles af te sluiten voor eeuwig, het eindoordeel.
Natuurlijk gaat het dan bij het Chiliasme om die periode van de vrede-regeering van Christus op aarde gedurende duizend jaren, liggend tusschen Zijn eerste en tweede komst. En omdat die periode van het vrederijk op aarde als een tijd van 1000 jaren wordt voorgesteld, wordt deze leer van ouds bij voorkeur genoemd de leer van het Chiliasme, naar 't Grieksche woord chilios, hetwelk duizend beteekent. Zoo is de leer van het ChiIiasme en de leer van het duizendjarig vrederijk op aarde hetzelfde.
II. Vragen we nu in de tweede plaats: waar komt die leer vandaan? Is het een oude leer of is zij van den laatsten tijd? Is het iets specifiek christelijks of bestaat die leer buiten het Christendom in geest en hoofdzaak óók? Is het iets Gereformeerds, iets van de Lutherschen of wellicht iets van de Roomschen? Zit het bij kerkelijke of bij onkerkelijke menschen; bij eenvoudigen of geleerden? Allemaal vragen, die wij even onder de oogen willen zien, om dus na te gaan de geschiedenis van het Chiliasme of de leer van 't duizendjarig Vrederijk op aarde.
Nu kunnen we gerust dadelijk constateeren, dat de leer van een duizendjarige periode van rust en vrede en geluk op aarde iets is, wat reeds in de grijze oudheid gevonden wordt. De idee, de voorstelling van een rust-en vrede-periode treffen we reeds in den grijzen oertijd aan. Lang voor den tijd van het Nieuwe Testament, in de voorchristelijke periode, vinden we bij de Perzische godsdienstige voorstellingen óók ideeën en leeringen, die gewagen van een duizendjarige periode van vredesheerschappij, waarbij het lijden verwisseld wordt met vreugd en het strijden met vree. Er zou een Redder komen, dien zij een goden-zoon noemden en wiens naam Sosiosh werd geheeten: Redder, Rustaanbrenger, Vredevorst!
Dat is wel de moeite waard te worden opgemerkt. Want daar merken we, dat ook de Perzen, aan wie niet de woorden Gods waren toebetrouwd gelijk aan Israël, een heimwee, een zuchten en een verlangen kennen naar een anderen en beteren tijd, waar mee de ellende-tijd van het heden zal worden verwisseld. Ze kennen Christus niet, ook niet de openbaringsbeloften, gelijk Israël, maar de Perzen zijn immers óók van Gods geslacht? Ze zijn immers ook paradijs-kinderen, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen? En in Adam en Eva, ook hun verbonds-hoofd, gevallen, zijn zij gekromd onder zonde en wee en ellend, verjaagd uit het Paradijs over de breedte van de door God vervloekte aarde, welke sinds vol distelen en doornen is, maar toch niet zonder de belofte van een Goden-Zoon, niet zonder de toezegging van verlossing, niet zonder dat zij mee kregen de blijde boodschap van zaligheid en vree in den komenden Christus, Wiens Naam later zou, gespeld worden: Wonderiijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst. De schaduw van Immanuël: God met ons, is ook, in Adam en Eva, over de Perzen, over alle volkeren gegaan en bij de heugenis aan het Paradijs — laat 't scheef getrokken zijn — leeft ook de verwachting naar een Vredevorst, een Sosiosh, een Goden-Zoon, die als Redder zou komen, met zegening van verlossing en vree. Uit de tente van Adam en Eva, uit het huisgezin van Noach, is de profetie uitgegaan en allen, ook de Perzen later, — ook zij zijn van Gods geslacht — hebben er gedachtenis van en de verwachting leeft bij hen, zij 't geheel verbasterd, om der zonde wil.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJK OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's