Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke opbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke opbouw

Het Duizendjarig Rijk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Duizendjarig Rijk. (6)
In den tijd van de Nieuw-Testamentische Apocriefe geschriften wordt hier en daar een prediking van een toekomstig duizend-jarig vrederijk beluisterd — hoewel er ook vele Kerkvaders, w.o. Ignatius en Po1ijcarpus, zijn, die van het Chiliasme niets willen weten.
De Kerkleeraar Irenaëus, overigens iemand van groote vermaardheid, stelde zich een Kerk van louter heiligen op aarde voor — maar toen begon men zich ook meer officieel in de Christelijke Kerk tegen de droomerijen van het Chiliasme te verzetten. En vooral de sterke en scherpe bestrijding van de zijde van den Kerkvader Augustinus is bekend.
In geen enkele officieele belijdenis der Kerk is de leer van het duizend-jarig vrederijk, als tusschenperiode tusschen een eerste en tweede komst van Christus op aarde, opgenomen ; integendeel, officieel zijn altijd andere dingen aangaande de toekomst des Heeren.op 't voetspoor der Heilige Schrift, geleerd. Doch dat neemt niet weg, dat de gedachte aan een duizend-jarig vrederijk op aarde telkens weer opdook in allerlei kringen, vooral in dagen van verdrukking en lijden.
Tot op de dagen van de groote Reformatoren is de leer van het Chiliasme als een dwaalleer verworpen en bestreden. Op het voetspoor van Augustinus geloofde men, dat het Koninkrijk van Jezus Christus gekomen is, komt en komen zal, om in de volheid des tijds in heerlijikheid straks geopenbaard te worden, voor gansch het geestelijk zaad van Abraham tot eeuwige vreugd, waarbij de gemeente des Heeren van alle volk en taal zal zijn toevergaderd tot de heerlijkheid Gods en de Satan zal worden uitgeworpen en krachteloos gemaakt. En op grond hiervan protesteerde men tegen de fantastische voorstellingen van chiliasten, die telkens 't hoofd weer omhoog staken, waarbij onze beste theologen den gang van Gods Koninkrijk heerlijk geestelijk zagen en daarvan getuigenis gaven.
Maar vooral in de dagen van de groote verdrukking en schrikkelijke vervolging van de zijde van Rome's Kerk, toen er zooveel martelaren waren en de Paus werd gedacht te zijn de Antichrist, kregen de chiliasten met hun leeringen van een duizendjarig vrederijk weer méér aanhangers, omdat men snakte naar het binden van den duivel en naar de vrede-heerschappij van Christus op, aarde, waarbij men hoopte op de vrijmaking van Palestina en de herstelling van het aardsche Jeruzalem met den tempel, waar Christus' Kerk dan in vrijheid en ruste zou kunnen wonen.
Het einde van de tegenwoordige bedeeling verwachtte men spoedig en men roept elkander toe, dat voor een tijd van lijden en druk weldra een tijd van vrede en rust zou in de plaats treden ; voor een distel zou een mirteboom opgaan en voor een doorn een denneboom, en het zou den Heere tot een teeken en tot een naam zijn, in eeuwigheid.
Vooral de Wederdoopers of Ana-baptisten (de Dooperschen) hadden den mond vol van een vrederijk en een Christus-regeering vol heerlijkheid op aarde ; en ze deden hier en daar alsof het duizend-jarig rijik met paradijstoestanden al begonnen was. Waartoe de naaktloopers te Amsterdam en de Wederdoopers te Munster gekomen zijn, weten we wel zoo ongeveer. En Jan van Leiden droomde zich Sions Koning te zijn. Maar het historieboek weet ons te verhalen, hoe roemloos, te midden van schandelijke verdwaasdheden, deze beweging, die tot een vloek op aarde was geworden, is ondergegaan.
De Luthersche Kerk èn de Gereformeerde Kerk hebben toen openlijk partij gekozen tegen de geestdrijvers en hebben het Chiliasme of de leer van een duizend-jarig vrede-rijk op aarde, als tusschenperiode tusschen de eerste en de tweede komst van den Heiland, veroordeeld en verworpen. Men sprak terecht van „Joodsche droomerijen".
In de Kerk bleef de beschouwing, dat het Chiliasme niet op bijbelschen grondslag rust, maar telkens kwam toch in dagen van vervolging, b.v. na de opheffing van het Edict van Nantes, waardoor de Hugenoten in Frankrijk in zoo groote en vele gevaren kwamen, de geliefde voorstelling van een vrede-rijk op aarde weer naar voren, waarbij b.v. de volgelingen van de Labadie, van Middelburg, spraken van hun volmaakte Kerk der heiligen, waarin zij het begin van het rijk der heerlijkheid hier beneden zagen.
Op het eind van de 17de en in de 18de eeuw kwam er hoe langer hoe meer in de officieele Kerk, zoowel in Duitschland als hier te lande, een dor en doodsch dogmatisme en de vromen begonnen zich niet zelden terug te trekken in hun eigen kringen en gezelschappen, waarbij we b.v. denken aan de Piëtisten, volgelingen van Spener e.a.
In die kringen begonnen als reactie tegen de dorre, doodsche beschouwingen in het midden van de officieele Kerken, de chiliastische voorstellingen weer levendig te worden, verlangend als men was naar den tijd van geestelijke bevrijding onder Christus' heerschappij.
In die dagen waren ook Gereformeerde mannen van naam — maar 't was niet de bloeitijd van de Kerk des Heeren — met de leeringen van het duizend-jarig vrederijk behept, zooals b.v. „Vader" Brakel (gest. 1711), Witsius en anderen. Niet Gijsbertus Voetius noch Petrus van Mastricht — maar wel van de Cocceanen. Terwijl uit het buitenland kunnen genoemd worden : J. A. Bengel (1750), Oetinger, Cumming, Lavater, Delitzsch, Kurtz e.a.
In den laatsten tijd zijn voorstanders van het Chiliasme gevonden de mannen als V a n Oosterzee, Chantepie de la Saussaye Sr. prof. dr. J. H. Gunning Sr., ds. Roozemeijer, van Arnhem e.a.
In de dagen van het Reveil, toen ook veelszins de doodigheid en de bedorvenheid der officieele Kerken gevoeld werd en de onzalige beginselen van het modernisme zooveel verwoesting hadden aangebracht en de haat en vervolging tegenover Gods volk overal zoo bitter en zoo streng was, werd onder invloed van bekeerde Joden als Neander, Da Costa en Capadose de chiliastische idee hier en elders nog al sterk gepropageerd.
Laat ons bij de getuigenissen uit dien tijd even stilstaan.
Prof. Van Oosterzee is een chiliast, maar we zouden kunnen zeggen in „gematigden zin". Hij spreekt slechts van één wederkomst van Christus en als Deze gekomen is begint het duizend-jarig vrederijk. De nog levende geloovigen worden zonder sterven veranderd en de gestorvenen, die rijp voor het leven der opstanding zijn, leven en heerschen met Christus op aarde en in die periode zal ook Israël bekeerd worden, ook zal een massale heidenbekeering dan plaats hebben. Na den laatsten strijd met het rijk der duisternis volgt dan de tweede opstanding van alle dooden, rechtvaardigen en onrechtvaardigen, en daarna zal het eind-oordeel zijn.
Men voelt, dat is een „gematigd" Chiliasme, maar toch is er na de wederkomst van Christus nog een geruimen tijd vóór het eindoordeel — wat toch zeker in strijd is met de Heilige Schrift en de Gereformeerde belijdenis.
Prof. dr. J. H. Gunning spreekt b.v. van „de verrukkelijke beteekenis van de leer omtrent het duizend-jarig rijk", die, zegt hij, „zoo vaak door kortzichtig misverstand des ongeloofs als onpractische droomerij veroordeeld wordt". En ds. Roosemeijer verwacht dat aan het einde der eeuwen Is­ 1 raël als natie voor zijn Koning zal worden gewonnen !
Ook secten als de Swedenborgianen („de Kerk van het Nieuwe-Jeruzalem"), Irvinghianen, de Apostolischen, Darbisten, („de Broeders"), Mormonen enz., ook groepen van menschen als de „Internationale Vereeniging van ernstige Bijbelonderzoekers", ijveren sterk voor de leer van een duizendjarig vrederijk („Millennium" ; van mille of duizend). En vooral gedurende den grooten, gruwelijken, grof-zinnelijken wereldoorlog, waarin geen enkel geestelijk moment of waardevol motief te bespeuren viel, maar integendeel de gruwelijkste dingen elkander dagelijks bliksemsnel afwisselden, spitsten zich de ooren van velen om te luisteren of de Vredevorst nog niet kwam om de zwaarden tot spaden te maken? Chiliasten vonden bij velen weer gehoor.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Geestelijke opbouw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's