Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke opbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke opbouw

Het Duizendjarig Rijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook dit alles is geheel in overeenstemming met wat Gods Woord ons overal leert.
En dus als we Openbaring 20 vers 1—10 — dat eerst zoo „chiliastisch" scheen en door de chiliasten ook steeds dapper wordt gebruikt, om te bewijzen, dat er hier op aarde een duizendjarig vrederijk komen zal, waar Christus op aarde zal heerschen en de gestorvene martelaren op aarde zullen wederkeeren, enz. — als we Openbaring 20 vers 1—10 nu eens kalm lezen als een bijbelsch, christen, dan vinden we :
Christus is Koning en vergadert de volkeren ; de verhoogde Heiland doet Zijn Koninkrijk komen tot uitbreiding onder de niet-christelijke natiën, ten spijt van de wreedste vervolgingen van Nero, Domitianus enz. ; Satan wordt gedurende den vollen en langen tijd daartoe door God verordend (symbolisch uitgedrukt „duizend jaren") belet, om met volle kracht de volkeren in zijn macht te houden ; met sterke banden wordt de Overste der wereld — want zijn macht is groot — ingetoomd en beteugeld ; Christus' Kerk zal worden uitgeplant van de zee tot aan de zee ; maar in 't laatst krijgt de Satan, onder de toelating Gods, weer méér macht ; in de laatste dagen zal het uitloopen op een crisis ; maar de Heere, de Almachtige, zal dan tusschenbeide treden, Hij zal een eind maken aan de bedeeling der tijden, de volheid der tijden zal dan daar zijn — en dan zal in het eindoordeel Satan worden gebonden voor eeuwig en Christus' Koninkrijk zal in heerlijkheid gezien worden, dan zullen allen die Hem kennen als hun Zaligmaker, worden toevergaderd en die reeds gestorven, zijn en reeds met zaligheid vervuld waren, zullen vereenigd worden met degenen, die nog leefden ; en dan zal de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geopenbaard worden, waarop de kinderen Gods wachtende zijn. „Maar wij verwachten naar Zijne belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont" (Open: b. 21 vers 1). dan zal het Vrederijk van den Vredevorst zijn voor al het volk, dat Hem vreest en op Zijn Naam betrouwen mag.
In Openbaring 20 vinden we dus een overzicht van de Nieuw-Testamentische bedeeling, vanaf de opstanding en de hemelvaart van Christus tot het laatste oordeel. En ons wordt geteekend de overwinning van Christus, de voortgang van het Evangelie, de aanvankelijke ondergang van Satan, ook van de weer vernieuwd wordende kracht des duivels — om te eindigen in de eeuwige zaligheid voor al Gods kinderen en de eeuwige rampzaligheid voor de goddeloozen in de hel. En zalig worden geprezen, die door den dood vergaderd zijn in den liemel, die zullen straks in het oordeel bij de laatste opstanding niet val'len in den tweeden of eeuwigen dood.
Nu vraagt men ons nóg eens : waarom er dan toch sprake is in dit verband van 1000 jaren ?
Wel, dit moeten we verklaren naar de symboliek van de H. Schrift. Is 1000 — we wezen er reeds op — niet altijd het volle, groote, goddelijke getal, om uit te beelden, dat het gaat zooals God het te voren bepaald heeft ? Als er 7000 nog zijn in Elia's daigen, die de knie voor Baal niet gebogen hebben, dan gelooft niemand, dat er, op den man af, precies zeven duizend menschen waren, die den Heere vreesden in Achab's dagen. Maar dan beteekent dit, dat er naar de werking van den Drieëenigen God (3), in het Noorden en het Zuiden, in het Oosten en in het Westen (4) — en dus naar de werking van den Drieeenigen God over de vier windstreken des lands — een vol en groot getal was van Gods uitverkorenen. Het heilige volk van God, geheiligd in de vreeze Zijns Naams, bestond toen nog, zeven (het heilige, goddelijke getal) maal duizend (het getal van deze aarde in volheid) ; wat ziet op een getal der vromen, dat, ten spijt van Elia's droefgeestigheid, niet klein en niet gering, maar groot is op aarde.
Duizend is dus een. getal, dat ziet op een lange periode.
„Duizend jaren zijn bij den Heere als één dag", zegt Petrus, „en één dag als duizend jaren".
Als er dan ook sprake is van 144000 der „verzegelden", die Johannes niet ziet (Openb. 7 vers 4), maar waarvan hij enkel hoort het resultaat van het in het verborgen geschiedende werk der engelen Gods („en ik hoorde het getal der verzegelden", Openb. 7 vers 4), dan weten we, dat er 144000 zijn verzegeld uit alle mogelijke stammen Israels, van alle mogelijke zonen Israels (Jacob's naam in Pniël, Gen. 32 vers 28, wordt Israël; „zonen Israels" zijn dus : „deelgenooten van dien zegen des Heeren", kinderen van het „geestelijk Israël" dat den God van vader Jacob heeft leeren vreezen) van heel de wereld en van alle oorden der aarde. En als we lezen van die 144000 die den naam des Vaders geschreven dragen op hunne voorhoofden en die met het Lam staan op den berg Sion (Openb. 14), dan denkt niemand aan een optelsom van 144 duizend gezaligden, maar ieder, die iets van de symbolische getallen der Schrift verstaat, denkt aan 12X12X1000, d.i. het volte, goddelijke getal der uitverkorenen uit de 12 geslachten van het Oude en uit de 12 geslachten van het Nieuwe Verbond, het volle getal uit het geestelijk Israël, dat de besnijdenis des harten kennen mag. Gelijk God toch z'n geestelijk Israël had onder de Oude Bedeeling, zoo heeft Hij het ook onder de Nieuwe Bedeeling. Dat is de zegen Abrahams, die in Christus komt over alle geslachten der aarde.
Het volle getal van Gods kinderen, van vóór de grondlegging der wereld in Christus uitverkoren, die door alle crisissen heen, ten slotte aan het eind der lange en bange wereldhistorie, als het resultaat van het werk des Middelaars (het Lam), in den hemel zullen vergaderd zijn, waarbij dan niet één van Gods kinderen, niet één van Christus' schapen zal worden gemist, zingende het nieuwe lied ter eere van het Lam Gods !
Is er dus sprake van duizend jaren, dan denken we aan den tijd door God uitgemeten voor de prediking van het Evangelie en de toevergadering der volkeren, van Paaschmorgen af tot den dag, waarop de groöte crisistijd zal komen van den Anti-christ, van den mensch-der-zondè.
Dan zal de strijd op 't hoogst worden. Dan zullen de vijandige machten, die samenkomen tot den laatsten en bisslissenden strijd tegen het volk Gods en de Kerk van Christus zich opmaken, en dat zal duren tot den jongsten dag;
Gog is de koning van het land Ma­gog, waar het barbarenvolk der Scyten woonde, van wier woeste invallen ook Palestina, kort vóór Ezechiël, veel te lijden heeft gehad (Ez. 38 en 39). Zulke typen van vijandelijke machten, zooals vroegeriGog en Magog, en zooals in de jaren 80—90 na Chr. (in Johannes' dagen) de Parthen waren [Openb. 13 vers 1 ; 17 vers 16 ; met den herleefden(? ) Caesar Nero (666)], zóó zullen tegen de laatste dagen dezer bedeeling wéér allerlei satanische machten opduiken. Maar al zullen de vijanden zich opmaken om den genadeslag toe te brengen aan Christus' Kerk, de overwinning zal des Heeren wezen en Satan met al z'n bent zal uitgeworpen worden in den poel van vuur en sulfer.

(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Geestelijke opbouw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's