Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke opbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke opbouw

De Christelijke Ethiek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geloofsleer, de dogmatiek geeft den onderbouw voor de Ethiek. Zoo als onze Dogmatiek is, zoo is onze ethiek. Onze Ethiek wordt beheerscht door grondbeginselen, dat "onze levensbeginselen zijn. En omdat onze grond-en levensbeginselen „christelijk" zijn, is ook onze Ethiek opgebouwd naar onze christelijke levensbeginselen. En zoo spreken we van Christelijke Ethiek. Dan kan ieder dadelijk weten, van welke beginselen we uitgaan, als we gaan handelen over den mensch in zijn zedelijk handelen; over den mensch en zijn levensroeping, in betrekking tot al de levenskringen en levensterreinen, waar de mensch zich noodzakelijker wijze moet bewegen.
Natuurlijk zegt de liberalist en de modernist : dat wij dan „bevooroordeeld" zijn. En dat mag niet. Men moet zich bij de wetenschap op „vrij" standpunt stellen ; mèn moet niet „gebonden" zijn aan een bepaalde overtuiging; men moet niet „dogmatisch" ingesteld zijn enz., want anders kan men „de wetenschap" niet dienen.
Bij al dat gepraat van de liberalisten en modernisten grijpt de christen z'n Bijbel des te steviger vast en voelt, dat al dat redeneeren daartoe moet dienen, dat de christenen hun Bijbel zullen wegleggen. Zonder Bijbel beginnen en zonder Bijbel voortwerken — dat is „onbevooroordeeld" en „wetenschappelijk". Dan kan men de wetenschap vooruit helpen !
Maar de christen kent het gefluit van den vogelaar wel.
De liberalist en de modernist heeft zich al zoo dikwijls aangediend met al die mooie woorden. En het gevolg is geweest, dat de christenen des te meer naar hun Bijbel hebben gegrepen, om van dat Woord te zeggen, met den dichter van Psalm 119, dat Gods getuigenis eeuwig zeker is en dat 's Heeren Woord een lamp voor onzen voet en een licht op ons pad is.
De „duisterlingen" roemen in het licht, als zij bij Gods Woord neerzitten. En „de verlichten dezer eeuw" dolen in duistere paden, wanneer ze Gods Woord verachten.
Zoo dacht de dichter van Psalm 119 er over en zoo denken wij er over. Gelijk de Heere Zelf betuigt, dat de kinderen der wereld, die Zijn Woord verwerpen, geen wijsheid over houden !
Zoo laten wij ons dus niet uit 't veld slaan en spreken van Christelijke Ethiek, omdat wij den mensch in zijn zedelijk handelen willen gadeslaan en naar onze christelijke beginselen, dat is : overeenkomstig Gods Woord (want God wil niet, dat Zijne christenen anders onderwezen zullen worden dan door Zijn Woord en de prediking daarvan — zegt de Heidelbergsche Cat. Zond. 35) willen beoordeelen. Gods Woord zal ons leeren wie en wat de mensch is, wie en wat de christen is en hoe de christen zich heeft te gedragen als redelijk, zedelijk schepsel op het breede terrein des vollen levens, dat God voor hem heeft uitgemeten.
En zoo herhalen wij nóg eens : onze Ethiek staat ten nauwste in verband met onze Dogmatiek (wat ieder, de ongeloovige zoo goed als de geloovige, de liberalist en de modernist zoo goed als de rechtzinnige Christus-belijder, zal moeten toestemmen); onze Ethiek wordt uit onze Dogmatiek opgebouwd.
Want als dat niet het geval is, waaruit wil men dan z'n Ethiek vullen ?
Met echte, vrije wetenschappelijke beginselen — zal men zeggen.
Maar dat kennen we nu al ! Die 't meest „wetenschappelijk" zijn, hebben dan een voorraad van dogma's, waarvan 't verschil met de dogma's der christenen al­ leen dit is, dat ze zijn. los van 't Woord
En op dien grondslag "los van het Woord" wordt dan het gebouw opgetrokken.
Wanneer wij nu op christelijk standpunt zeggen, dat de Ethiek ten nauwste betrokken is bij onze Dogmatiek en dat in de Dogmatiek principieel dezelfde beginselen verwerkt worden als in de Ethiek, zoo heeft men daaruit wel eens de gevolgtrekking gemaakt en de stelling verkondigd (we denken o.a. aan prof. van Oosterzee) dat de Ethiek eigenlijk een onderdeel van de Dogmatiek is en dan ook in de Dogmatiek behoort te worden opgenomen en daar moet worden behandeld ; en dan bij het stuk van de Heiligmaking.
Als we dat hooren, kunnen we zoo'n redeneering wel verklaren. Want de Ethiek wil handelen over het ethisch, zedelijk handelen van den mensch ; over 't doen en laten van den christen ; over 't geen des christens levensroeping is en zijn levensplichten zijn naar alle kanten uitgestrekt. En immers als wij, christenen, 't daar over hebben, over de toepassing van onze beginselen, over de openbaring van ons leven als christen, over de practijk der godzaligheid — dan grijpen wij altijd onwillekeurig naar onzen Catechismus, het leerboekje in onze Geref. Kerk van ouds" in gebruik. Daar, in het derde stuk — het stuk der dankbaarheid, dat volgt op het stuk der verlossing en heel goed weet wat het stuk der ellende is — vinden we de breede en mooie verhandeling van de Wet der tien geboden en daarin wordt ons dan zoo keurig beschreven, juist gepast voor de practijk der godzaligheid, wat de levensroeping is en de levensplichten zijn van een mensch, die God als zijn Schepper erkent en aan dien God z'n verlossing in Christus te danken heeft. Dan vinden we daar beschreven, hoe de christen uit dankbaarheid te leven heeft en wat zijn roeping is ten opzichte van God en van z'n naaste, de roeping voor zijn eigen persoonlijk leven, voor 't gezin, de Kerk, de School, de Maatschappij, den Staat enz. Dan gaat het over vragen en problemen en plichten ten opzichte van het zedelijk leven, van het familieleven ; over schuld, straf, vergelding ; over gezag en vrijheid enz. enz.
Als we dat nu in oogenschouw nemen, dat het bij de Ethiek gaat over al zulke dingen, dan zien we dat het allemaal zaken zijn, die in de Dogmatiek behandeld worden en dan in 't stuk dat na de rechtvaardigmaking, en dus bij" het stuk van het nieuwe leven, bij het stuk van de heiligmaking komt.
Daarom wil men dan van de Ethiek niet een afzonderlijk „vak" maken, maar 't doen zijn een onderdeel van de Dogmatiek, om het dus tegelijk met de Dogmatiek te behandelen.
Maar wanneer men ook weer even de dingen practisch neemt, zooals ze in werkelijkheid zijn, dan voelt men toch, dat het zóó niet kan. Want in de Dogmatiek, met name dan bij het stuk van de Heiligmaking, kan men toch het breede veld van het leven eens christens, met z'n levensplichten en levensfuncties niet gaan behandelen, met omschrijving en bespreking van ai de levensterreinen, waar de christen handelend moet optreden. Dat wordt veel te breed, veel te omvangrijk !
Want God heeft een zoo hooge roeping en zoo velerlei levensplichten gegeven aan den christen, die, herboren door Zijn Geest, ingeënt is in Jezus Christus en Zijner zalving deelachtig is, om in drieërlei ambt als profeet en priester en koning Gods Naam te bekennen en naar uitwijzen van Gods Woord bezig te zijn overal waar God hem roept en waar de Heere een taak voor hem heeft.
En zoo zullen we verstandig doen de Ethiek afzonderlijk te nemen, zij 't dan, dat we heel veel dingen van de Dogmatiek dan eenvoudig hebben over te nemen, om het als grondbeginselen te nemen en het als onderbouw te gebruiken.
We behoeven dan weer niet te gaan omschrijven en uiteenzetten wat we in onze Dogmatiek, naar uitwijzen van Gods Woord, reeds hebben. Want dubbel werk is nergens voor noodig. Met onze Dogmatiek achter ons beginnen we aan onze Ethiek. (Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Geestelijke opbouw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's