Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkeraad - Kiescollege.
Met name de N. Rott. Ct., ook „Ons Kerkblad", orgaan van de Afd. Rotterdam van de Ver. van Vrijz. Ned. Hervormden (in de Afdeeling „Hillegersberg") en ook andere (kerkelijke) bladen hebben de aandacht gevestigd op de stemming, welke straks in 1931 moet plaats hebben over de vraag : zal er in een gemeente Kerkeraad of Kiescollege zijn, om het verkiezings-en het beroepingswerk te verrichten. Zal er dus wel of zal er geen Kiescollege zijn. Is er een Kiescollege, dan worden daar de Kerkeraadsleden gekozen en de predikanten ter beroeping aangewezen, is er géén Kiescollege, dan vult de Kerkeraad zichzelf aan en dan beroept de Kerkeraad den predikant.
Zwolle b.v. heeft geen Kiescollege. De Kerkeraad (modern) kiest dus ouderlingen en diakenen, beroept de predikanten.
Utrecht eveneens. In den Kerkeraad (orthodox) wordt alles beslist, die heeft alles in handen.
In Arnhem is een Kiescollege, in Den Haag dito, in Rotterdam eveneens, enz. enz. Er is dus nogal verscheidenheid, zoowel in de groote steden (hoewel de Kiescolleges verre in de meerderheid zijn en de Kerkeraden verre in de minderheid, zelfs uitzondering). als: ook ten platten lande (waar heel veel kleine gemeenten zijn met Kerkeraad — en dus geen Kiescollege — maar waar toch ook tal van gemeenten zijn met Kiescollege).
Op de vraag : wat moeten we hebben, Kerkeraad of Kiescollege, is moeilijk een antwoord te geven. Als Ameide en Tienhoven het ons vroeg, zouden, we zeggen : Kerkeraad. Stelde Stolwijk dezelfde vraag, dan zou ons antwoord eveneens zijn : Kerkeraad (onder de huidige omstandigheden !). Wanneer Oudshoorn ons de vraag stelde, zou ons antwoord zijn : Kiescollege.
zulke verschillende antwoorden?­ Waarom
Ten eerste omdat noch Kerkeraad (zonder meer), noch Kiescollege (en dat heelemaal niet) ons ideaal is. Dat de Kerkeraad zichzelf aanvult en dominé's beroept — zonder dat de Gemeente iets te zeggen heeft, vinden we niet goed. 't Is niet gereformeerd, 't Is niet naar de Schrift !
Dat er Kiescollege is, met al den rompslomp van verkiezingsstrijd in de gemeente (elk jaar weer !) terwijl dan de verkiezing van ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten door de Gemachtigden (leden van het Kiescollege) geschiedt, vinden we fataal. We hebben in ons leven zooveel ongerechtigheden beleefd in zake het Kiescollege — bij alle partijen, ook helaas ! bij de Gereformeerden — en we zien jaarlijks zooveel bespottelijke, ergerlijke dingen in de stemlokalen (onder vrouwen en mannen — van alle richting — 't meest onder degenen die geen richting hebben, maar door een bepaalde richting gebruikt worden of voor een bepaalde richting willen opkomen !) dat een Kiescollege geen ideaal is in onze oogen.
Vraagt Oudshoorn ons dus : wat moeten we hebben, Kerkeraad of Kiescollege ? Dan zeggen we : Kiescollege ! En wel, omdat in Oudshoorn, waar de Kerkeraad alles klaar maakt, nu voor de rechtzinnigen, die den Christus belijdgen naar de Schriften, totaal geen rechten bestaan. Ze moeten volkomen rechtloos rondzwerven, terwijl degenen die de hoofdwaarheden van onze belijdenis en van onzen Catechismus, de hoofdwaarheden van het Apostolisch geloof ook, loochenen en met voeten treden, daar bij 't laatje en bij 't vuur zitten en alles zich toeëigenen, alsof hun alles toekomt en aan de rechtzinnigen niets behoort.
De eenige kans op verbetering is voor zoo'n gemeente : Kiescollege!
Zooals b.v. de Modernen in Hillegersberg, bij monde van den propagandistpredikant ds. Bloemhof, zeggen : hier moeten wij Kiescollege hebben, anders komen wij er nooit tusschen en kunnen wij hier nooit wat veroveren ! Omdat daar de rechtzinnige Kerkeraad zichzelf aanvult en dominé's beroept.
De Kiescolleges zijn mooi om op buit uit te gaan. Als men den buit binnen heeft, dan kunnen ze verdwijnen zoo zou elke „partij" kunnen zeggen.
Toch hebben, we, Kiescolleges te danken. Vroeger was het toch, dat de Kerkeraad overal alles maar af deed. En er heerschte een geest, die zéér sterk anti-orthodox was. 't Leek, alsof de rechtzinnigen er niet waren. En toen zijn de Kiescolleges geboren en in vele opzichten is de Hervormde Kerk „om" gezet ! In de steden en op het platte land was het modern of zoo iets. Door de Kiescolleges is er verandering gekomen. En sinds zijn heele groote brokstukken van ons Vaderland niet meer kerkelijk-modern, maar rechtzinnig.
Dat mogen wij niet vergeten !'" Dat nu de Modernen, die geest en hoofdzaak van het Apostolisch geloof loochenen en in strijd zijn met den aard en het wezen van onze Hervormde belijdenis, overal, vooral in de groote steden, ijveren voor een Kiescollege is te begrijpen. Ze zijn er „uit" en ze willen er weer „in" komen.
En zoo staat het ook wel bij de rechtzinnigen, die „rechtloos" staan in hun eigen Kerk, die gebouwd is op de Apostolische belijdenis, maar waar de Modernen hun geen plaats gunnen. Door middel van een Kiescollege willen ze den strijd aanbinden en probeeren aan de Kerk te geven wat van de Kerk is en waarop de Kerk recht heeft.
Elke tien jaar nu moet de gemeente worden opgeroepen, om door hoofdelijke stemming — mannen en vrouwen — uit te maken, of er voor de volgende tienjarige periode Kerkeraad of Kiescollege zal zijn.
Deze stemming moet nu plaats hebben tusschen Januari en Maart 1931. De N.R.Ct. herinnert er aan, dat het nu de achtste maal zal zijn, dat deze belangrijke tienjaarlijksche stemming gehouden zal worden. Want voor 't eerst hebben de gemeenten zich te dezen opzichte moeten uitspreken in 1861 (dr. Kuyper heeft er zich toen zéér voor geïnteresseerd en voor Kiescollege gepleit) en vervolgens heeft deze stemming zich om de tien jaar herhaald.
De N. R. Ct. voegt er dan deze beschouwing nog aan toe, na gezegd te hebben, dat er nog bijna vijfhonderd (500) gemeenten zijn waar de Kerkeraad de leiding beeft en dus geen Kiescollege bestaat : „Een statistiek omtrent de uitslagen der tienjaarlijksche stemmingen openbaart den samenhang tusschen kerk en gewestelijke geestesgesteldheid. In de van ouds meer feodale plattelands districten blijft over 't algemeen de oligarchie van den kerkeraad bestendigd, terwijl de meer democratisch aangelegde streken zich voorstanders van de uitoefening van het stemrecht door de kerkelijke kiezers zelf toonen. Dat de feodale geest bovendien meestal met orthodoxie en de democratie met vrijzinnigheid gepaard gaat is bekend.
En zoo zal het geenszins toevallig zijn, dat juist in de orthodoxe provincies Gelderland, Zuid-Holland en Utrecht het aantal gemachtigde kerkeraden in de meerderheid is en dat deze in de vrijzinnige provincies Noord-Holland, Friesland, Groningen en Drenthe een uitzondering vormen. Gewestelijke tradities blijken echter in dit proces ook een voorname factor te wezen ; dat het orthodoxe Zeeland zich tot nog toe in meerderheid voor het zelfstandig stemmen van de kiezers heeft uitgesproken en dat omgekeerd in Brabant met Limburg de coöpteerende kerkeraden in de meerderheid zijn, zal men aan bizondere omstandigheden moeten toeschrijven.
Een onderzoek, waarbij wij gemakshalve de combinaties voor één gemeente telden en de gestichtsgemeenten bij de coöpteerende kerkeraden inbegrepen, leverde de volgende uitkomst. In de Ned. Herv. Kerk kiezen momenteel 851 gemeenten zelf en hebben 486 benoeming en beroeping aan den kerkeraad overgelaten. In de provinciale ressorten vonden wij onderscheidenlijk het volgende, waarbij het eerste getal dat der gemachtigde kerkeraden en het tweede dat der zelf stemmende gemeenten aangeeft : Gelderland 110—88; Zuid-Holland 109— 89 ; Noord-Holland 48—108 ; Zeeland 38— 59 ; Utrecht 35—34 ; Friesland 35—188 ; Overijsel 25—52 ; Groningen 14—139 ; Brabant 64—46 ; Drenthe 8—48.
De provincie Groningen bezit de eenige classis in gansch het land, die uitsluitend zelf stemmende gemeenten omvat ; het is de classis Winsum.
De meeste grootestadsgemeenten hebben het kiescollege ingevoerd, o.a. Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, .Haarlem, Alkmaar, Arnhem, Nijmegen, Zutfen, Leeuwarden, Amersfoort, Leiden, Dordrecht, Middelburg, Groningen, Deventer, Enschedé, Breda en Roermond. Het coöptatie-stelsel bestendigt zich vooralsnog in Apeldoorn, Utrecht, Vlissingen, Zwolle, Hoorn, Gouda, Den Bosch, Schiedam, Zierikzee, Eindhoven en Maastricht. Merkwaardig is, dat twee overwegend vrijzinnige gemeenten, n.l. Zwolle en Hoorn, het ook nog handhaven. Ofschoon de eigenlijke stemming over deze aangelegenheden, gelijk gezegd, eerst in Januari en Februari a.s. zal plaatsvinden, wordt in deze maand reeds een aanvang gemaakt met de voorbereiding. In September moeten de kerkeraden n.l. de kiezerslijsten opmaken, op grond waarvan straks de tienjaarlijksche uitspraak zal worden gehouden.
Het zal van belang zijn, dat men de weinige maanden, welke men hiertoe nog ter beschikking heeft, besteden zal om zich ernstig rekenschap te geven van de beginselen en de hieruit voortvloeiende praktische gevolgen, welke beide ter keuze aangeboden stelsels ieder voor zich vertegenwoordigen, opdat het straks te nemen besluit niet klakkeloos geschidde."

Opmaken van de Kiezerslijst.
In elke gemeente waar méér dan 100 (honderd) stemgerechtigden — mannelijke en vrouwelijke lidmaten saam gerekend — zijn, moet een kiezerslijst zijn met al de namen van de mannelijke en vrouwelijke lidmaten.
De stemgerechtigden moeten in Januari of Februari 1931 worden opgeroepen om te beslissen over de vraag : Kerkeraad of Kiescollege?
Deze kiezerslijst moet door den Kerkeraad te voren in orde worden gebracht en wel in de maand September. Nauwkeurig moet dan acht gegeven worden, dat alle namen van alle mannelijke en vrouwelijke lidmaten van 23 jaar en ouder er op voorkomen. En waar 't in vele gemeenten een trijd van de grootste beteekenis kan wor­den, zullen ook de Gereformeerden, maar zeker ook de rechtzinnigen in 't algemeen, goed doen er acht op te geven, dat geen naam gemist wordt.
Attestaties zullen natuurlijk ingediend moeten zijn en dan de administratie in orde !
't Is kort dag. Laat ieder er om denken !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's