Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

De Heere is groot.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze zal groot zijn. Lukas 1 vers 32a.

In deze dagen worden wij geroepen onze harten toe te bereiden door den Heiligen Geest om den Heere te ontmoeten. Over enkele weken keert het Kerstfeest weer en hopen wij ter bedevaart te gaan naar Bethlehem, het kleine stedeke, waar God groote daden heeft gedaan.
En nu wilden wij u ter voorbereiding voor de herdenking van 's Heilands geboorte dit woord van Gods belofte ter overdenking voorleggen. Moge ook onze tent op den dag van 's Heeren feest, weergalmen van hulp en heil ons aangebracht en ook wij zingen met dankb're psalmen : Gods rechterhand doet groote kracht.
Gabriel, de hooge hemelbóde, is tot Ma­ria gezonden om haar te boodschappen van de wondere genade, die aan deze eenvoudige vrouw zal worden verheerlijkt. Maria is een bijzonder begenadigde vrouw. Gods verborgenheden worden haar door den engel geopenbaard. Zij zal zijn de moeder van Jezus, den Zaligmaker. En deze Jezus zal groot zijn. Maria zal de moeder zijn van een groote onder de kinderen der menschen. Hij zal een Zoon des Allerhoogsten worden genaamd. Hij zal een Zoon des Allerhoogsten zijn. Die grootheid van het Kindeke zal daarin openbaar worden, dat Hij een troon zal ontvangen, een troon als Davids troon en dat koninkrijk waarover deze zal heerschen, zal van eeuwigen duur zijn.
Deze zal groot zijn. Dat was een bijzonder groote en rijke belofte, die de Heere door engelenmond tot Maria deed komen.
Maar als nu de vervulling van Gods belofte gezien wordt, is Jezus dan werkelijk, zoo groot ? Lijkt het dan juist niet anders. Zie, de mensch ! Hoe klein is hij. Wordt daar een groote onder de grooten geboren in een stal ? Welk een armoede. Geen kleertjes voor den poezelen kleine zijn gereed.Weinige schamele doeken moeten de teere leden omhullen. Is deze kleine nu groot Wat een afkomst had hij ! „Is deze niet de zoon van den timmerman. Is niet Maria zijn moeder ? "
En als hij een koning is, waar zijn zijn dienaren ?
Als Jezus is groot geworden, waar blijk, de vervulling van de rijke beloften des Heeren, aan Maria gedaan : Wat zeggen de menschen van Hem ? Zelfs zijn broeders lachen om Hem, die Zich voor wat groots uitgeeft.
In wat kringen verkeerde deze, die groot zijn zou. In klein gezelschap ! Met tollenaren en zondaren zat Hij aan.
In de dagen van Zijn lijden wordt het dan gezien, dat deze groot was, groot, zooals de engel dit had voorzegd ? Hoe klein was Hij toen — een worm en geen man. Klein als een lam en zoo ter slachting geleid.
Ja, waarlijk, den ganschen tijd Zijns levens was geen gedaante of heerlijkheid in Hem. En toch — de Heere had beloofd : Deze zal groot zijn ! En Gods beloften falen niet. God is geen man, dat Hij liegen zoude. Jezus is groot. En Hij toont ook Zijn grootheid, ja, eens zal Hij Zijn grootheid ten volle toonen, zóó, dat alle schepsel Zijn grootheid zal aanschouwen en erkennen.
Dat is het wondere mysterie, dat de Kerstdag ons predikt: Jezus klein en nochtans groot, arm en toch rijk, zwak en toch sterk, vernederd en nochtans met eere en heerlijkheid gekroond.
Ja, waarlijk, de Heere Jezus is groot, grooter dan de grooten dezer wereld, machtiger dan Keizer Augustus en meer dan Salomo. Hij alleen is groot. Alle menschelijke grootheid verzinkt bij de grootheid van Immanuël, den God met ons. Menschelijke grootheid vergaat, maar de grootheid van Christus is van eeuwigen duur.
Eerst, als wij Christus in Zijn grootheid hebben leeren kennen, kunnen wij waarlijk Kerstfeest vieren. Wij moeten zelve eerst aanschouwers geweest zijn van Christus' heerlijkheid, zullen wij amen kunnen zeggen op het woord, door den engel gesproken. Het is onbegrijpelijk, dat de wereld van Hem zingt, in den stillen, heiligen nacht geboren. In het oog van den natuurlijken mensch is Hij de onwaardigste onder de menschen. Alleen door het geloof is Christus' grootheid te verstaan ; alleen het geloofsoog ziet in Jezus waarlijk de voorzegging des Heeren vervuld.
Dwars door Zijn armoede heen, ziet hij wiens oogen geopend zijn om Christus' grootheid te aanschouwen, Zijn onmetelijken rijkdom — dan is het: arm geworden, omdat wij zoo arm zijn ; dwars door Zijn kleinheid heen Zijn grootheid. Hij vernederde, ja, vernietigde Zich, opdat Hij Zijn hand tot de kleinen zoude wenden. Door het geloof verstaan wij het mysterie var de vleeschwording des Woords : klein ge­worden om groot te maken. Arm geworden, om armen te verrijken.
Welk een fontein van genade wordt hier geopend ! Welk een gadeloos erbarmen ; welk een matelooze liefde !
O, Heere, ontdek onze oogen om de grootheid van Christus te zien.
Deze zal groot zijn. Dit wijst blijkens het verband allereerst naar 's Heeren grootheid als Koning. Als Koning heeft de Heere Jezus alle eeuwen door Zijn onpeilbare grootheid geopenbaard. Hij is de Koning van het eenige Koninkrijk, dat onvergankelijk is, het Koninkrijk der hemelen. van armen en verlorenen, van tollenaren en zondaren wil Hij Koning zijn en als een goed Koning hen beschermen tegen alle hunne vijanden en hen bewaren voor alle kwaad.
Daarin komt nu de koninklijke grootheid van den Heere Jezus uit. Hij wil onderdanen van het rijk des Boozen maken tot Zijne dienaren. Alle eeuwen door bouwt de Heere Jezus Zijn rijk en toont Zijn macht en Zijn grootheid in het bekampen van het rijk der duisternis.
Hij is zoo groot! Wat moet. Hij niet doen om een ziel te bevrijden uit de hechte kluisters van den Booze ; maar zoo toont Hij Zijn grootheid,
Hebt gij reeds die koninklijke grootheid des Heeren in uw eigen leven ervaren ? Als wij dit woord : Deze zal groot zijn, als een belofte Gods aanvaarden, als een woord dat niet liegt, dan behoeven wij nooit te wanhopen ; niet te wanhopen aan den opbouw van onze Vaderlandsche Kerk ; niet te wanhopen ook, of Christus is de machtige ook ons aan het verderf te onttrekken. Gij staart misschien meer op uw onmacht ten goede dan op 's Heeren koninklijke grootheid. En als gij zegt : O, gij moest eens iets weten van het woelen en werken der zonde in mij, dan kan het wel zijn, dat reeds iets van Christus' grootheid, zooals die zich in den strijd met Satans rijk openbaart, aan uw ziel is verheerlijkt. Gij ziet en ervaart zoo de macht der zonde in u en om u. Maar is, er nu ook een worstelen om aan die heerschappij en macht te ontkomen? Leeft er in uw hart een diepe haat en een vurige vijandschap tegen alle boosheid ? Dat is dan de voetstap van Christus die Zijn groot held openbaart. Zoo brengt de Heere onder Zijn scepter. De Heere toont Zijn grootheid door eerst de grootte van de verdervende machten, die ons gevangen houden, te doen zien. Hij voert tot verootmoediging, tot belijdenis van zonde. Het is Zijn werk, als een zondaar uitroept : Tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, en wat kwaad is in Uw oog heb ik gedaan.
Zoo maakt de Heere den mensch klein, o zoo klein, en dan rijst de bede uit de diepten omhoog : Laat Uw grootheid van koninklijke gunst en genade in mijn lever, worden gezien !
Als wij weten in ellende te zijn verzonken, als wij waarlijk onze ellende hebben leeren zien, dan wordt Christus groot voor ons en verheerlijkt de groote Christus Zich Zijn genade wegschenkende en een overvloed van vrede en waarheid openbarende als degene voor Wien niets te wonderlijk is.
Heft dan uw hoofd omhoog, gij neergebogene, die gansch en al er aan twijfelt of er nog ooit van u iets terecht zal komen, en denk maar groot van den Heere. Gij wel klein en neergebogen, maar de Heere oneindig hoog — om alle neergebogenen op te richten.
Wat is de Heere toch groot, dat Hij zich wil neerbuigen tot een verdoemelijk zondaar. Wat in de wereld, wat in ons hart zal het tegen de grootheid des Heeren uithouden ? Wie zal die grootheid, grootheid van koninklijke genade en gunst, wederstaan ?
Het zij onze Adventsbede : Heere, toon ons die grootheid, waardoor Gij kinderen der duisternis maakt tot kinderen des lichts.
Deze zal groot zijn ! Zeg! gij daarop amen ? Kunt gij zeggen : Hij is groot, want aan mijn ziel heb ik ervaren hoe een volheid van genade bij Hem is, waaruit Hij ook mij heeft begiftigd ?
Dan zijt gij dus Zijn onderdaan. Verwacht maar alles wat gij op uw pelgrimsreize behoeft, van de grootheid des Heeren. Menschen vallen zoo dikwijls tegen als wij hen nader leeren kennen. Hoe dikwijls hooren wij of zeggen wij : dat had ik van hem niet verwacht. Hoe valt hij mij tegen !
Maar de grootheid van den Heere Jezus valt nooit tegen. Hoe langer gij in 's Heeren gemeenschap moogt verkeeren, hoe grooter wordt Hij voor uw zielsoog, hoe meer moet gij uitroepen : Alles wat aan Hem is is gansch begeerlijk, en zoo Zijn grootheid aanbidden.
Als de Heere Zijn grootheid in het betoon van koninklijke genade aan ons heeft doen ervaren, dan zal de weerklank in onze ziel op het woord van den engel zijn : Mijn ziel maakt groot den Heere.
Den Heere groot maken, dat is een treffelijk werk. Dat kunnen wij alleen, als wij des Heeren groote wonderdaden hebben leeren kennen, als wij Christus' grootheid hebben aanschouwd.
Al zal 't stamelende zijn, hier zullen Gods kinderen den Heere leeren groot maken. Zij worden bij Christus' grootheid bepaald en zullen er ook blij van roemen. Als wij hier den Heere leerden groot maken, dan zullen wij eens worden verwaardigd eeuwig den Heere te prijzen met blijde galmen ; dan zullen wij ook eens den Koning in Zijn volle grootheid leeren kennen.
De Heere toont Zijn grootheid. Daardoor wil Hij behouden. Gods Geest binde het ons op de ziel er naar te jagen om Christus te kennen in al Zijn grootheid. Eens zal Christus' grootheid voor aller oog worden gezien, als Hij wederkomt. En de Zoon des menschen, als Hij komt, zal Hij geloof vinden op aarde, — geloof vinden bij ons ?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's