Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en maatschappij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en maatschappij

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meten met twee maten.
Evenals prof. Visscher bij de behandeling van het hoofdstuk "Onderwijs" van de Rijksbegrooting den vinger op de wonde legde van de voortgaande splitsing op het terrein van het bijzonder onderwijs (zie 't nummer van ons blad van de vorige week), zoo wees deze afgevaardigde ook op de splijtzwam, welke op het politiek erf bezig is om de klove tusschen de Protestantsch Christelijke partijen breeder en dieper te maken.
Daarbij zijn het bijzonder ds. Kersten en de zijnen, die allerlei futiliteiten opblazen tot diepgaande verschillen.
Prof. Visscher wees er terecht op, dat de Staatkundig Gereformeerden zich verplaatsen in een sociale structuur, die drie eeuwen achter ons ligt en daaruit theorieën opbouwen en verschillen aandikken, alsof er een oneindige afstand bestaat tusschen ds. Kersten en alle Gereformeerde menschen, die tot de Antirevolutionaire Partij of tot de Protestantsch Christelijke groep behooren. De werkelijkheid is echter — zoo ging de professor voort —-dat wij op het oogenblik met Artikel 36 volstrekt niet kunnen werken ; ds. Kersten ook niet. De wetgever heeft met de realiteit (de werkelijkheid) te rekenen.
Vooral als 't tegen de verkiezingen loopt, worden de verschillen der beginselen uitgemeten als nooit te voren, worden de partijen, die het dichtst bij de Staatkundig Gereformeerden staan, het felst bestreden en zijn het de drie Hervormd Gereformeerde Kamerleden prof. Visscher, dr. Severijn en de heer Duymaer van Twist, die als de meest beginsellooze menschen aan de kaak worden gesteld.
Natuurlijk hebben de Staatkundig Gereformeerden met deze wijze van doen eene bedoeling. De Hervormd Gereformeerden moeten overtuigd worden, dat hun eigen mannen geen vertrouwen verdienen en dat zij niet beter kunnen doen dan zich bij ds. Kersten en de zijnen aan te sluiten.
Deze tactiek wordt gevolgd op politieken ook op kerkelijk terrein.
De druppel holt den steen uit. Een voorbeeld van dit nobel spel van de Staatkundig Gereformeerden was onlangs bij vernieuwing in De Banier te vinden, toen ditmaal eens duidelijk moest worden uiteengezet hoe prof. Visscher en de heer Duymaer van Twist den moed missen om voor hun overtuiging uit te komen. Beide Kamerleden waren bij de stemming over een motie niet tegenwoordig geweest, die, om de beteekenis daarvan in het oog te doen vallen, werd opgeblazen tot een zaak van zooveel gewicht, dat het niet aanwezig zijn bij de stemming met beginselverzaking gelijk stond.
De Banier, die niet schijnt te begrijpen, dat Kamerleden ook wel eens ander belangrijk werk hebben te verrichten, dan de debatten in de Kamer te volgen, riep de beide Kamerleden op, om zich in het publiek over hunne afwezigheid te verantwoorden. Men staat verbaasd over een dergelijke vrijmoedigheid van het blad, waar het toch aan een ieder niet onbekend is, dat ds. Kersten meestentijds op het appèl ontbreekt en slechts zelden eene vergadering van de Kamer van het begin tot het einde bijwoont. Nog de vorige week, toen het in de Kamer ging over de vervolging der vrouwen, die aan de verkiezingen ten vorigen jare niet hadden deelgenomen — een onderwerp waarvoor de Staatkundig Gereformeerden zich zoo interesseeren — schitterden alle drie de Staatkundig Gereformeerde Kamerleden door afwezigheid. En zeker zou de zaak zonder een enkel woord onder den hamer van den voorzitter der Kamer zijn doorgegaan, waren de Antirevolutionairen niet op hun post geweest en had de heer Duymaer van Twist zich niet het lot der vrouwen aangetrokken. Deze afgevaardigde wist van den Minister de toezegging te verkrijgen, dat opnieuw zou worden overwogen wat gedaan kan worden om de vervolgingen te doen beëindigen. Doch van dit alles deelt De Banier natuurlijk in zijn blad niets mede, daarvan moeten de lezers onkundig blijven. Het blad roept de Staatkundig Gereformeerde Kamerleden ook niet op om zich te verantwoorden.
Hier wordt met twee maten gemeten. Wanneer zullen ook de Staatkundig Gereformeerden gaan begrijpen dat aan de verdachtmakingen een einde moet komen, dat de Protestantsch Christelijke partijen elkander noodig hebben om met kracht tegen het beginsel der revolutie, dat vooral in onze dagen zoo driest het hoofd opsteekt, te kunnen optreden ? Waarom moeten de verschillen, die geen verschillen in de beginselen zijn, worden toegespitst ?
Moeten de toestanden, waarin wij verkeeren, nog eerst een ernstiger karakter krijgen ?
Prof. Visscher zeide het in zijn Kamerrede zoo juist, dat in de versnippering van het volksleven, en in het gebrek aan samenwerking van hen, die thans van elkaar leven tot groot nadeel van de Gereformeerde beginselen, het verdorven politieke menschenhart een groote rol speelt.
In ieder geval — zoo vervolgde hij — blijkt dikwijls, dat het streven naar versnippering en verdeeling niet vreemd is aan allerlei, waarvan het nog de vraag is of dat, wanneer wij het recht willen zien, voor Gods aangezicht kan bestaan.
Laat ons Gereformeerde volk, dat op kerkelijk terrein al zoo verdeeld is, op het erf van de school en op dat van de politiek elkander trachten te vinden om dan onverdeeld den vijand tegemoet te treden.
Doch, wanneer dit op het oogenblik helaas nog niet mogelijk is, dan voorkome men alle scherpheid, dan sta men af van elkander te verguizen en te verketteren en probeere men eerlijk en oprecht, zonder met twee maten te meten en zonder bijbedoelingen, de beginselen in ons volk in te dragen.
Misschien komt er dan in de gunste Gods nog een tijd, dat al het Gereformeerde volk in school en staatkunde elkander leert verstaan en begrijpen, opdat de verdeeldheid wegvalle en in éénheid kracht wordt gezocht.
God geve, dat die tijd spoedig aanbreke.

De vaccinedwang.
Het voorstel van de regeering om de verplichting tot vaccinatie van de kinderen, die toegang tot de school vragen, weer voor twee jaren op te schorten, doet de vraag rijzen of thans niet de tijd is aangebroken om tot opheffing van den zijdelingschen vaccinedwang over te gaan. Door de vrijstelling om te vaccineeren gedurende de laatste jaren is de toestand op. dit oogenblik zoo geworden, dat het grootste deel der schoolkinderen niet meer is gevaccineerd. Dit maakt het schier onmogelijk om voor het geval, dat b.v. over twee jaar de verlenging van den geldigheidsduur van de opschorting van de vaccinatie niet meer zal plaats hebben, den eisch te stellen, dat alle kinderen, op welken leeftijd ook, zich aan de kunstbewerking zullen onderwerpen.
Voor de afschaffing van den vaccine­dwang zijn intusschen ook nog andere gronden aanwezig.
In de eerste plaats is toch gebleken, dat de pokkenepidemie van het vorig jaar door afzondering van de lijders aan pokziekte, spoedig is tot staan gekomen, waardoor 't duidelijk is geworden dat de isolatie van pokkenlijders een doeltreffend middel ter bestrijding van de ziekte is.
En in de tweede plaats dreigt nog altijd het encephalitisgevaar voor kinderen, die aan de vaccinatie worden onderworpen. Op dit gevaar wijst het advies van de encephalitis-commissie uit den Gezondheids raad, dat aan de regeering werd overgelegd, nadrukkelijk.
Practisch is het aanwezig zijn van het gevaar nog het vorig jaar aangetoond, toen tengevolge van enkele echte pokkengevallen massale inentingen plaats hadden, doch daardoor ook een grooter aantal encephalitisgevallen viel te constateeren.
De conclusie, waartoe de regeering bfj haar voorstel tot nieuwe opschorting van de vaccineverplichting komt, is, dat de kans vrij groot is, dat het vraagstuk der vaccine voorshands nog niet zal worden opgelost.
En waar zoo de zaken staan, lijkt ons de aandrang volkomen gewettigd om de regeering er toe te krijgen hare medewerking te verleenen aan de afschaffing van den zijdelingschen vaccinedwang.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en maatschappij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's