Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM DE LEESTAFEL-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM DE LEESTAFEL-

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

CHRISIELIJKE SCHRIJVERS VAN DEZEN TIJD , door P. J. Risseeuw. Uitgave : j. H. Kok, Kampen.
Wie wil niet graag het portret zien van een schrijver of schrijfster, van wie men meer dan eens eén boek gelezen heeft ? En wie wil niet gaarne van die personen, met wie we door hun boeken kennis gemaakt hebben, iets naders vernemen wat hun levensgeschiedenis betreft ? En als het dan zóó ons verteld wordt, dat we niet alleen hooren, dat iemand in Arnhem of Oudewater of Leeuwarden of Dinxperloo geboren is, maar we krijgen een beschrijving, kort, duidelijk, mooi van den levensopbouw en de geestelijke ontwikkeling, met allerlei dat in verband staat met de boeken, die wij gelezen hebben, dan is het ons een voorrecht wanneer we zoo'n boek met portretten en levensbeschrijvingen voor ons hebben, waarin we eens rustig kunnen lezen en telkens op een stillen avond nog eens kunnen bladeren.
Het boek van den heer Risseeuw, zoo keurig uitgegeven door Kok te Kampen, stellen we dan ook op zeer hoogen prijs. Het gaat over onze protestantsch-christelijke auteurs van dezen tijd. Daar hebben we den dichter Seerp Anema, schrijver van ,,In 's Levens opgang", geboortig van Minnertsga, een Haagschen mijnheer geworden, die nu in Haarlem woont. , , Moderne kunst en ontaarding" is ook van hem. Ook "Proeve eener nieuwe verklaring van het Hooglied".
Zooals de B volgt op de A, volgt Johanna Breevoort (mevr. Bakhoven-Michels) op Anema. Zij is van eenvoudige afkomst, vroeg onder vreemden, maar steeds vol belangstelling in de dingen die er op kerkelijk-, geestelijk-en maatschappelijk terrein voorvielen. Zij stond midden in het leven, het moeilijke, soms harde leven, en schreef daarover voor jong en oud.
„Vrouwenweelde en Vrouwensmart" werd zelfs in het Deensch vertaald. Dr. Kuyper Sr. las haar eens „het gebed van de bruid" van Vader Cats voor en dat trof haar zóó, dat zij bij Cats ter schole ging en zij schreef „Vader Cats en de Vrouw". 'De lijst van haar boeken is een zeer, zéér lange nu, hoewel zij de breikous ook dapper hanteert.
Van Diemen de Jel neemt in de rij der christelijke schrijvers van dezen tijd een eigen plaats in als schrijver van folkloristische belletrie. De Achterhoeksche lucht heeft hem kracht gegeven en hij doet er ons telkens van genieten. Wie kent „De boer van 't Grootshof" of „De Vrouwe van. 't Hoynink" of „Olden Harmen van 't Garvelink" niet ?
Nelly van Dijk—Has, bekend door haar novellen, in „De Spiegel", gaf ons „Zusterliefde", „Clara van Arkel", „Haar roeping", „Levensspanning" enz. Zij woont als huisvrouw van den heer Van Dijk, leeraar Geschiedenis, te Vlaardingen.
De gezusters Engelberts, onder ons bekend als L. E. en Ignatia Lubeley, worden ons hier voorgesteld als dames van deftige geboorte en als superbe schrijfsters. „Een vergeten proces" van L. E. en „De Schaduw" van Ignatia zijn onder ons bekend, gelijk meerdere novellen en romans.
H. Gondeau Jr. is een jongens-schrijver. Alg. Secretaris van 't Nederlandsch Jongelings Verbond zijnde, en speciaal bezig in het jongenswerk, is dat geen wonder, dat hij juist zulke lectuur gaf. „Twee jongens", „De Zwerver", „Gerrit Prik", „Het Meestershuis van Ter Horst" zijn bekend.
Ds. G. F. Haspels, „de Rottterdamsche predikant, de geestdriftige bewonderaar van ons wateriand met zijn ruig, rondborstig visschersvolk", is bekend door zijn roman „.David en Jonathan" (1916), „Zee en heide", „Herrijzenis", „Onder de Brandaris" enz. Ook „David en Jonathan", „de Weerloosheid" enz. zijn van zijn hand.
Nog een dominé-schrijver, en wel dS. H. J. Heynes, van Landsmeer (N.-H.), die „Bij ons in Noord-Holland", „Kinderen Noord-Hollands" enz. schreef. Ds. Heynes is een nuchtere Hollander met een groot gevoel voor humor. Hij heeft ons de Noord-, Hollanders getoond, zooals wij hen nog niet kenden. „Noord-Holland sche Menschen en Dingen" (2e druk), „In de Noord-Hollandsche wei" enz. Ergens schrijft hij : „Laat de koesterende zon van Christus meer en meer gaan schijnen en gestadig blijven doorschijnen in onze Noord-Hollandsche Kerken. Dan zijn ze over eenige tallen van, jaren weer vol. Ze staan leeg, niet omdat de Noord-Hollandsche menschen koud zijn, maar juist, omdat de Noord-Hollandsche menschen bang zijn voor de geestelijke kou".
Ook ds. D. Hogenbirk Jz., van Charlois — of D. H. van de Vliet Wzn. — is een geestig schrijver, die eerst niet goed durfde — en daarom een schuilnaam zocht — maar na „Neveldijk" (4e , druk), ook „Dienstbaren en Vrijen" gaf. Ook schreef hij „Teun van Boven", „De Boschmannetjes", „Het Winkeltje" en deed dezer dagen.ter perse gaan „De Freule". 'Het is ds. Hogenbirk er om te doen te vertellen uit het leven van godsdienstige menschen, wat hij doet als een vertoornde patriarch, omdat hij door een geest van valsche lijdelijkheid zooveel bedorven ziet. Het is zijn doel, om op te wekken tot een gezond geestelijk leven. Wie kent „Mangelvrouwtje" en „Hein de Mat" niet ? Veel van „de christelijke lectuur" staat hem tegen, omdat „onze christelijke verhalen en schetsen dikwijls den schijn geven, dat de beste bekeeringen op verbroken verlovingen of onbeantwoorde liefde volgen, en zich manifesteeren in de keuze 'van „in de verpleging" gaan, bij dames, terwijl de heeren vaak door een bloedspuwing tot prachtexemplaren in het Koninkrijk Gods worden". „Mijn ziel" — zoo getuigt ds. Hogenbirk — „walgt van deze zeer lichte spijze".
O. C. Hoogewerff is een heel andere figuur ; hij behoort tot de ouderen. De stof voor zijn boeken ontleent de schrijver voornamelijk aan de Vaderlandsche Kerkgeschiedenis. „, De Joffers van Beckom", „De Profeet" (de Wederdooper David Jorisz.), „De Gave Gods" en „De Heksenkamer" (welke laatste twee boeken in Amersfoort spelen) zijn bekend. In „Het Groote Mysterie" behandelt hij in romantischen vorm de geschiedenis van Ónesimus, den slaaf van Filemon, burger van Colosse, zijn bekeering door Paulus, en zijn terugkeer tot zijn heer. In „De Bijbelschipper" wordt de opkomst en de vestiging geteekend van het Calvinisme in N.­ Nederland en wel meer bepaald in Leiden. Ook de troebelen van den beeldenstorm worden in dezen roman gescsetst. „Jacob Martens" is uit den tijd van de Watergeuzen („We moeten den moord op de Gorcumsche priesters gepleegd — de wreede en domme daad van twee dronken Luiker-Walen — 'n schandstuk durven noemen) Wie kent 'verder van Hoogewerff niet: „De vrijbuiters van Kennemerland", „De Kermiswagen", „Onder de Duinkerkers" enz. ?
Mevr. Van Hoogstraten—Schoch heeft van kind af, nog maar een klein meisje zijnde, het ideaal gehad : eenmaal schrijfster te mogen - worden. Haar vader was een Zwitser, haar grootvader een Fransche, en zij is opgevoed in een groot gezin van negen kinderen. In een deftigen kring heeft zij steeds verkeerd. Door de oprichting van een „Kerkbode" begon zij, als domineesvrouw, een feuilleton te schrijven „Zuster Bellefleurtje", 't welk later in boekvorm uitkwam als : „De Slotvrouwe van Westwoude". Later kwam : „Kijkjes door 's Levens Venster" ; weer later „Gouden Teugels" en „De lange Weg". De een zegt, dat het boeken zijn „barstend van onwaarschijnlijkheden", anderen getuigen, dat ze „tot rijken zegen zijn geweest voor hun maatschappelijk-zedelijk gezinsleven". „Onkeltje" (3e druk), „Rienata", „De groote Levenswet", „Langs vele wegen" enz. gaf zij ons ook.
W. G. van de Hulst is de Utrechtsche onderwijzer die de harten van vele jongen van jaren gestolen heeft. „Van een klein meisje en een groote klok" hoorden wij op 'n Zondagsschool-Kerstfeest in de Oude Kerk te Delft eens vertellen door iemand en wij vonden het schitterend mooi. Later hebben we het zelf nog eens gelezen. Wie kent „Ouwe Bram" niet ? En dan „Jaap IHolm", of „Van Bob en Beb en Brammetje", of „Niek van den Bovenmeester" (10e druk) ! Van „Peerke en zijn kameraden" verscheen een Duitsche vertaling en een Fransche is in bewerking ! Van „De Bijbelsche Geschiedenissen", wat wonder mooie, fijne werk, verscheen een 6e druk ; van „Bijbelsche vertellingen" (voor onze kleintjes) de 3e druk. Van de Hulst leeft heelemaal voor het kind! In Christelijke Schrijvers van dezen tijd worden voorts nog besproken : F. Keuning, Hugo Ki.ngmans, J. C. de Koning, H. S. S. Kuyper, Hendrika Kuyper—Van Oordt, Ph. A. Lansberg, K. Lantermans, J. Lens, J. L. F. de Liefde, L. Penning, G. A. de Ridder, W. Schippers, Frans van Schotelveld, O. Schrijver, G. Sevensma— Themmen, M. van der Staal, ds. A. K. Straatsma, S. Ulfers, Jan Veltman, J. A. Visscher, A. Wapenaar, J. M. Westerbrink-Wirtz en Wilma. Verder worden ook nog besproken „Enkele Jongeren".
Wij bevelen dit mooie, rijke, leerzame boek, dat zoo keurig uitgevoerd is, gaarne hartelijk aan, voor onze gezinnen, maar vooral ook voor onze Vereenigingen. Laat men dit boek maar in handen geven van onze jongens en meisjes !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

RONDOM DE LEESTAFEL-

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's