Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHRIFT VERKLARING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHRIFT VERKLARING

Romeinen 8 vers 35—39.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus ? verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard ? Gelijk geschreven is : „Want om Uwentwil worden wij den ganschen dag gedood ; wij zijn geacht als schapen ter slachting".
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, die ons heeft liefgehad.
Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen ; Noch hoogte, noch diepte ; nog eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.
Romeinen 8 is een climax. De snaren worden hoe langer hoe meer gespannen. Steeds hooger wordt de jubeltoon. In de beide laatste verzen is het hoogtepunt bereikt. Onder het kruis naar de kroon ! Door de diepte naar de hoogte ! Alle dingen moeten medewerken ten goede, namelijk degenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn ! Niet alleen, dat alle beschuldigers moeten verstommen als God in Christus vrij spreekt, neen, de Kerk Gods zal ook triumf hebben over alle kruis, hetwelk de Heere in Zijn voorzienig bestel Zijn volk komt op te leggen. Christus is immers gestorven, maar Hij is óok opgewekt, en Hij is en blijft de groote Voorbidder voor Zijn volk. Met recht mocht de apostel vragen : Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus ?
En toch, er schijnt op het eerste gezicht zooveel te wezen in het leven, dat van Christus kan scheiden. Er is zooveel kruis, dat moet worden gedragen. De apostel was er niet vreemd aan. Wat had hij de vijandschap van Jood en heiden te duchten ! Wat al gevaren heeft hij doorstaan op zijn zendingsreizen ! Voorwaar, 't is geen geringe zaak om, ondanks dat lijden en die smart, zich door het geloof aan de liefde van Christus vast te klemmen.
Wat heeft de Kerk van alle eeuwen van de zijde der wereld een verdrukking te wachten gehad. Wie zal teekenen den angst en de benauwdheid, waarmee Gods volk wordt, benauwd ? Zijn ze niet als de wilde dieren vervolgd ? Hebben ze niet vaak in de spelonken een schuilplaats moeten zoeken, door honger en dorst gekweld, in schamele lompen gehuld ? Wat al gevaren van alle zijden voor de Kerk Gods ! Wat zijn er velen door het zwaard gevallen.
En toch, geen verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid of gevaar of zwaard, zal in staat wezen om Gods kinderen van de liefde van Christus te scheiden.
Zooals het in Paulus' dagen was, was 't ook al in lang vervlogen tijden geweest en in de toekomst zou 't nog erger worden.
De apostel grijpt naar het grijze verleden. Hij haalt aan uit den 44sten Psalm : Want om Uwentwil worden wij den ganschen dag gedood ; wij zijn geacht als schapen ter slachting. In dien Psalm teekent de dichter ons de benauwdheid van de Kerk Gods onder de vervolging van Antiochus. Paulus gevoelt, dat die vervolgingen in Israël in de dagen van Antiochus slechts een voorspel waren van de benauwingen, die Gods gemeente van de zijde der vijandige wereld over het rond der aarde zou ondervinden.
Gelukkig zijn alle tijden niet even benauwend. God geeft ook aan Zijn Kerk tijden van betrekkelijken vrede en rust. Dan dreigt echter meer dan ooit het gevaar voor wereldgelijkvormigheid. Men bedenke ook in rustiger tijden, dat de naam van de Kerk van Christus, wat het strijdend gedeelte betreft, altijd zal blijven „Kerk onder 't kruis".
En toch, laat haar naam wezen „Kerk onder het kruis", dat kruis zal haar niet scheiden van de liefde van Christus. Hoor toch wat de apostel er op laat volgen : ,,maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, die ons heeft liefgehad".
Het ziet er soms zoo droevig uit met de zaak van Gods Kerk, dat men met de twijfelmoedige vrienden van David zou gaan vragen : „Wie zal ons 't goede doen zien ? "
Maar de triumf zal Godes zijn. De overwinningen, die de wereld behaalt, zijn maar schijnoverwinningen. Satan dacht wel te triumfeeren toen hij Christus aan het kruis deed nagelen, maar dat kruis werd juist de triumf van Christus. O, als Satan dat geweten had, hij zou nooit het kruis op Golgotha hebben laten planten.
Over één woord hebt ge u misschien verwonderd ; dat er staat „zijn we overwinnaars". Had dat niet moeten wezen : „zullen we overwinnaars zijn" ?
Neen, lezers, als onder het kruis het oog des geloofs zich op Christus' liefde richt, dan is daar een geestelijke overwinning, ook al blijft dat kruis nog drukken. Het geloof trotseert alle vervolging, alle verdrukking, alle gevaar, allen honger en dorst, alle benauwdheid.
't Geloof maakt niet alleen overwinnaar over al wat benauwt, maar het brengt dichter bij Christus ; het doet zich vaster klemmen aan Hem. Het doet weer meer van Zijn liefde smaken.
Neen, het is geen overwinning in eigen kracht. Alleen overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen, is het overwinnaarslied van de Kerk Gods.
Van die zekerheid des geloofs wil de apostel tenslotte nogmaals getuigen in rijke geloofstaal.
Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven ; noch engelen, noch overheden noch machten ; noch tegenwoordige noch toekomende dingen ; noch hoogte noch diepte ; noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus onzen Heere.
Neen, de dood kan van de liefde van Christus niet scheiden. De dood is immers een knecht van den Heere, om Zijn kind naar huis te halen, om het te voeren in Zijn eeuwige liefdearmen.
Maar óok het leven niet. Zeker, de wereld tracht telkens de Kerk Gods tot hare lusten te lokken, of ze tracht door den druk van het kruis van Christus af te leiden, maar het zal niet gelukken. Er mag een vallen wezen, een vervallen nimmer.
Maar zelfs geen engel zou 't vermogen. Zelfs aan de overheden en de machten zal het niet gelukken ; zelfs onder de verschrikkelijkste vervolgingen niet.
Neen, geen toekomende en geen tegenwoordige dingen, noch iets wat uit den hemel zou afdalen, of uit de diepte van den afgrond zou opklimmen, niet één enkel schepsel zal kunnen scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus onzen Heere.
Helaas, wat is er vaak weinig nabij leven. We hooren vaak de Kerk meer klagen dan roemen in verzekerdheid. Wat maakt de zonde weer menigmaal scheiding! Wat wordt de consciëntie in de afzwervingen benauwd ! Wat al Godsgemis ! Er is maar één weg. Bij aanvang of voortgang weer naar dat kruis. Zichzelven onderzoeken of men in het geloof is ; zichzelven beproeven. Alleen verzekerdheid door het geloof in de gemeenschap met Christus ! Met Christus gerust door de branding naar de veilige haven der eeuwige rust.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

SCHRIFT VERKLARING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's