Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

Christelijke ethiek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

God is de groote Schepper aller dingen. Er is geen ding dat niet gemaakt is door Hem. En de Heere, de Almachtige, onderhoudt ook al 't geschapene, zoodat ook in den voortgang alles van Hem afhankelijk is. Als Hij Zijn hand terugtrekt is het niet meer !
Het stempel van goddelijke heerlijkheid is alles ingedrukt. Alles draagt het merkteeken van zijn Schepper en Maker. Als we maar oogen hebben om te zien, dan bemerken we het, dat alles het werk des Meesters prijst. Wat is alles vol heerlijkheid !
Daarom moet niemand en niets zich verbeelden, dat alles vanzelf gaat; dat alles uit en van zichzelf bestaat, want niets kan zich roeren noch bewegen dan alleen door de inwerkende kracht des Heeren. 't Is alles Gods wettig eigendom en Hij onderhoudt en stuurt alle dingen naar Zijn welbehagen.
Daarom is de zin van alle leven om God te prijzen. Zon, maan en sterren moeten dat doen. Niet het minst de mensch en de menschheid moet dat doen.
De dichter van Psalm 148 riep dan ook hemel en aarde op, om den Heere te dienen, Hem te prijzen. En nog neemt de Calvinist, die mee belijdt, dat het hoogste is, dat God aan Zijn eer komt, dien Psalm zoo gaarne over, zeggende :
Halleluja ! looft den HEERE van uit den hemel, looft Hem in den hooge ! looft Hem, al Zijne engelen, looft Hem, al Zijne legerscharen ! looft Hem, zon en maan, looft Hem, al gij lichtende sterren ! looft Hem, hemel der hemelen, en gij, wateren boven het uitspansel! Dat zij den Naam des HEEREN loven, want Hij gaf bevel en zij waren geschapen; Hij stelde ze voor altoos en eeuwig vast; Hij zette hun 'n wet, die zij niet overtreden
Looft den HEERE vanaf de aarde gij gedierte van zeeën en diepten ! Vuur en hagel, sneeuw en damp, gij stormwind, die Zijn bevel volvoert; Gij bergen en alle heuvelen, vruchtboomen en cederen, gij wild gedierte en alle vee, wat kruipt en wat vliegt, gij koningin der aarde en alle volkeren, gij vorsten en alle richters der wereld ; gij jongéiingen en ook maagden, ouden van dagen en kinderen tezamen, gij allen moet den Naam des HEEREN loven !
want Zijn Naam alleen is verheven, Zijne heerlijkheid is over de aarde en den hemel. Hij heeft de kracht Zijns volks groot gemaakt ; een roem voor al Zijne gunstgenooten, voor de kinderen Israels, het volk dat Hem vreest.
Halleluja !
Heel het leven door God gedragen, heel het leven aan Hem gewijd.
Daarom ook geen mijding van het leven, maar wijding.
Niet de afzondering, niet de onttrekking aan het leven, niet de gescheidenheid van wat ons omringt — zooals de Dooperschen, zooals de Roomschen, zooals de Piëtisten — zij 't ieder weer op eigen manier en onder eigene bewijsvoering — maar naar het woord van den Heiland moeten de kinderen Gods het leven in, om als het zuurdeeg alles te doortrekken ; om als het zout der aarde en het licht der wereld op alle terrein zich te bewegen en alles Gode te wijden en te heiligen, alles op te eischen voor den Heere, Die het waardig is dat alles Hem dient.
De zin van het leven is voor den Christen om God te dienen. Hem lief te hebben en wel met hart, hoofd en hand. De gezindheid des harten en de activiteit van de hand moeten in Zijn dienst gesteld en de uitgangen der ziel zoowel als de werkzaam­ heden van het verstand moeten gericht zijn op de eere Gods.
Hoe grooter we God en Zijne werken zien, hoe kleiner we zelf worden en hoe heerlijker het wordt voor Hem te knielen en Hem te dienen, waarbij we dan zullen vragen naar Zijn Woord, naar Zijn wil, naar Zijn wet, naar Zijn waarheid.
Als we zoo groot en zoo wijs worden in onszelf, dan gaat het niet goed. Dan zien we God over 't hoofd. Dan bemerken we Zijn wijsheid niet. Dan voelen we ons niet afhankelijk van Hem, dan wordt ons hart, ons hoofd, onze hand niet getrokken om Hem lief te hebben, te eeren en te dienen.
Job heeft zoo'n periode in z'n lijdensleven doorgemaakt. Job dorst toen zelfs de werken Gods te kleineeren, de leidingen Gods te veroordeelen. God Zelf te minachten. Hoe grooter hij zelf werd, hoe kleiner God werd.
Maar als hij dan 's Heeren wegen en leidingen bedilt, becritiseert, beschimpt en hoont — dan staat de Heere op, zet Zich op Zijn rechterstoel en daagt Job voor Zijn aangezicht en legt hem dan honderd vragen voor, waarop Job dan maar eens moet antwoorden En o ! wat wordt God dan groot, wat wordt Job dan nietig ! En de opstandige knecht Job wordt verootmoedigd en valt nederig in 't stof, om God, zijn Rechter, om genade te smeeken.
Leest Job 38 nog maar eens !
Daar klimt de Heere, de Almachtige, op Zijn troon en Hij roept Job ter verantwoording. „Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte ? Waar waart gij, Job, die immers wijzer zijt dan Ik ? Vertel 't, gij, die zoo verstandig zijt! Wie heeft deze aarde hare afmetingen gegeven ? Gij weet dat immers wel! Wie heeft over haar het meetsnoer gespannen ? Waarop zijn hare grondvesten vastgezet en wie heeft haar hoeksteen tot sterkte gelegd ? Onder het vroolijk zingen van de morgensterren, bij het gejuich van al de hemelsche heirscharen is het geschied. En waar waart gij toen, o menschenkind ? "
Zoo verheft Zich de Heere in Zijn grootheid — opdat allen Hem zullen eeren, dienen, loven, grootmaken. Want Hij is het waardig, dat alles Hem nederig valt te voet en in liefde vertrouwt en vreest en dient met geheel het hart, met geheel de ziel, met geheel het verstand en met alle krachten ! (Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's