Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rechtvaardigmaking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rechtvaardigmaking.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte Lezers,
Ik achtte het noodig om van mijne lezing nog een verslag te plaatsen in De Waarheidsvriend. De reden hiervan is deze. Behalve een juist beknopt verslag in De Rotterdammer en in De Waarheidsvriend, schijnt er iemand geweest te zijn, die genoemd verslag heeft omgewerkt en in de neutrale bladen heeft geplaatst. Dit verslag zit vol onjuistheden. Hoewel punt I van mijne lezing : Het verschil tusschen juridische en ethische rechtvaardigmaking, door mij In den breede werd uiteengezet, luidde het verkorte verslag in de Nieuwe Rotterdammer, dat ik had beweerd, dat de ethischen van rechtvaardigmaking door 't geloof niet willen weten.
Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink sprak in de Nieuwe Rotterdammer onmiddellijk een vernietigend oordeel uit over deze lezing op grond van onjuiste regels uit een courantenverslag.
Ook in het Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur was men er onmiddellijk bij om mijne onjuiste voorlichting den volke bekend te maken.
De Nieuwe Rotterdammer nam mijne rectificatie welwillend op, zoodat mij de gelegenheid gegeven werd om mij te zuiveren van den blaam, dien de heer Bakhuizen van den Brink op mij en andere gereformeerden meende te moeten werpen.
Immers ook het boek van den bekenden ds. Landwehr werd in hetzelfde artikel geducht onder handen genomen.
Niet alleen, dat ik het op prijs stel dat alle lezers van De Waarheidsvriend kunnen weten wat er op den Bondsdag verhandeld is, maar dan kunnen ook buitenstaanders zich op de hoogte stellen en blijf ik meer gevrijwaard van allerlei blameerende critiek op grond van onjuiste courantenberichten.
Hier volgen de beide eerste punten van mijn lezing :

Rechtvaardigrmaking.
Geachte hoorders !
Misschien hadt ge op deze Bondsvergadering een meer actueel onderwerp verwacht. Als ik die uitdrukking : „meer actueel" gebruik, mij plaatsend op het standpunt van hen, die de leer der rechtvaardigmaking misschien beschouwen als iets wat in onzen tijd minder belangstelling verdient, dan is het toch om onmiddellijk tegen deze uitdrukking mijn protest te laten hooren.
Ik vraag op mijn beurt, of er eenig onderwerp te bedenken is, dat actueeler is dan dit. Of verdient de vraag : hoe word ik, arm zondaar, weer rechtvaardig voor God ? , niet te staan in het centrum van onze belangstelling ?
Het antwoord op deze vraag is beslissend voor ons, wat betreft onze eeuwige toekomst. Het is daarom, dat ik het met alle vrijmoedigheid waag om uwe belangstelling op te wekken voor dit gewichtige dogmatische onderwerp, waarmee zoo goed als zeker alle aanwezigen in aanraking zijn geweest onder de prediking des Woords, maar waarbij toch altijd nog zooveel gewichtige vragen om een antwoord roepen, dat de mij toegemeten tijd veel te kort is om dit onderwerp eigenlijk in den breede te kunnen behandelen. Het zal dus eigenlijk maar een aanstippelen blijven van de groote feiten, waarmede wij in contact komen. Wat hebben wij eigenlijk onder rechtvaardigmaking te verstaan?
Het is de uitspraak van God als rechter, waardoor Hij den zondaar, die in Christus gelooft, als rechtvaardig erkent.
I. Met deze formuleering komen we al onmiddellijk in conflict met wat we gewoon zijn de ethische groepen te noemen.
De ethischen willen, over het geheel genomen, van een juridische rechtvaardigmaking niet weten. Zij spreken liever van een ethische rechtvaardigmaking. Voor velen uwer zal het verschil tusschen beide opvattingen met het noemen van deze namen nog niet duidelijk zijn.
Juridisch wil zeggen : rechterlijk, en ethisch wil zeggen : zedelijk.
Die namen worden ons onmiddellijk reeds veel duidelijker, als. we letten op de beteekenis, die door de beide richtingen wordt gegeven aan 't woord : dikaioun, het woord in de Grieksche taal voor „rechtvaardigen".
Dr. J. H. Gerritsen komt in zijn werk : „Rechtvaardigmaking bij Paulus" tot deze conclusie, dat men dikaioun eigenlijk moet opvatten in den zin van levend maken. Hij wil zijne bewijzen daar van inzonderheid ontleenen aan Romeinen 4 en Romeinen 2 vers 13. We gelooven, dat het hem ten eenenmale mislukt is het bewijs te leveren.
Integendeel, het Grieksche woord „dikaioun" beteekent overal waar het voorkomt „recht en billijk achten", „den rechtvaardige recht doen en hem als zoodanig erkennen".
Ons woord rechtvaardigmaking is dan ook eigenlijk minder juist gekozen. Men mocht eens denken, dat er onder zoude te verstaan wezen, dat God den mensch vaardig maakt om te doen wat recht is in Zijne oogen, om daarna op grond van dat ethische werk in den zondaar, dien zondaar te begenadigen. Dan komen we juist in de lijn van de ethische rechtvaardigmaking, gelijk dit door de ethischen geponeerd wordt.
We deden dus eigenlijk beter, om niet meer van rechtvaardigmaking, maar van rechtvaardiging te spreken, om alle misverstand te voorkomen. Doch aangezien deze terminologie door de Statenvertaling nu eenmaal zoo vast is ingeburgerd, doen we maar beter om toch te blijven spreken van rechtvaardigmaking, mits we het met onze reformatoren blijven opvatten in den forensischen zin.
In Matth. 11 vers 19 wordt van de wijsheid gezegd, dat zij van hare kinderen gerechtvaardigd wordt. Dit moet wel beteekenen, dat de wijsheid rechtvaardig verklaard wordt ten opzichte van hare kinderen. Van eene rechtvaardigmaking in ethischen zin kan hier onmogelijk sprake wezen.
In Rom. 3 vers 20 lezen we : daarom zal uit de werken der wet geen vleesch gerechtvaardigd worden voor God. Ook daar staat de rechterlijke beteekenis onomstootelijk vast.
Ga maar na al de plaatsen in de brieven van den apostel Paulus en ge komt tot deze conclusie, dat dikaioun alleen kan beteekenen iemand vrij spreken van schuld na gerechtelijk onderzoek.
Maar niet alleen, dat we om taalkundige redenen deze opvatting van de leer der rechtvaardigmaking deelen, bij diepere beschouwing kan het ook niet anders.
't Is door niemand schooner en juister gezegd dan door Calvijn, in Deel III van zijne Institutie, caput 12. Daar zegt hij onder meer, dat het noodzakelijk is, dat de mensch in zijne gedachten worde opgeheven voor de vierschaar Gods. Wat zal er anders overblijven, als men geplaatst wordt voor de vierschaar Gods, dan te smeeken : ga niet in het gericht met Uwen knecht, want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.
Er is maar één redmiddel: dat de Heere Zijne hand vol erbarming uitstrekke om den verloren zondaar te redden. Zal er een rechterlijke vrijspraak volgen, dan zal het er een zijn uit genade. Maar nooit op grond van geloof of deugd of plicht of eenige andere geestelijke kwaliteit, die de mensch als voorwaarde zou moeten bezitten om gerechtvaardigd te worden.
Daarom kan dan ook de ethische opvatting van de leer der rechtvaardigmaking niet anders leiden dan tot openlijk of verkapt nomisme, waarbij God niet komt aan Zijn eer.
II. Het standpunt der reformatoren. De reformatoren spraken nog niet van ethische of juridische rechtvaardigmaking, maar liever van de rechtvaardigmaking door de werken of door geloof. Luther maakte nergens een scherp onderscheid tusschen rechtvaardigmaking in juridischen zin en de heiligmaking. Het rechtvaardig verklaren en 't rechtvaardig maken valt bij Luther eigenlijk samen onder het eene begrip van rechtvaardigmaking. In dit opzicht gaf echter bij Luther de bazuin geen onzeker geluid, dat hij bij de rechtvaardiging van den zondaar al de verdiensten van des menschen zijde afsneed, en deze alleen durfde toe te schrijven aan de barmhartigheid, Gods.
De Luthersche theologen uit de 17de eeuw hebben de leer van de praedestinatie bijna geheel prijs gegeven. Door hen is eigenlijk het geloof meer als een werk des menschen opgevat. Het nomisme maakte weer plaats voor het zuivere evangelie.
Schleiermacher vatte de rechtvaardigmaking op als een keerzijde van de bekeering. Het werd bij hem eigenlijk meer religieuse ervaring, een wegname van het schuldbewustzijn, dan een vrij sprekend oordeel, hetwelk God uit genade over een zondaar uitspreekt.
Hoewel in den grond in het stuk der rechtvaardigmaking Calvijn niet van Luther verschilt, wordt dit dogma toch weer geheel anders door hem belicht. In de theologie van Calvijn staat de eere Gods voorop. Vandaar, dat hij de dingen steeds beziet vanuit het eeuwigheidslicht. De prsedestinatie is voor hem het cor ecclesiae, het hart der Kerk.
Hij ziet in de rechtvaardigmaking van den zondaar niets anders dan de openbaring van Zijne eeuwige verkiezing. Hij stelt de gerechtigheid van Christus voor als een kostelijke genadegave Gods. Hij legt eigenlijk meer den nadruk op de objectieve schenking van deze genadegave, dan op de subjectieve toeëigening door het geloof.
De zondaar komt naakt en ontbloot voor de vierschaar Gods. Er is niets, wat de mensch in de weegschaal van Gods gerechtigheid kan leggen, wat ook de naald maar eenigszins aan het schommelen zou kunnen maken. Het is bij hem : God alles en de mensch niets. Dit moest wel tengevolge hebben, dat we bij Calvijn een scherpe onderscheiding hebben tusschen rechtvaardigmaking en heiligmaking, wat we bij Luther hebben gemist.
Let wel, wél onderscheiding, maar geen scheiding. God rechtvaardigt niemand of Hij zal hem ook daarna heiligen.
Als wé dus nog eens op eenvoudige wijze het verschil tusschen Lutherschen en Gereformeerden zouden moeten weergeven, dan zouden we kunnen zeggen dat de eersten in het stuk der rechtvaardigmaking meer georiënteerd waren naar den kant van de heiligmaking, terwijl de laatsten het meer bezagen vanuit de praedestinatie.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Rechtvaardigmaking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's