Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Nieuw-Testamentische lied, Een nieuw Kerkboek.
Mag ik in verband met de pogingen die worden aangewend om te komen tot een ander Kerkboek, de volgende vragen eens van meer nabij bezien :
Ie. Voldoet onze Psalmenbundel nog in alle opzichten aan de eisen die de Christelijke Gemeente er aan stellen mag ?
2e. Hebben wij aan den Psalmenbundel genoeg ?
't Zal u opgevallen zijn, dat er in den eeredienst practisch slechts een gedeelte der psalmen in gebruik zijn. 't Zijn doorgaans de oude bekenden, die door de predikanten worden opgegeven. De oorzaak hiervan is ongetwijfeld hierin gelegen, dat vele der bestaande melodieën moeilijk van wijs zijn en daarom weinig geschikt om gezongen te worden.
Verder zijn er psalmen, die wél gezongen kunnen worden, wat de melodie betreft, maar om de een of andere traditioneele, althans onverklaarbare reden, toch op den achtergrond blijven.
Dan zijn er ook principiëele gronden, waarom een vers niet in gebruik is. De berijming sluit zich dan niet, of niet voldoende aan bij den onberijmden tekst van de psalmen in onzen Bijbel. De berijmde psalm zegt dan wel eens iets, dat ontoelaatbaar is. Als voorbeeld noem ik u Psalm 33 vers 11, de laatste regel: „Weer steeds alle smart".
Ten slotte komt het voor, dat er ook onjuistheden in de onberijmde en van deze uit weer in de berijmde psalmen zijn binnengeslopen, omdat onze Statenvertaling zich niet nauwkeurig in die gevallen aansluit bij den grondtekst. Ik wijs u b.v. op Psalm 100 vers 2, waar prof. Noordtzij m.i. zeer terecht voorstelt in plaats van : „en geenszins wij", te zingen : „en Zijns zijn wij, de " Onze bestaande lezing zou met deze correctie, die den grondtekst weergeeft, zeer gebaat zijn, ook wat de zin van de daarin uitgesproken gedachte aangaat. Samenvattend komen wij tot deze slotsom : Onze Psalmenbundel moet herzien worden en zóó voor het gebruik en van inhoud worden gewijzigd, dat alle 150 psalmen weer in eere komen, zonder eenige uitzondering.
Dat kan alleen dan gebeuren, wanneer : Psalmen met onbekende, doch goed te zingen melodieën, ook door onze predikanten in de kerk worden opgegeven en op school, vereeniging en in het huisgezin worden gezongen en geleerd, —
Psalmen met niet, of moeilijk te zingen melodieën een andere zangwijs ontvangen, die wèl gezongen kan worden, —
Psalmen, waarvan de tekst zich niet nauwkeurig genoeg aansluit bij die van de onberijmde psalmen, op die plaatsen, waar dat noodig is, een nieuwe berijming krijgen, —
Psalmen, waarvan de berijmde tekst in aansluiting met dien van de onberijmde psalmen, onjuist is, omdat de Statenvertaling verkeerd vertaalde, herzien worden aan de hand van een nieuwe Vertaling. (B.v. die van prof. A. Noordtzij : „De Psalmen".
Hebben wij nu aan onzen Psalmenbundel genoeg, ook dan, wanneer de besproken verbeteringen werkelijkheid zouden worden ?
In 't algemeen genomen, zouden we niet gaarne beweren, dat onze Psalmenbundel onvoldoende zou zijn. Integendeel ! De Psalmen bevatten al de ervaringen der geloovigen in zich en zullen daarom ook nooit verouderen.
Eén argument moeten wij echter noemen, dat inderdaad voor een uitbreiding van den Psalmenbundel pleiten mag : Wij treffen onder de psalmen geen liederen aan, die het in Jezus Christus vervulde Evangelie bezingen. De Oud-Testamentische psalmen zijn geboren onder de Oude bedeeling, toen men nog heenzag naar den Messias, Die komen zoude.
Wij weten, dat Hij gekomen is, en op onze Christelijke feestdagen herdenken wij hoe de Heiland Zijn heerlijkheid bij den Vader verlaten heeft om op deze zondige wereld den wil van Zijn Zender te volbrengen tot den dood toe. Is het ook juist niet Zijn werk, Zijn optreden, in onze historie, wat wij bezingen willen ?
Zie, dan voelen wij, hoe wij, vooral op onze feestdagen, behoefte hebben aan gezangen, liederen, die niet alleen overdrachtelijk, profetisch, van Christus spreken, maar gezet in den toon van het vervulde Evangelie.
Versta mij echter wel. Wanneer ik zeg, dat wij naast onzen psalmbundel in onze Kerk een verzameling gezangen behoorden te bezitten, dan pleit ik geenszins voor de gezangen ! (n.l. de bestaande). Ook breek ik geen lans voor het vrije kerklied. Verre van dat! Dien kant mogen we niet uit. Alleen die gezangen zouden geoorloofd zijn, die berijmingen waren van het Nieuwe Testament, b.v. van de Evangeliën, zooals we ook reeds hebben : De Lofzang van Zacharia, van Simeon enz.
Naast de Evangeliën zou b.v. ook zeer in aanmerking komen : „Paulus' lied der Liefde" (1 Cor. 13) e.a.
Ons beginsel stelt aan de psalmen dezen eisch : Ze moeten berijmingen zijn van het geïnspireerde Woord Gods.
Zoo moeten we de kwestie ten opzichte van „Gezangen" ook stellen. Wanneer onze Kerk een gezangenbundel ontving, waarin uitsluitend berijmde Schriftgedeelten van het Nieuwe Testament voorkwamen, zouden m.i. ook wij. Hervormd Gereformeerden, deze dankbaar aanvaarden en kunnen aanvaarden, zonder dat dit achterstelling van den psalmenbundel ten gevolge zou hebben, zooals nu door de gebruikers van de bestaande gezangen vaak geschiedt.

B.

J. G. V. L

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's