Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

Het spiritisme

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET SPIRITISME. (8)
Alles wat een Christen gelooft en belijdt ten opzichte van de eeuwigheid en het voortbestaan van den mensch, wiens lichaam tot stof vergaat bij het sterven, maar wiens ziel opgenomen wordt in de eeuwigheid — dat negeeren de Spiritisten juist, om dan een eigen wereld aan de overzijde te fantaseeren en met de geesten der afgestorvenen te praten en gemeenschap te oefenen.
Hieruit blijkt weer, dat de mensch zich niet kan losmaken van z'n eigen natuur, zooals deze hem, als eeuwigheids-mensch, is ingeschapen. Men kan honderd-en duizendmaal prediken : „dood is dood", toch kan de mensch dat ten slotte niet gelooven en aannemen. En diep in z'n hart, in z'n geweten, leeft: ik ben geschapen voor een eeuwigheid ; er is een leven na dit leven.
Doch als de mensch zich daaraan niet kan ontworstelen, weigert hij toch om zich te voegen naar de wegen des Heeren en te vragen naar Zijn Woord, dat in deze ons het rechte licht ontsteekt. Veel liever gaat hij een eigen getimmerte in elkaar zetten en verheugt hij zich in 't knutselwerk van eigen hand. In aan gaan ae apiriusten een eigen wereld aan de overzijde fantaseeren — zoo'n soort verlengstuk van het leven, zooals het zich op aarde vertoont — en hun liefhebberij is nu, om met de geesten der afgestorvenen gemeenschap te oefenen en te praten, zooals men per telefoon praat met iemand in een ander land.
Dat is de zonde van het Spiritisme, uitloopend in het verachten van Gods geopenbaarde Waarheid en in teleurstelling voor de eeuwigheid. Welke zonde gewoonlijk aangekleed wordt door allerlei grillige, fantastische, zenuwprikkelende dingen, die 't voor velen zoo interessant maakt en daardoor voor lichaam en ziel des te meer verderfelijk. Men werkt zoo gaarne in donker of schemer. Men forceert dan een allerzonderlingst verkeer met de geesten der afgestorvenen, waarbij niet zelden allerlei spier bewegingen (bij „tafeldans") en handige gesticulaties schrift en geluid kan voortbrengen, ja, geestesverschijningen kan vertoonen, zooals vroeger bij schimmenspel, met grillige figuren op den muur, of zooals tegenwoordig met film en tooverlantaarn gewerkt wordt. Men heeft ons allerwonderlijkste foto's laten zien van z. g. n. geesten verschijningen. Maar iemand, die der zake kundig is, liet ons ook een foto zien, waarbij iemand als geest gekleed door hem voor de lens genomen was ; hij had de lens toen afgesloten en een bank voor de lens genomen en na opening van de lens werkte de bank op de foto dwars door „de geest" heen en men had een allerwonderlijkste foto, om te bewijzen dat geestesverschijningen mogelijk zijn!!
Men kan bloemen toonen, door geesten in de zaal gestrooid waarbij niet ééns, maar honderdmaal, handige mannen en geslepen vrouwen betrapt zijn op bedrog. Het is dikwijls gebleken, dat men met spiegels tegenover elkaar te plaatsen en met handige tooverachtige middelen, schijnbaar wonderen kan verrichten.
Er is een „Kermis-Spiritisme", waarbij men met goochelen en bedrog — vooral in half-of heel donkere kamers — veel kan bereiken ; maar men heeft ook een „Salon-Spiritisme", voor de elite, voor geleerden, voor deftige menschen, waarbij men weer andere middelen en wegen weet te gebruiken.
Nu willen wij gaarne bekennen — juist omdat we Christen zijn en ons aan Gods Woord houden — dat er vele wondere dingen, ook door het rijk der duisternis kun-, nen gewerkt worden en er vele dingen zijn, die wij niet kunnen hegrijpen, al weten we, door Gods Woord, dat het zonde is. gevaarlijk en verboden.
En vooral, omdat alles door middel van mediums gebeurt — dat zijn tusschenpersonen — en dan altijd onder geheimzinnige, zenuwachtig makende omstandigheden, is er volop gelegenheid bij vele seances (voorstellingen) tot allerlei bedrog, dat veel met tooverij en waarzeggerij gemeen heeft.
Ongetwijfeld zijn er vele duistere dingen, vele wondere krachten, die opkomen uit een voor ons verborgen wereld, waarmee we niet alleen voorzichtig moeten zijn, maar waarbij we, als Christen, stellig en vast moeten verklaren dat het voor ons „verboden toegang" is en dat het zonde wordt, wanneer we dit terrein gaan betreden. Ook de duivel, het rijk der duisternis, heeft vele krachten en groote macht. We kunnen spreken van de wonderen van Satan, ook van de wonderen van den Anti-Christ. Maar het gaat dan altijd om Gods weg en werk, zoo mogelijk, te verderven, en de menschen te misleiden, ziel en lichaam zoo mogelijk te verderven. Daarom moeten we tegenover satanische wonderen gewaarschuwd worden en we moeten ons niet laten overbluffen door allerlei geheimzinnig gedoe. Want God, die ons Zijn Woord gegeven heeft, verbiedt het ons en wijst ons andere en betere wegen !
Wanneer we ons interesseeren voor het leven na dit leven, moeten we niet door duivelskunstenarijen en met bemiddeling van zenuwzieke personen iets trachten af te persen van hetgeen de Heere ons verte voegen in den weg des Woords, om te mogen verstaan wat tot Gods eer en tot onze zaligheid is. We hebben niet te gaan tot de dooden, maar tot den levenden Heiland, zittende aan de rechterhand des Vaders. We hebben daarbij te denken aan 't leven der gezaligden in den hemel voor den troon, staande rondom het Lam, dat op aard is geslacht. We hebben ons te laten leeren door Gods Woord en te laten leiden door Gods Geest. En dan zijn ons vele dingen ten opzichte van het leven na den dood geopenbaard, zoowel wat betreft het hemelleven als ook wat aangaat het lo dergenen, die den Zoon ongehoorzaam zijn geweest en de ongerechtigheid hebben lief gehad en nu deelen in den toorn Gods in de buitenste duisternis.
De gelijkenis van den rijken man en Lazarus is ons hierin al tot veel leering, ook wat betreft het niet komen van gestorvenen tot de levenden en het gebonden zijn der levenden aan Gods Woord, dat hun ten gids moet wezen.
Ze hebben Mozes en de Profeten — dat ze die hooren !

(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's