Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE OPBOUW

Het spiritisme

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET SPIRITISME (10)
Dat de ziel van den gestorvene nooit het rapport met het lichaam totaal kwijt is, staat voor ons vast. Het hoogste zal dan ook zijn voor de ziel van den zalig gestorvene om straks — lichaam en ziel vereenigd — de volle heerlijkheid te mogen genieten in Gods nabijheid. Maar dat is gansch iets anders, dan wat door het bijgeloof geleerd wordt over het rapport van de geesten der afgestorvenen aan de overzijde en de levenden op aarde. Men meent dan, dat de levenden aan deze zijde van het graf het vermogen hebben om te kunnen spreken met de geesten der afgestorvenen aan de overzijde en dat deze geesten een geregeld contact met de menschen onderhouden. „Een wolk van getuigen hebben wij rondom ons, schreef een juffrouw ons, nadat we in een paar lezingen voor 't Spiritisme hadden gewaarschuwd. „De Bijbel is vol van spiritistische feiten en geesten-verschijningen. Denk maar aan Mozes op den berg, toen zijn aangezicht blonk en hij in verrukking van zinnen ons de tien geboden, door den Geest geschreven op twee steenen tafelen, bracht". Zoo wordt de Wetgeving op Sinaï dus tot een spiritistische séance gemaakt; alsook de verschijning van de geesten van Mozes en Elia op den berg der verheerlijking wordt zóó verklaard. En diezelfde juffrouw schreef er bij, dat een van haar kennissen een aantal bladzijden schrift haar heeft getoond, prachtig geschreven, die uit de geestenwereld van de overzijde door den vroeg gestorven ds. Oberman waren gezonden, waarin zijn leven, zijn sterven en zijn aankomst in den hemel zoo heerlijk beschreven was. En dit vrouwtje, die de gelukkige bezitster was, had — zoo werd er bij geschreven — ds. Oberman nooit gezien noch gehoord !
Is het niet eigenaardig dat deze wonder-geestelijke dingen, die wij dwaasheid en zonde noemen (daar de Heiland gezegd heelt, dat de dooden niet gezonden worden tot de levenden, maar dat de levenden Gods Woord hebben, de Heilige Schriften, die zij moeten lezen !) juist in deze tijden van alzijdig en grof materialisme zich voor doen ? Is het niet, alsof de booze en onheilige geesteswerking baan breekt en op veroveringen uitgaat, naarmate de Heilige Geest bedroefd, tegengestaan en verworpen wordt ? Men wil de geestelijke dingen van Gods Koninkrijk niet en dan komen de geestelijke dingen van het rijk van zonde en dwaling, om de zinnen te betooveren en gevangen te nemen en te leiden waarheen de booze wil! Aan de geestelijke factoren des levens ontworstelt men zich en men valt in andere geestelijke handelingen — maar niet tot zegening, veeleer tot een vloek ; niet tot verrijking, maar veeleer tot verarming.
Ook in deze geldt het toch tenslotte weer, dat niet wat wij ons suggereeren of wat wij ervaren, waarheid en grond van zaligheid en vrede is — maar wat God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft en ons door den Heiligen Geest wordt geschonken, die uit Christus neemt en schatten van genade en vrede uitdeelt aan een arme zondaarsziel.
Het behoort mee tot de bedeeling der tijden, dat, naarmate de toekomst van Christus nadert, de geestelijke machten om den voorrang zullen strijden, de geestelijke behoeften dieper zullen worden gevoeld — en de booze geesten zullen uittrekken van overwinning tot overwinning, duizenden en tienduizenden tot schade en vloek.
Dat in zulk een tijd als wij nu beleven het Spiritisme een geopend oor vindt en al meer vinden zal, laat zich verstaan. Men kan zich aan het wónder-geheimzinnige van het sterven en van het leven hiernamaals niet onttrekken. Men probeert het wel telkens, maar het mislukt ook evenzoovele malen. En nu komt het Spiritisme, dat volstrekt niet als anti-geestelijk en anti-godsdienstig en anti-ernstig zich aandient, om de menschheid, tastend in het duister, een licht op het pad te ontsteken, een licht voor het leven en een licht voor het sterven, voor den tijd en voor het hiernamaals. Maar hoé men ook redeneert en handelt, het Spiritisme heeft altijd en overal Gods Woord tegen en bij al de geesten-avonden en geesten-verschijningen en geesten-antwoorden en geesten-brieven is de Heilige Geest contrabande.
De mededeelingen, die de geesten van de afgestorvenen doen en de boodschap die zij overbrengen, zijn gewoonlijk zóó onbeduidend en zóó onbenullig, dat we er waarlijk niet armer en niet ongelukkiger door worden, als we ons verre houden van het Spiritisme — en als wij als Christenen zeggen : dit terrein heeft God ons verboden.
Hoe plat-vloersch het leven aan de overzijde gewoonlijk wordt voorgesteld door het moderne Spiritisme, dat na den oorlog zoo'n groote vlucht genomen heeft, blijkt o.a. uit een bekend boek, dat handelt over een jongen man, die in den strijd gevallen is. Zijn moeder, die spiritiste is, spreekt met haar jongen, alsof zij samen door de telefoon verbonden zijn en zij vindt het „zalig" met haar kind te spreken ; het is haar troost in haar droefheid. En dan vertelt de geest van den vroeg gestorven zoon, die in den oorlog gevallen is, aan zijn moeder, dat in het geestenland evengoed aan sport gedaan wordt en gerookt wordt en plezier gemaakt wordt als dat hier op aarde gebeurt. Hij wandelt, roeit, zwemt, eet, drinkt en vermaakt zich kostelijk met z'n medegeesten, zoodat hij 't veel beter heeft dan toen hij nog in 't leven was.
De bekende schrijver van detective-romans Conan Doyle, die de laatste jaren van zijn leven (hij is pas gestorven) ook een vurig spiritist was, verhaalt ook heel smakelijk : al onze lievelingsdieren, in het bizonder onze honden, zullen bij ons zijn in het hier-namaals. Ik heb het zelf gehoord — zegt hij — dat een séance-vertrek vervuld was met hondengeblaf en ik heb den zwaren kop van één der dieren, die gestorven zijn, op mijn knie gevoeld. „Daar waren acht getuigen bij, om te bewijzen, dat er geen levende hond in de kamer was" — zegt hij dan wèl-verzekerd !
Ook de geesten van honden kunnen dus verschijnen bij de spiritistische samenkomsten. En voor de meeste spiritisten is eigenlijk een mensch en een lievelingshond — of kat of papegaai — precies gelijk ! Men is even bedroefd als z'n hond sterft als dat er een mensch sterft en het behoort dikwijls onder de zware spiritistische problemen hoe de hond of de kat het nu wel hebben zal, nadat ze gestorven zijn
En als er soms in een anderen toon gesproken wordt en ook wel woorden als „zonde" en „bekeering" gebruikt worden, zelfs de naam van Jezus genoemd wordt, is het toch alles zoo héél anders dan Gods Woord er over spreekt; en dat bewijst weer klaarlijk, dat men in zonde-en doolwegen wandelt.
(Wordt voortgezet).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

GEESTELIJKE OPBOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's