Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KERMISZONDAG.
Het gebeurde in den Raad van 's-Gravenhage met betrekking tot het voornemen van den burgemeester dier gemeente om de kermis in den Dierentuin op Zondag te verbieden, heeft meer dan uitsluitend plaatselijke beteekenis.
Vooreerst valt uit de beraadslagingen over het verbieden van de Zondagskermis in den Raad en uit de stemming, die daarna plaats had, dit op te, merken, dat bij gemeenschappelijk overleg en bij een voorzichtig beleid er in de vertegenwoordigende en de overheidscolleges nog wel iets valt te bereiken voor de practische toepassing dan het Christelijk levensbeginsel.
En verder is het bij de gevoerde debatten in den gemeenteraad komen vast te staan, dat, wanneer het ooit in verband met de tijdsomstandigheden zal moeten komen tot een samengaan der burgerlijke partijen op politiek gebied, een denkbeeld waarvoor de Vrijheidsbond zich in bijzondere mate interesseert, de liberalen nog heel wat zullen moeten afleeren alvorens zulk een samenwerking met de Protest. Christelijke partijen zal mogelijk worden.
Het is bekend, hoe eerst onder burgemeester Van Karnebeek en daarna onder burgemeester Patyn van antirevolutionaire zijde jaar op jaar tegen de voorjaarskermis in den Dierentuin geageerd en geprotesteerd is geworden, echter zonder dat dit ooit tot eenig gunstig resultaat heeft mogen leiden.
Het bezwaar tegen de kermis ging daarbij voornamelijk tegen haar open zijn op den Zondag, waarvan de tegenwoordige burgemeester terecht zegt, dat het joelend kermisvermaak, dat hem op zichzelf reeds weinig sympathiek is en ook weinig verheffend is, dergelijke afmetingen heeft aan genomen, dat het op dien dag niet meer toelaatbaar is.
Vandaar dat de burgemeester zyn voornemen te kennen gaf, om als hoofd der politie, de Dierentuinkermis op Zondag te verbieden.
Tegen dat voornemen kwam de Vrijheidsbondsche raadsfractie in het geweer. Zij verklaarde zich met een dergelijke beperking der vrijheid van de burgerij, zooals de liberalen de sluiting der kermis op Zondag noemen, niet te kunnen vereenigen. En omdat de burgemeester wel eens wilde weten hoe de Raad over zijn voornemen dacht, deed de voorzitter der raadsgroep het voorstel, luidende : „De Raad van oordeel, dat geen aanleiding bestaat de voorwaarden, waaronder in de laatste jaren vergunning wordt verleend aan 't Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap tot het doen houden van een voorjaarskermis te wijzigen, noodigt den burgemeester uit in deze voorwaarden geen verandering te brengen".
Deze motie kwam nu de vorige week in den Haagschen Raad in stemming. De uitslag, die voor de tegenstanders der Zondagskermis wonderlijk meeviel, was, dat bij een linksche meerderheid van den Raad de stemmen over het voorstel staakten.
Het stond 21 tegen 21.
Jammer, dat één antirevolutionair raadslid afwezig was, want ware dit lid aanwezig geweest, dan zou het liberale voorstel zijn verworpen.
Tot de tegenstemmers behoorden behalve de 4 aanwezige Antirevolutionairen, de 4 Christelijk Historischen en het lid van de Hervormd Gereformeerde Staatspartij, de 9 Roomsch Katholieken en de 3 Vrijzinnig Democraten.
Voorstemmens waren de liberalen, de Sociaal Democraten en de Communisten.
Over dezen uitslag der stemming was de liberale Nieuwe Rotterdamsche Courant zóó verbolgen, dat zij in haar blad een heele kolom aan het geval wijdde.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant was in het bijzonder gebeten op de Roomsch Katholieke en de Vrijzinnig Democratische raadsleden, die hun tem aan het liberale voorstel onthielden.
De raadsoverzichtschrijver van het blad schreef over de stemming :
„Met het Protestantsche deel der rechterzijde, waartoe verschillende leden behooren, die eigenlijk alle feestelijkheden, wedstrijden, tentoonstellingen en voorstellingen op Zondag zouden willen verbieden, hebben óók de Katholieken tegengestemd, die een gansch andere opvatting van de Zondagsheiliging huldigen, óók de Vrijzinnig Democraten, die in de Tweede Kamer allerminst ja en amen plegen te zeggen op hetgeen de heer Duymser van Twist daar op het stuk van Zondagsrust tracht af te dwingen".
Verder noemde de schrijver de houding van de Roomsch Katholieken wonderlijk. Wie wel eens — zoo vervolgde hij — in den vreemde in Roomsche streken gereisd heeft, weet, dat men daar van Zondagsheiliging in Calvinistischen geest absoluut niet gediend is. Trouwens precies 't zelfde geldt voor het Zuiden van ons eigen land.
En dan wordt het R.K. dagblad „De Residentiebode" er bij gehaald, welk blad met nadruk betoogde, dat verbod van het voorjaarsfeest op Zondagen (d.w.z. verbod van het gansche feest, aangezien op Zondagen op tienvoudige ontvangsten kan worden gerekend) uit den booze is.
Zoo tracht de Nieuwe Rotterdamsche Courant de Roomsch Katholieken en ook de Vrijzinnig Democraten tegen eigen partij genooten uit te spelen in de heimelijke verwachting dat, wanneer op Maandag 15 Februari er opnieuw in den Raad zal moeten worden gestemd er misschien een enkele zal zijn, die eerst tegen de liberale motie stemde, doch zich thans aan de zijde zal scharen van de Vrijheidsbondsche raadsfractie.
Wij hopen intusschen, dat al het gestook van het Rotterdamsche blad op niets zal uitloopen.
Naar alle waarschijnlijkheid loopt het aanstaanden Maandag weer op een staking van stemmen uit, doch dan 22 tegen 22. Gebeurt dit, dan is het voorstel verworpen.
Wij zullen ons daarover van harte verblijden.
Echter men staat er verbaasd van, dat er nog iemand, en dat in deze tijdsomstandigheden, gevonden wordt die de kermis in bescherming neemt.
Bijzonder is dit van den Vrijheidsbond niet te begrijpen, die steeds den mond vol heeft over verlaging van loonen en over versobering van het leven.
Het is alsof er nog geen vermakelijkheden genoeg zijn, die de menschen in staat stellen hun geld kwijt te raken.
Bestaat er dan nog behoefte aan de kermis ?
Bovendien geeft het pleiten voor de kermis geen hoogen dunk van wat de liberalen wenschen ten aanzien van de cultureele opvoeding en ontwikkeling van het volk.
Het was opmerkelijk, dat toen de liberale verdediger van het voorstel in den Raad uitgesproken was, de communist hem oogenblikkelijk bijviel.
Noch de liberaal, noch de communist moeten iets hebben van de wetten en ordinantiën Gods voor het publieke leven.
Zoo werken de liberalen mede om de kloof tusschen hen en de Protestantsch Christelijke partijen te verbreeden en de antithese te verscherpen.
Saamwerking met de liberalen, zoo de nood der tijden dit zou eischen, wordt er niet gemakkelijker op.
Dat er nog leidende personen bij andere dan de Protestantsch Christelijke partijen zijn, die niet zoo doctrinair zijn als 'de Vrijheidsbond en zich ook andermans bezwaren kunnen indenken, is een verheugend verschijnsel.
In den Haagschen Raad kwam dit tot uiting.
Het geeft goede hoop voor de toekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's