Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZENDINGS-GESCHIEDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDINGS-GESCHIEDENIS

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

— WILLEBRORD's MEDEARBEIDERS.
Toen Willebrord in 690 uit Engeland hierheen kwam, om het werk van Wilfried en Wigbert onder de Friezen voort te zetten, vergezelden hem een elftal jonge mannen. Veel omtrent hen ligt in het duister. Maar Adelbert, die van koninklijke familie was, werkte vooral in Kennemerland, hij woonde in Egmond aan de Zee. Hij was ootmoedig en zachtzinnig, predikte overal en mocht veel zegen op zijn werk ontvangen. Afgodsbeelden werden afgebroken, tempels gesloopt en Christelijke kerken gebouwd. In 740 overleed hij te Egmond. Nog heden ten dage roepen de Roomsche Kennemers tot hem, den heiligen Adelbert, als hun beschermheilige (Sinte Aalbert). Een verhaal loopt er van hem, dat een kerkbalk, die eerst korter was, door zijn gebed langer werd dan al de andere balken, enz.
De gebroeders Ewaldus moeten in Twente en Westfalen gearbeid hebben. Als onafscheidelijke metgezellen reisden en werkten zij. En niet veel zegen. Toen zij Zuidwaarts trokken om aan den Rijn het Evangelie te prediken, kwamen zij in hel huis van een heidensch vorst, die hen vriendelijk ontving en ter maaltijd noodigde. Maar toen zij als Christenen baden, ontstak de vorst in woede, waarschuwde zijn knechten, zei, dat deze mannen gekomen waren om hen afvallig te maken van hun goden en spoedig klom de woede der bevolking zóó hoog, dat den een de schedel werd ingeslagen en de ander werd wreed in stukken gesneden. Zoo stierven de gebroeders Ewaldus als getuigen van Jezus Christus. Ze waren saam vereenigd geweest in hun arbeid, ze waren het ook in hun dood.
Suidbert, een Engelschman, werkte in Gelderland, aan de Lek en de Waal, te Tiel, Heusden, Arkel en vele andere plaatsen. Hij werd genoemd de „Apostel van Teisterbant" en stichtte vele kerken. Te Kaiserswerth in Duitschland stichtte hij een klooster en stierf daar als bisschop.
Werenfried arbeidde ook in Gelder­land, overleed omstreeks het jaar 720 te Westervoort en werd in de door hem gestichte kerk te Elst begraven.
Nederland heeft, wat de invoering van het Christendom aangaat, veel aan Engeland te danken.
Maar ook aan Frankrijk. Want waren hier vroeger reeds Amandus en Eligius (St. Eloi) geweest, in de dagen van Willebrord werkte hier Wulfram, ook een geboren Franschman. Door een goddelijke openbaring kwam hij naar Nederland, werkte onder de Friezen en predikte het Evangelie ter bekeering ook aan Koning Radboud. Gesteund door de macht van den koning der Franken, stond Wulf ram sterk; hij verkondigde den Frieschen vorst de nietigheid zijner afgoden en de heerlijkheid van den levenden God. En Radboud luisterde met belangstelling, ook als hem gesproken werd van den hemei. Het woord scheen indruk op hem te maken. Hij werd overreed om zich te laten doopen, dat, volgens de voorstelling van die dagen, het middel was van zondevergiffenis en wedergeboorte. (Roomsche idee), Geen beter middel was er om iemand „christen" te maken.
De Zendeling Wulfram was blijde toen de koning zijn toestemming gaf. In doopsgewaad naderde de koning 't groote doopvont. Reeds stond de vorst met den éénen voet er in. Maar toen bedacht hij zich en kwam met de vraag, waar toch zijn koninklijke voorzaten waren. „Dwaal niet, o vorst!" zoo zei de Zendeling, „uwe voorgangers, de vorsten der Friezen, die zonder het Sacrament des doops zijn gestorven, hebben voorzeker het vonnis der verdoemenis ondergaan !" Op dat woord trok Radboud zijn voet terug. Liever was hij met zijne vaderen in hunne plaats, dan met de christenen in den hemel, verklaarde hij ; en sinds had Wulfram's woord geheel geen invloed meer op hem. Drie dagen later stierf de vorst (719) als vijand van het christelijk geloof te Medemblik. :
Wulfram verliet de Friesche kusten teleurgesteld. Maar zijn werk is niet ijdel geweest. Vele voorname Friezen — men zegt, dat er ook een zoon van Radboud onder was — hebben zich tot het Christendom bekeerd. En de kerstening van deze edelen beteekende heel wat voor de toebrenging van het gewone Friesche volk.

BONIFACIUS. !
Winfrid heette hij. Dat beteekent : vol vrede, heil of geluk. Verlatijnscht werd : dit Bonifacius (van bonus, goed en facio, doen).
In Engeland is hij geboren (680), uit voorname Angelsaksische ouders. Reeds vroeg openbaarde hij lust om den Heere te vreezen, en bestemd voor een staatkundige loopbaan, werd hij onder Gods voorzienig bestel Zendeling. Monnik zijnde, begeerde hij onder de stamverwante Friezen : en Duitschers aan de overzijde van de Noordzee het Evangelie te prediken. Van het werk van Willebrord hoorde hij en in 716 ging hij ook en landde in Friesland. De toestand des lands was onrustig door de verwikkelingen die koning Radboud had met Karel Martel van Frankrijk. En Bonifacius oordeelde het beter tijdelijk weer naar Engeland terug te keeren. In 718 kwam hij terug en nu voor goed. Eerst was hij te Rome geweest bij Paus Gregorius II, om van hem een aanstelling te vragen als Zendeling in Duitschland. Met een voorraad reliquieën trok hij toen naar Thüringen. Britsche monniken, die daar waren, verdreef hij. Het huwelijksleven dier priesters beschouwde hij als hoererij ; ook wilden zij niet de Roomsche gewoonten overnemen, zooals hij dat gebood. In 728 ging hij voor de tweede maal naar Rome en bij Petrus' graf (? ) zwoer hij bijzondere trouw aan den Paus !
In Duitschland teruggekeerd (Hessen, Thüringen) bemerkte hij dat vele christenen weer teruggekeerd waren tot den afgodendienst en de vereering van den Noorschen god Thor, den god des donders.
Te Geismarin Hessen stond een eeuwenoude eik, aan Thor gewijd. Die eik was het middelpunt der vereering van die afgod. En algemeen was de gedachte, dat de bliksem treffen zou een ieder, die dien heiligen boom zou schenden. Bonifacius legt dan den bijl aan den wortel van den boom en hieuw net zoolang, totdat de boom met donderend geraas neerstortte. Den Zendeling trof geen bliksemstraal, gelijk het volk had geloofd. Dit werkte mee, dat velen de heerlijkheid des Heeren erkenden. Bonifacius bouwde nu een kerkje. Duizenden werden gedoopt. En op de blijde richten kwamen vele jongemannen uit Engeland over om hun landgenoot bij zijn zendingswerk te helpen. Na tienjarig worstelen met heidenen en strijden tegen verkeerde gewoonten, vroeger daar gebracht, loonde de nieuwe Paus Gregorius III Bonifcius, door hem in 732 tot aartsbisschop van de geheele Duitsche Kerk te noemen. Vroeger had hij voor de eer bedankt om, als opvolger van Willebrord t bisschop van Utrecht te worden aangesteld. Maar nu neemt hij de hooge onderscheiding aan. Geheel Duitschland wordt door hem bereisd. Overal predikte hij en stichtte gemeenten. Bisdommen schiep hij. Het volksonderwijs regelde hij en aan voornaamste kerken verbond hij scholen. In 742 riep hij een Duitsche kerkvergadering samen ; later weer. En de besluiten werden gehandhaafd. Sommige priesters leefden slecht en waren zeer onkuisch. Anderen offerden, ten believe van het volk, soms aan Jupiter, den oppergod der Romeinen. Vele priesters deden meer aan jacht en krijgsdienst dan aan arbeid in 's Heeren wijngaard.
Bij Bonifacius kwam de begeerte op om zich weer geheel en speciaal aan het zendingswerk te geven. Hij stelde zijn leerling Lulius aan als zijn opvolger als aartsbisschop en hij, de 70-jarige grijsaard, werd weer Zendeling ! Toen toog hij naar het Noorden van Nederland. Rondom de Zuiderzee bezocht hij de bevolking. In 755 sloeg hij in 't hartje van Friesland, nabij Dokkum, zijn tent op. Op den 5den Juni zou hij vele leerlingen het vormsel toedienen (een Roomsch Sacrament, bevestigen tot lidmaat der Kerk. Maar toen hadden vele heidensche Friezen een samenzwering tegen hem beraamd. En op het onverwachts werd de grijsaard overvallen. Nog predikte hij hun het Evangelie, vermaande zijn metgezellen geen wapenen te gebruiken — en toen werd hij met een 53-tal mede-arbeiders wreed vermoord. Murmeroude — Moordwoud — heet tot op heden de plaats, waar Bonifacius als marilaar zijn leven liet. Zijn dood is ook geweest de dood van het heidendom en het Christendom heeft zich uitgebreid in Friesland.

DE EERSTE FRIES DIE EEN ZENDELING WERD.
In Friesland is Bonifacius in 755 vermoord. Maar het Christendom was daarmee gelukkig niet dood in Friesland. En uit de Friezen komt. nu een Zendeling voort, wiens naam onder ons een goeden klank heeft. Dat is te meer verblijdend, omdat het Nederlandsche volk maar op weinig groote Zendelingen bogen kan. Bij Engeland en Duitschland vergeleken maakt Nederland maar een poover figuur op dit gebied.
Toen Bonifacius in 755 te Murmerwoude — Moordwoud — jammerlijk het leven moest laten, was 10 jaar te voren te Fierum, noordelijk van Dokkum, iemand geboren, die later als Zendeling zou optreden, en wel Ludger, die Bonifacius  is opgevolgd. Hij noch zijn ouders waren bekeerlingen van Bonifacius. Want de grootouders waren reeds christenen en waren onder Radboud I om des geloofswille naar Frankrijk gevlucht, doch later, toen Radboud II aan 't bewind was, teruggekeerd naar Friesland. Zoo werd Ludger te Wierum geboren en toen door zijn vrome ouders naar Utrecht gezonden voorz ijn studie en toevertrouwd aan den Abt Gregorius, iemand van Friesche afkomst, Ludger ging daarna, voor zijn vorming, naar Engeland en studeerde tien jaar te York. Eerst werd hij als Zendeling naar de Saksers gezonden, toen naar zijn landgenooten, de Friezen, vooral in Dokkums landstreken woonachtig. Op de plaats waar Bionifacius gevallen was, richtte hij ene kerk op.
Voor een tijd is hij toen naar Italië gegaan, om in een klooster te vertoeven, naar vandaar werd hij geroepen door Keizer Karel naar het land van de Friezen, om ook onder de Saksers — intusschen door de Friezen overwonnen — te arbeiden. Te Delfzijl mocht hij een bekenden blinden heidenschen zanger tot bekeering brengen, die nu voortaan als een christenzanger hem bij zijn arbeid hielp.
Keizer Karel de Groote kreeg weer moeite met de Saksers, die plunderend en brandend rondgingen. Ludger werd toen uit Friesland gezonden naar Westfalen, in westelijk Duitschland. Daar arbeidde hij 6 jaren en won velen voor zijn Heiland. Hij stichtte vele kerken en kloosters en leidde ook jongelingen op voor het priesterambt. De keizer beloonde hem met den bisschopszetel van (het latere) Munster, waarvan hij de eerste bisschop was. Op Zondag 26 Maart 809 had hij nog het evangelie verkondigd op twee verschillende plaatsen, in de nabijheid van Munster. Dien avond zeeg hij, na zijn terugkeer in zijn woning, uitgeput neer. Na enkele uren blies hij in vrede den laatsten adem uit. De Friezen mogen trotsch zijn op hun landsman, die zooveel voor 's Heeren rijk deed!
Onder een boom bij Munster ligt Ludger begraven. Dat was zijn begeerte geweest. Onder dien boom had hij zooveel gezeten en zoo dikwijls zijn gebeden opgezonden naar den hemel.
Er is een legende die vertelt, dat er met dien boom iets heel bizonders is gebeurd. Er was daar vroeger een groot woud. De Zendeling wilde er een klooster bouwen en beval zijn leerlingen al de boomen om te houwen. Het werk viel hun zéér zwaar, zij schoten niet op en klaagden daarover. Ludger ging 's nachts toen onder dien bewusten boom bidden, dat God hem mocht helpen bij het rooien van de boomen. En o wonder, dienzelfden nacht — zegt de overlevering — stak een zware storm op, die al de boomen in den omtrek ontwortelde, behalve dien, waaronder de Zendeling had gebeden ! Geen wonder, dat Ludger dien boom later telkens opzocht om onder dien boom te bidden, begeerende ook om onder de schaduw van dien boom begraven te worden.
Ook al laten we dit „wonder" voor wat het is — de naam van Ludger, de Friesche Zendeling onder de Friezen, zal onder ons in dankbare herinnering blijven !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

ZENDINGS-GESCHIEDENIS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's