GEESTELIJKE OPBOUW

HET SPIRITISME (16)
Christus heeft den Christenen iets anders geleerd. Die heeft voor anti-christelijke stroomingen ernstig gewaarschuwd. Hij heeft gezegd : met zulke middelen niet I En Hij heeft Zelf den weg gewezen, toen Hij in de gelijkenis sprak : de dooden zullen niet opstaan, om de levenden te prediken, zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die hooren !
Dat is en dat blijft het consigne van den Christen : het rapport met de geesten der afgestorvenen is verboden; de gemeenschap met God loopt door Jezus Christus, die een iegelijk van Zijn discipelen verwijst naar de Schriften en den Heiligen Geest geeft, om te leiden in alle waarheid.
Oud-en Nieuw-Testament doen in deze één taal hooren. En van ouds is ons geopenbaard : men zal voor de levenden niet de dooden vragen, maar de levenden zullen zoeken den levenden God, Die zegt: „Tot de wet en tot de getuigenis ; zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn. dat zij geen dageraad zullen hebben."
Voor den Christen is het Spiritisme dan ook uit den booze. Het is een dwaallicht boven een gevaarlijk moeras. Die het volgt, zal hoe langer hoe dieper in het slijk wegzinken en indien geen helpende hand hem optrekt, reddeloos verloren gaan.
„Verboden toegang" staat voor een Christen overal, waar Spiritisten met hun zoet gefluit de menschen lokken tot hun geheimzinnige séances. Maar .... gestolen wateren zijn zoet. En we gelooven, dat velen, tegen de stem van hun consciëntie ingaande, zich met de spiritistische aangelegenheden inlaten, hoewel ze weten, dat de Heiland ons andere wegen heeft geleerd en onze Bijbel ons deze verboden wegen verbiedt te gaan. En al zeggen de Spiritisten dat toet veel hooger staat, om werkelijk met de geesten der afgestorvenen te verkeeren en rechtstreeks stemmen te hooren en mededeelingen te krijgen van het hiernamaals, dan dat we „slechts" door den Bijbel worden onderricht; en „slechts" in Jezus een Profeet hebben, die zelfde Bijbel zegt ons, dat het gelooven hooger staat dan het zien : en de Heiland heeft gezegd : de dooden zullen niet gaan tot de levenden, maar de levenden hebben de Schrift, dat zij die lezen en hooren ! Zeggende ook : „Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot den Vader dan door Mij."
Een Christen aanvaardt dus absoluut niet, dat het gemeenschap oefenen met de geesten der gestorvenen hooger staat en veiliger gaat, dan de Schriften te onderzoeken, die ons het eeuwige leven in Jezus Christus boodschappen. Integendeel; de Christen weet maar al te goed, dat de spiritisfcische séances de menschen van de Schrift afvoeren en met allerlei dingen komen, waarin de zaligheid geenszins geopenbaard is.
Vertellen de Spiritisten ons dus, dat zij door bemiddeling van een medium (tusschenpersoon) met de geesten der afgestorvenen gemeenschap kunnen oefenen en die geesten dan hun werkelijke aanwezigheid bewijzen door verstaanbare teekenen, door geschrift en zelfs door zichtbare en tastbare verschijning, waarbij die geesten ons dan aanwijzingen en inlichtingen aangaande het leven aan gene Zijde van het graf geven, niet volgens een of andere Kerkleer, die slechts op gissingen berust (!), maar volgens hetgeen zij zelf daar gezien en ondervonden hebben, waarvan de Spiritisten triomfantelijk ook zeggen, dat zij geen priesters noch kerken noodig hebben en dat alle godsdiensten nu wel kunnen wijken voor de nieuwe religie van het Spiritisme — dan gaat ons ernstig protest tegen deze dingen uit in den naam van onzen Heiland en naar uitwijzen van Gods Woord ! En ja — dat is de heimelijke toeleg weer : een nieuwe religie moet de plaats van de oude Christelijke religie innemen !
Een nieuwe religie ?
Indiërs, Chineezen, Egyptenaren, Boeddhisten staan als doodenvereerders en doodenbezweerders van ouds bekend. Die konden de geesten van de dooden „bezweren"; dat is maken, dat die geesten mededeelingen deden. En de geesten-griffel-letters in 't zand geschreven en de figuren wonderlijk geteekend, kenden de Chineezen reeds eeuwen en eeuwen geleden. Vervreemd van hun Schepper en Maker en vreemd aan 't Woord des levens, wendde men zich tot de afgoden, niet 't minst tot de geesten der afgestorvenen. Gelijk ook onder Israël, , in dagen van verval, waarzeggers en duivelskunstenaars waren, die andere wegen bewandelden dan de Heere had geordineerd en daarom óók van God werden gevloekt.
Nieuw is die spiritistisohe beweging niet, doch altijd van God en de heilige mannen Gods, die vol van den Heiligen Geest waren, veroordeeld.
Een uitgebreide leer heeft men van ouds gehad aangaande de geesten en een indrukwekkende eeredienst ten opzichte van de geesten der afgestorvenen. En nu gaat men waarlijk in 't midden van de Christenheid de heidenen nadoen — alsof men niet veel heerlijker dingen van God ontvangen heeft in Jezus Christus ! Aan de zwarte draad van bijgeloof gaat men voort spinnen in onzen modernen tijd, zooals men die van de Indiërs, de Egyptenaren, de Chineezen, de Boeddhisten heeft overgenomen !
Zegt men ons dus, dat het Spiritisme waarlijk niet van vandaag of gisteren is, maar kan bogen op een lange historie, dan erkennen wij de oudheid en de taaiheid van deze leugenleer, gelijk wij weten, dat zoo menige oude dwaling zich telkens in een nieuw gewaad weet te hullen, om de menschenkinderen te misleiden.
De zonde en de leugen heeft een lange geschiedenis met veel momenten, waarop de Christen bij het licht van Gods Woord acht heeft te geven, om als een gewaarschuwd man dubbel waakzaam zich te betoonen !
Of er dan op 't terrein van het Spiritisme geen feiten zijn te vermelden ? En zoo ja, wat hebben we daarvan als Christen te denken ?
Heel samengesteld wordt deze affaire voor ons. Veel bedrog, schandelijk veel bedrog ligt er op dit terrein. Telkens is er bedrog geconstateerd en telkens wordt er nieuw bedrog bewezen. Schandelijk veel mediums zijn er, die van bedrog leven en telkens de brutaalste leugen op de andere stapelen ! 't Is ook zoo verleidelijk ! Want er komen menschen uit nieuwsgierigheid, die iets bijzonders, heel iets bijzonders willen zien. En omdat de nieuwsgierigheid op de séances veel meer verwachtte dan er te zien en te hooren valt, hebben in den loop der jaren onderscheidene mediums door handige kunstgrepen trachten aan te vullen wat hun aan mediamieke kracht ontbrak. Om succes te hebben lieten zij zich met allerlei trucjes in, om door listige handelingen de bezoekers in den waan te brengen, dat in hun gezelschap bovennatuurlijke dingen gebeuren en bovenaardsche woorden worden gesproken. Vooral toen hier en daar die vertooningen een winstgevend bedrijf werden en onderscheidene mediums zich naam zochten te maken, trad het verderf en het bedrog sterk naar voren. Het bleek in Frankrijk, dat soms in het fotografeeren der zich materialiseerende geesten bedrog in het groot werd gepleegd. De strafrechter kwam er soms aan te pas. De hoogepriester van het Engelsche spiritisme, Daniël Douglas Home, na eerst als hoftoovenaar van Napoleon III zich naam gemaakt te hebben, zag zijn roem toenemen toen hij met den rechter had kennis gemaakt. Alle mediamieke aanleg liet hem toen op een séance in den steek ! De beroemde dentist Henri Slade werd van bedriegerij beschuldigd en bleek ook bij onderzoek niet heel zuiver te zijn. Mrs. Florence Corner, na acht jaren lang, eerst in Londen, daarna in China en op allerlei andere plaatsen verrassende proeven van haar mediamieke kracht te hebben gegeven, werd in Engelands hoofdstad ontdekt en kwam daar ten val.
Nog niet zoo heel veel jaren is het geleden, dat Anna Rothe, beroemd spiritiste, in Berlijn de zinnen van vele toeschouwers in verrukking bracht en in spanning hield, toen zij uit geestenhanden ontvangen bloemen strooide, maar smadelijk werd zij door de politie als bedriegster aan de kaak gesteld.
12 Jan. 1886 werd door een medium te Middelburg bekend gemaakt, wat de geest van een kapitein van een schip, dat vergaan was, hem verteld had. Het geluk van den gestorvene werd luide verkondigd en er werd bij gezegd dat hij vroeger zoo tegen het Spiritisme was geweest, maar nu ieder aanried om toch aan het Spiritisme te gelooven.
Wat bleek later ?
Het schip was zoek geraakt, maar 27 Februari '86 kreeg de reederij bericht dat het schip „Marie en Julis" te Ternate was aangekomen. De kapitein was gezond en wel! Spiritistische scheepstijdingen bleken niet te vertrouwen !

(Wordt voortgezet).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen