Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KOSTEN DER SOCIALE WETTEN.
Het wekt niet geringe verbazing, dat de nood, waarin de boerenstand tengevolge van de geweldige crisis verkeert, in verband wordt gebracht met de sociale wetgeving.
Dat het betalen van premie voor de sociale zorg van invalide, zieke en oude landarbeiders de rekening van den boer drukt, is juist, evenals dat iedere willekeurige uitgave, die de landbouwer voor de instandhouding van zijn bedrijf heeft te doen, den noodtoestand, waarin het bedrijf verkeert, verzwaart; doch om te zeggen, dat de druk der sociale lasten het boerenbedrijf uitperst, of nog erger, dat de sociale zorg de noodlijdende bedrijven in den grond trapt, is, wanneer de cijfers der uitgaven van de boerderij in oogenschouw worden genomen, niet anders dan boerenmisleiding, waarmede slechts dit bereikt wordt, dat de boeren, die aan zulk een voorstelling van zaken geloof hechten, opstandig worden gemaakt.
Onlangs verscheen in „Ons Platteland", het orgaan van den Christelijken Boeren-en Tuindersbond, een staatje der uitgaven van een boerderij van 20 H.A. in de Rijnstreek, waaruit duidelijk blijkt, hoe onwaar en onverantwoordelijk een dergelijke redeneering is.
In dit staatje lezen wij : dat de uitgaven, in guldens uitgedrukt, in ronde cijfers per jaar voor deze boerderij bedroegen : rente hypotheek 2000, arbeidsloon 1200, waterschapslasten 220, grondlasten 120, veevoeder 600, kunstmest 280, rekeningen en diversen 460 en premie voor de sociale zorg 74.
Van al deze uitgaven is dus de premie voor de sociale zorg verreweg de geringste. Zooals van zelf spreekt, zijn de kosten voor ongevallenwet en invaliditeitswet in de landbouwbedrijven, waar met meer arbeiders gewenkt wordt, hooger, doch dit geeft niet veel verandering in het verhoudingscijfer van arbeidsloonen en premies, voor wat betreft het totaal der uitgaven.
Wanneer nu uit de genoemde cijfers de conclusie wordt getrokken dat het eene schromelijke onbillijkheid is, dat een verlieslatend bedrijf als thans het landbouwbedrijf is, ook nog de premies voor de sociale wetten moet opbrengen en men zelfs zoover gaat om deze wetten de bloedhond te noemen, die op de landbouwers wordt losgelaten, dan rijst de vraag, of van diezelfde schromelijke onbillijkheid ook niet zou kunnen gewaagd worden ten aanzien van de waterschapslasten, die toch ook moeten worden betaald. Waarom wordt dan wel bezwaar gemaakt — niet op principieele gronden, waarvoor wij op zijde gaan — maar uit financiëele overwegingen, tegen de ƒ 74.— premies voor de sociale wetten en niet tegen het veel hoogere bedrag van ƒ 220.— voor waterschapslasten ? Juist die waterschapslasten zouden in de eerste plaats in aanmerking moeten komen om geheel of gedeeltelijk door het Rijk te worden overgenomen.
Zien zij, die zoo sterk tegen de sociale zorg gekant zijn, niet voorbij :
Ten eerste, dat de kosten der sociale wetten een deel uitmaken van het loon der arbeiders en dus tot de bedrijfskosten moeten worden gerekend ;
Ten tweede, dat, wanneer de sociale wetten niet bestonden, de landbouwers bij ziekte, ongeval of ouderdom van hunne arbeiders, zedelijk verplicht zouden zijn zelf in de nooden en de behoeften van hun personeel te voorzien, wat hun op enorme kosten zou komen te staan ;
En eindelijk, dat tegenover de kosten van de sociale wetgeving ook baten staan, die den landarbeiders ten goede komen en die oorzaak zijn dat zij met opgewektheid hun arbeid kunnen verrichten.
De tijden, die wij beleven, zijn voor den boerenstand moeilijk. Daarom moet de regeering ingrijpende maatregelen nemen om in den noodtoestand van den landbouw leniging te brengen.
Reeds zien wij, hoe de belanghebbenden bij den tarwebouw en bij den suikerbietenbouw van de gunstige werking der regeeringsmaatregelen profiteeren. In die richting moeten ook de veehouders en de boeren in het gemengd bedrijf worden geholpen, zoodat zij in staat zijn de normale bedrijfsuitgaven te betalen.
Echter men Overdrijve niet, wat de sociale zorg voor de arbeiders aangaat.
Want door op dit punt te overdrijven, speelt men met vuur, predikt men, zonder dat daarvoor eenige grond bestaat, opstandigheid onder de landbouwersbevolking en wordt het vertrouwen in de regeering ondermijnd.
Wij komen dan niet verder en bereiken niet het doel, om door onderlinge saamwerking, in Gods kracht, het goede voor ons volk te zoeken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1932

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's