PINKSTEREN

I.
o, Wond're gave van den Heil'gen Geest Nu komt God-Zelf in onze harten wonen, en dolen wij niet langer als verweesd in deze dorre wereld, maar als zonen en docht'ren van Uw huis, o eeuw'ge Vader. — En, wat Gij immer over ons beschikt, Gij voert ons - daag'lijks de eindbestemming nader: De bruiloftsdisch, waar Ge eeuwig ons verkwikt.
Toen de verloren zoon was thuisgekomen, begon men blij te wezen Zoo ook. Heer', waar Ge ons om Christus' wil hebt aangenomen. Nu siert de eernaam kind-van-God ons weer. o, Pinkstergeest, uit hoogen hemel doet Ge Uw vreugden dalen diep in ons gemoed.

II.
En, wat we op aard nu ooit ontberen. Uw Geest des harten schrijn vervult, en zal ons 't daag'lijksch kruis nu leeren te dragen Heer', met stil geduld.
Te nacht zien wij de vuren branden, die nooden tot het Vaderhuis, en worden als op eng'lenhanden gedragen door bet aardsch gedruisch.
Hoe zagen velen we al ontslapen, op 't veeg gelaat Uw heil'ge vree.
Zij volgden als gedweeë schapen, en droegen hunne zielen mee als veil'gen buit naar 't lichtend land, waar God-Zelf allen weedom bant.

III.
Nu willen wij geduldig dragen Uw lichten last tot op den stond, dat wij, van alle leed ontslagen, zien stralen d' eeuw'gen morgenstond.
Gezegend uur, wanneer de Koning Zijn willig' eng'len zenden zal, om ons te voeren tot Zijn woning door 't laatste, schaduwdonk're dal.
„Want Hij zal zijn, 'lijk in den morgen de gulden zorme lichten gaat; geen wolkensluier houdt verborgen de schoonheid van den dageraad.
o, Eeuw'ge morgen zonder wolken, ... ras daagt de heilstaat aller volken.

Lunteren.

) 2 Sam. 23 : 4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen