Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKE RONDSCHOUW

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJKE EENHEID.
De Geref. Kerken en de Chr. Geref. Kerk staan nogal scherp tegenover elkaar, hoewel ze om velerlei oorzaak 't nauwst aan elkaar verwant zijn, dogmatisch en Kerkrechterlijk.
Nu komt 1934 in 't zicht, met het eeuwgetij van de Afscheiding. Wie zijn de zonen en dochteren van de Afscheiding ? Zitten ze in de Geref. Kerken of in de Chr. Geref. Kerk ? 't Geeft moeite en verdriet.
Ook verdriet — gelukkig. Er zijn er, die er geen vrede mee hebben. Nu heeft de Geref. Kerk van Ermelo de gedachte aan de hand gedaan, dat de hoogleeraren van de Theol. School te Kampen en die van de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit eens een samenspreking zouden hebben met de professoren van de Theol. School der Chr. Geref. Kerk te Apeldoorn; en dat deze broedei's eens met elkander zouden praten over de verschilpunten, die er tusschen de Chr. Geref. Kerk en de Geref. Kerken liggen.
De verschilpunten zullen wel in hoofdzaak gezocht moeten worden in deze vier zaken : de kwestie van de veronderstelde wedergeboorte — de doopspractijk — het meer subjectieve element der toe-eigening des heils door den Heiligen Geest bij de Chr. Geref. tegenover het meer objectieve element van het hebben en bezitten des heils in Christus bij de Geref. Kerken — en ten slotte de kwestie van de Vereeniging der Kerken in 1892, waarbij, naar het oordeel der Chr. Geref. Kerk het standpunt van de Afscheiding verlaten is. Prof. Grosheide zegt in N.H. Kerkblad (21 April '33) dat hem het voorstel Ermelo zéér sympathiek is, hoewel hij er practisch niet veel van verwacht. Omdat hij bang is voor dingen, die men niet als verschilpunten onder woorden kan brengen. Dingen, die eigenlijk daar uit voortkomen, dat men aan geen van beide zijden wil vereenigen.
„Er is zoo langzamerhand heel wat gebeurd. Er zijn overgangen geweest van de eene Kerk naar de andere. Er zijn scherpe woorden gewisseld. Juist omdat men naast elkaar stond zijn niet alleen de verschilpunten opgeblazen en men is, omdat men zich naast elkaar ontwikkelde, al verder van elkander afgekomen. Bepaalde predikanten zou men van elkander al heel moeilijk kunnen overnemen of willen hooren".
„We zijn in plaats van naar elkaar toe te groeien, al verder van elkaar gekomen. Niet in de eerste plaats in de theorie, maar vooral in de practijk. En die practijk gaat door. Die kan men niet stop zetten". Predikanten van de Gereformeerde Kerken moeten gemeenteleden, die neiging zouden hebben naar de Christelijke Gereformeerde Kerk over te gaan waarschuwen en trachten daarvan af te houden enz. Wat dan ?
„We zullen eerst meer naar elkander toe moeten groeien. Dat kan door alle noodelooze polemiek na te laten. We moeten niet blijven doorpraten over kwesties als doop, wedergeboorte en vereeniging van 1892. Dat kan veilig achterwege blijven. Niet, omdat die punten niet belangrijk zijn. Maar omdat er niets nieuws meer over te zeggen valt en omdat verder praten alleen ten gevolge heeft, dat men een bepaald standpunt steeds verder, en vaak in het onjuiste gaat doortrekken". „Dan is er noodig persoonlijke toenadering, elkander beter leeren kennen. Elkaar niet meer ontloopen, maar gaarne ontmoeten". „Daarom lokt ons de gedachte van de Kerk van Ermelo aan". „Zoo'n eerste aanraking kan nietten gevolge hebben, dat op een volgende Synode de zaak beklonken is. Dat is een onmogelijkheid. Er moet een gezindheid worden omgezet en dat gaat niet in drie jaar". „We zien in het voorstel van Ermelo perspectief. Daarom hopen we, dat de Generale Synode het zal aanvaarden. Zij het dan, dat het slechts beteekent het zetten van een eersten stap op een weg, die zeker heel lang zal zijn".
Tot zoover prof. Grosheide.
Prof. P. J. M. de Bruin van de Theol. School te Apeldoorn schrijft in „De Wekker" het volgende :
„’t Ligt niet op onzen weg over den inhoud van dit voorstel ons thans uit te spreken. Alleen willen wij er op wijzen, hoe, met alle waardeering van de goede bedoeling, schijnbaar weer getracht wordt hetzelfde spelletje te spelen, als in 1887 reeds gespeeld is.
In dat jaar kwam het Synodaal Convent der Doleerende Kerken te Rotterdam saam. Dit convent benoemde eenige deputaten die eene samenspreking zouden houden met.... zooals het convent letterlijk zeide : „met de heeren der Theol. School te Kampen.”
Thans is er nog een predikant in de Geref. Kerken, die in „de Reformatie" en de „Bazuin" altijd spreekt van „de heeren der Theol. School te Apeldoorn". Die benaming is van doleerende afkomst dus. 't Zij ter eere van den kerkeraad der Geref. Kerk te Ermelo gezegd, die deze bovengenoemde terminologie er niet op na houdt in zijn voorstel. De „heeren van de Theol. School te Kampen" lieten zich vangen en kwamen met de Deputaten van het Synodaal Convent saam en 't gevolg was de opstelling van drie punten, waardoor de vereeniging moest tot stand komen. Hier werd een brug geslagen, die leidde tot de Vereeniging van 1892, waarmede wij ons niet vereenigen konden.
Zullen de. „heeren van de Theol. School te Kampen" van 1887, die de saamspreking aanvaardden, voor het heden een baken in zee zijn ? Wij zullen vooreerst afwachten”.

DE BUCHMANBEWEGING.
Op de vergadering van Gereformeerde predikanten (der Gereformeerde Kerken) in de Paaschweek te Utrecht gehouden sprak ds. van 't Sant, Gereformeerd predikant te Den Haag over De Buchmanbeweging, over welke „geestelijke strooming" van den laatsten tijd, nog al wat te doen is in vele godsdienstige en kerkelijke kringen. Ook 't bekende boek : „Alleen voor zondaars" staat er mee in verband.
We nemen hier over wat de referent te Utrecht gezegd heeft, daarbij volgende het persverslag :
Frank Buchman is in 1878 te Pennsbury in Pennsylvanië geboren en is dus een Amerikaan. Sinds 1909 predikt hij een sterke persoonlijke beleving der gemeenschap met Christus. Dit concentreerde hij in de z.g.n. House-Parties, de samenkomsten van 4—10 dagen van zooveel mogelijk gelijkgezinde menschen, die daar dan vrij en frank over hun geestelijke ervaringen, over hun innerlijken strijd en overwinning spreken en getuigen. Deze House-Parties of geestelijke gezelschaps-conferenties, die hij in 1921 ook in Engeland in zwang bracht (de Oxford-beweging), riepen een wereldbeweging in het leven, welke als een „algemeen priesterdom zonder dogmatiek" kan gekarakteriseerd worden.
Toch is deze beweging natuurlijk niet zonder dogmatiek, zonder geloofs-principes, waaruit men leeft, spreekt en handelt.
De meest juiste teekening dezer principes kan men wellicht vinden in het boek van J. F. Laun : Unter Gottes Führung". Daar worden als kenmerkende principes genoemd :
1. het willen ervaren van de leiding Gods;
2. het zoeken van oprechtheid in de kennis der zonde en in het belijden der zonden aan elkander ;
3. de drang tot persoonlijke overgave aan Christus en het vuur in het mededeelen van ontvangen gaven en krachten aan anderen, met name in gemeenschappen, in groepsarbeid. (House-Parties).
Het reveil, dat deze beweging hernieuwt, is een dankbaar te waardeeren verschijnsel, maar enkele opmerkingen mogen hier niet achterblijven, welke opmerkingen bedenkingen en aanmerkingen worden.
Vooreerst onderscheidt deze beweging zich daarin van het oorspronkelijk-Christendom, dat dit laatste geen standsverschil maakte, terwijl de House-Parties in hoofdzaak tot de „intellectueelen en beter gesitueerden" zich beperken.
Dit moet naar Christelijk principe een gebrek geacht worden.
Vervolgens is op te merken, dat de beweging door haar uitsluiten van alle debat over belijdenis-vragen een „weeke eenheid zonder ruggegraat" kweekt en de vraag naar de Kerk tot een secundaire maakt, terwijl toch de Kerk als stichting van Christus zelve nimmer als secundair te bechouwen is. Naar Gods believen is het ware, gezonde geestelijke leven door Gods Geest geboren, van den aanvang af kerkelijk geweest. Het is niet waar, dat kerkelijk en geestelijk leven in de Schrift tegenstellingen vormen. De kerkelijke samenkomsten der geloovigen zijn de openbaring en belijdenis hunner gemeenschap en eenheid in Christus en kunnen en mogen niet door een andere geestelijke gemeenschap vervangen worden.
Elk reveil, elke geestelijke opwaking, dat waarlijk doel zal treffen, moet reformatie, vernieuwing, niet opzij zetting der Kerk zijn.
Dan nog is het gemis van aanvaarding der Heilige Schrift als het Woord van God oorzaak, dat de geheele beweging meer homocentrisch (mensch-centraal) dan theocentrisch (God in 't midden) is. Dit subjectivisme, uitgaande van den vromen mensch, heeft tot gevolg o.a. vervlakking van het zonde-begrip en eveneens vervlakking van de verlossing des menschen (n.l. tot slechts overgave ; de idee van de voldoening door Christus ontbreekt te veel).

DE PERSOON VAN FRANCK BUCHMAN.
Aan de Oxford-beweging of ook wel Buchman-beweging is de naam van Pranck Buchman ten nauwste verbonden.
In N.-H. Kerkblad vonden we enkele bizonderheden aangaande dezen man, waarvan we hier enkele dingen overnemen.
Buchman, een Amerikaan van geboorte, studeerde theologie. Korten tijd is hij, die een ietwat beschroomden indruk maakt, predikant geweest bij een kerk in een zeer moeilijk te bearbeiden volkswijk in Philadelphia. Dit werk verliet hij na drie jaar, om op te treden als directeur van een Luthersch Tehuis voor verwaarloosde jongens. Door oneenigheid met het bestuur nam hij ontslag en vertrok in 1908 naar Engeland, om een godsdienstige conferentie bij te wonen.
In dien tijd was er groote onrust bij hem. De oneenigheid met het bestuur griefde hem, maar vooral de overtuiging, dat hem de persoonlijke ervaring van Jezus Christus ontbrak, veroorzaakte onrust in zijn hart.
Hij moest een nieuw mensch worden. En nu voltrok zich in Engeland dat wonder, waardoor zijn leven zóó grondig veranderde, dat hij daarna in staat was, om honderden anderen den weg tot zulk eene levensverandering te wijzen.
Hij vertelde daarvan dit:
Ontevreden over zichzelven en geestelijk moe, treedt hij op zekeren dag binnen in een kleine dorpskerk in Cumberland. Daar zijn bijeen een zeventien-tal menschen, tot wie een vrouw het woord voert.
„Ik gevoelde mij diep ongelukkig, 'k had grieven tegen allerlei menschen die zich Christenen noemden. En toch lag de oorzaak van mijn onrust in mijn eigen hart. Ik gevoelde, dat ik schuldig was aan drie dingen : zelfzucht, hoogmoed en slapheid van wil. En ik noemde mij zelf een Christen en probeerde anderen Christenen te maken".
„De spreekster had het over het zien op het kruis. Zij sprak ervan met zooveel vuur en heilige geestdrift, dat het kruis als 't ware verpersoonlijkt werd". En terwijl hij nu die gedachte, die hem geheel nieuw was, in zijn geest zat te verwerken, kwamen tot hem zeer tastbaar en in volle realiteit een visioen van den gekruisigde. Hij werd zich op eenmaal bewust van twee huiveringwekkende feiten. Het eerste was : dat er een diepe afgrond gaapte tusschen hem en den lijdenden Christus. Het andere : dat er een uitdrukking van diepe smart op 't gelaat van Jezus lag, om hem.
Deze twee ontdekkingen losten den chaos in zijn geest op. Hij gaf zich geheel over aan den wil van God.
Den volgenden dag schreef hij zes brieven naar Amerika aan de mannen tegenover wie hij, naar hij meende, zeer gerechtvaardigde grieven had, beleed daarin zijn verkeerde gezindheid en vroeg haar vergeving.
Aan ’t hoofd van lederen brief schreef hij:
Als ik het wondere kruis aanschouw. Waaraan de Koning der eere stierf Acht ik mijn rijkste winst slechts verlies En heb niets dan verachting voor al mijn trots.
Nooit heeft hij eenig antwoord op die brieven ontvangen, maar het deed geen afbreuk aan het blijde gevoel van de gemeenschap met God, nu door hem ervaren. Deze gebeurtenis was het keerpunt in zijn leven. Hij had nu verstaan, dat er geen waarachtig geestelijk leven, geen gevoel van eenheid met den goddelijken wil kan zijn, geen God-consciousness zooals hij 't noemt, zoolang het hart verstrikt blijft in een hardnekkig overblijfsel van zelfzucht. Hij was veranderd, bekeerd. En hij voelde zich geroepen onder Gods zegen anderen tot bekeering te leiden.
Zijn inzicht in de wijze waarop hij voor anderen ten zegen kan zijn, illustreert hij gaarne met het Japansche spreekwoord : „een geneesmiddel voor zieke oogen moet men niet uit het raam van een tweede verdieping laten vallen". Droppel voor droppel en met de uiterste nauwkeurigheid en de grootste zorg moet het geneesmiddel Gods aan de ziel van den enkeling worden toegediend. Hij zoekt zijn kracht in 't persoonlijk contact. „Menschen zijn elk op zichzelve waard, dat gij den tijd voor hen neemt", zegt hij.
Voeg hieraan toe, dat Buchman ieder mensch beschouwt met de vaste hoop een Christen van hem te kunnen maken — en ge verstaat 't hoe hij zijn arbeid aanvat. Hij begint met den zondaar er op te wijzen, dat zijn zonde de muur is, die hem van God afsluit. Tracht dan aan te toonen, dat deze muur 't resultaat is van den opzettelijken wil geen gemeenschap met God te hebben. De mensch moge daartegen inbrengen, dat hij die gemeenschap juist be-, geert, dat hij er om bidt, er naar hongert en dorst. Buchman zegt hem, dat hij zichzelf misleidt. Zijn stelling is : God komt tot ons, als wij 't Hem vragen".
Hij legt voorts de zonde bloot, zet het mes in de wonde, want hij is chirurg en geen drogist, die dropwatertjes verkoopt. Hij snijdt diep en doet pijn, maar 't is uit liefde tot de ziel van zijn medemensch. Hij leert u de zonde te haten, ja bijna uzelf te haten, maar hij doet u ook gevoelen, dat hij met hartelijke liefde voor u vervuld is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

KERKELIJKE RONDSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's