Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CHRISTELIJKE ETHIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CHRISTELIJKE ETHIEK

HET PROEFHUWELIJK.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Amerikaansche schrijver Lindsey schrijft in „Opstandige Jeugd" over de sexualiteit bij jonge menschen, bij meisjes en jongens, en hij protesteert er heftig tegen, dat de wet en onze zede voorschrijven, dat deze verlangens in wilskracht zullen worden in toom gehouden, (blz. 123). Dr. Honig zegt in „Het Huwelijksprobleem" (blz. 43) : het is alsof Lindsey niet ziet, dat juist tengevolge van den nog onvoltooiden lichamelijken en geestelijken groei de sexueele omgang op dezen leeftijd op zedelijke, menschelijke, vooral ook op medische gronden niet toelaatbaar is. Erger nog. Vrome ouders, die met innige liefde voor hun kind leven en bidden en hem bij een zedelijk misdrijf van hun kind daarover droefheid toonen, vermag Lindsey niet anders te qualificeeren dan menschen, die door schijnheiligheid en vastroesten in de publieke opinie zijn ontaard".
In „Huwelijk in Kameraadschap" (pag. 160) zegt Lindsey: „Ik walg van de schijnheiligheid en de huichelarij, die uitdrukking vinden in geklets over - de heiligheid van het gezin" en de „grondvesten der maatschappij" en over wat volgens sommigen volmaakt zeker „Gods wil" is en nog andere ficties en fabeltjes, die geen bruikbare gedragslijn aangeven". Een bruikbare gedragslijn is volgens hem alleen die, welke de mogelijkheid opent, dat sexueele verlangens, zoodra ze ontstaan, hun bevrediging kunnen vinden. Daartoe zal dan het proefhuwelijk dienen. Dat is dan een verbintenis van jonge menschen, die, te jong om te weten of ze voor héél hun leven bij elkander wenschen te blijven, daarin voor hun sexueele leven echter bevrediging kunnen vinden. Omdat Lindsey niet kan ontkennen, dat het onverantwoordelijk zou zijn, indien uit zulk een („kameraadschappelijke") verbintenis kinderen zouden worden geboren, stelt hij voor, wettelijk het krijgen van een kind in het proefhuwelijk te verbieden. Komen er kinderen met goedvinden van beide partijen, dan gaat „het huwelijk in kameraadschap" over in een „gezinshuwelijk". Dit laatste is dan, in tegenstelling met de beide voorgaande (proef huwelijk en huwelijk in kameraadschap) schier niet te ontbinden, zulks met het oog op het welzijn der kinderen.
Lindsey wenscht niet, dat wij onze redelijke zedelijke persoonlijkheid tegen onze lichamelijke neigingen te weer stellen, wat hij een „belachelijke onmogelijkheid" noemt.
In het Vrouwen Jaarboek 1929 zegt mevr. Riemens : Het tweede boek van Lindsey is een wanhopig verward gestamel van iemand, die een probleem voelt, maar het niet onder woorden kan brengen". En bekend is de uitnemende critiek van dr. A. Hijmans in zijn boekje : „Ben Lindsey's Nieuwe Sexueele Ethiek 1929".
Wat Lindsey zoekt, is bevrediging van geslachtsdrift. Hij zoekt geen oplossing voor de sexueele nooden van den mensch ; het is alsof hij dat innerlijk conflict niet kent. Jonge menschen staan voor een beslissende keuze, een keuze die beslissend is voor tijd en eeuwigheid. Zullen ze een ethisch-idealistische levenshouding aannemen, of een ongebonden naturalistische. Zullen zij kiezen een hooge waardeering van het door God ingestelde huwelijk tot welzijn van lichaam en ziel, óf een gedachtelooze uitleving zonder erkenning van hoogere waarden ? Lindsey kiest voor het laatste.
De christen gelooft en belijdt, dat wij een ernstige levensethiek hebben te zoeken, die niet alleen ziet op den bloei van het leven, maar ook op de vruchten des levens. En dan geeft het huwelijk de oplossing voor de sexueele nooden van den mensch.
Het huwelijk blijft staan in het centrum van het menschleven. Het huwelijk is geen willekeurige instelling, die afhangt van het goeddunken der menschen of door sociale en cultureele omstandigheden wordt voortgebracht, maar het wortelt in Gods scheppingsordinantie en in de natuur van den mensch zelve. Het is een inzetting Gods en levenswet des geslachts. Gen. 2 : 18, 22—24; Matth. 19 : 4—6 ; Mare. 16 ; 5—9 ; Ef. 5 : 31. En het is een feit, dat niet alleen de christenheid de groote, fundamenteele waarde van het huwelijk voelt en erkent, maar ook velen die van de christelijke beginselen vervreemd zijn, verspreid onder alle naties en in alle werelddeelen.
Van de keuze die er valt tusschen man en vrouw om tot een huwelijksverbintenis over te gaan hangt zoo ontzaglijk veel af. De man moet een vrouw kiezen, die in zielsontwikkeling, in levensmilieu, in levensvisie ook met hem steeds meer eens geestes worden kan. Dat komt aan zijn levensarbeid ten goede. God leidt de wereld uit tot Zijn heilig voorgesteld doel door het werk der menschen. De heerlijke mogelijkheden van den levensarbeid heeft de Heere door het huwelijk willen vergrooten. En gelijk het heilig huwelijk de natuurdrift zegent, doorloutert het ook de geestdrift van den zedelijken en denkenden mensch. Het huwelijksformulier zegt dan ook, dat het huwelijk ten eerste is ingesteld „opdat de een den ander trouwelijk helpe en bijsta in alle dingen, die tot het tijdelijke en eeuwige leven behooren".
Voert de man den strijd naar buiten, is het zijn taak zorg te dragen, dat het gezin kan bestaan — de vrouw ontplooit haar kracht en heerlijkheid in het stil en vredig tehuis, waar de man rust zal vinden na den arbeid en den strijd, opdat hij gesterkt worde voor zijn dagelijksche taak. De heerlijke mogelijkheden van het leven en van den levensarbeid worden door het huwelijk op die manier, onder Gods zegen, vergroot.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

CHRISTELIJKE ETHIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's