Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN PARLEMENTAIR KABINET.
Zooals te verwachten was, heeft het vrijwel bij alle politieke partijen een goeden indruk gemaakt, dat de Koningin aan dr. Colijn de opdracht heeft gegeven om een Parlementair Kabinet te vormen.
Wij leggen den nadruk op het woord parlementair, omdat deze opdracht den weg kan openen om aan den extra-parlementairen toestand, waarin ons land nu reeds langer dan zeven jaar verkeert, een einde te maken.
Vooral in den hoogst zorgelijken tijd, die ons volk op dit oogenblik doormaakt, is het noodzakelijk, dat er een Kabinet komt — en daarover is een ieder het eens — dat niet buiten het parlement staat, doch op eene meerderheid in de volksvertegenwoordiging rust en dat weet, dat het bij het volbrengen van zijne taak, op de medewerking van zulk eene meerderheid kan rekenen.
Dat dr. Colijn met de vorming van het Kabinet zou worden belast, lag voor de hand. De aanwijzing was het logisch gevolg van den uitslag der verkiezingen.
Intusschen is de opdracht, welke de leider der antirevolutionaire partij ontving, verre van gemakkelijk.
Van alle kanten rijzen de moeilijkheden. Een eerste moeilijkheid betreft het karakter van het te vormen Kabinet. Wij schreven reeds de vorige week in ons artikeltje : „Wat nu ? ", dat de Kabinetsformateur bij het uitvoeren van zijne opdracht met twee factoren zal hebben rekening ie houden, eerstens met den factor, dat de groote meerderheid der kiezers het duidelijk heeft uitgesproken, dat in de regeering des lands met de Christelijke beginselen zal worden gerekend en in de tweede plaats met het feit, dat het nationaal gevoel bij deze stembus sterker heeft gesproken dan bij eenige gelegenheid te voren. Het te vormen Kabinet zal dus op 2 pijlers moeten rusten, het zal Christelijk moeten zijn en verder een nationaal karakter hebben te dragen, twee begrippen echter, die bij den gedachtengang van hen, die ze bij de Kabinetsformatie in toepassing willen zien gebracht, elkander niet volkomen dekken Vandaar dit bezwaar.
Een tweede moeilijkheid, die zich voor. doet, is de grondslag, waarop het Kabinet zal worden gebouwd. Zal die grondslag zijn de rechterzijde of zal daarvoor een breedere basis moeten worden genomen ?
Klaarblijkelijk ziet de Kabinetsformateur in de partijen der rechterzijde geen voldoenden waarborg voor de redelijke zekerheid voor het bestaan van een parlementair Kabinet; de bladen deelen toch mede, dat dr. Colijn zich heeft gewend, behalve tot de partijen der vroegere rechterzijde, ook nog tot den Vrijheidsbond en tot de Vrijzinnig-Democratische partij. In dit! geval wordt het echter met het samenstellen van een regeeringsprogramm een moeilijk geval. Zal het mogelijk zijn de vijf Kamerfracties, die nu bij de besprekingen betrokken zijn, op één gemeenschappelijk program te binden ?
Een derde moeilijkheid ligt in het niet denkbeeldige gevaar, dat, wanneer een gemeenschappelijk regeeringsprogram niet zal zijn tot stand te brengen — de kans dat de poging mislukken zal, lijkt ons groot — en tengevolge daarvan van den breederen grondslag op de basis van uitsluitend de rechterzijde zou moeten worden teruggegaan, zonder deugdelijk overleg zich het gebeurde van November 1925 zou kunnen herhalen, toen de partijen der rechterzijde geheel onverwachts uiteenvielen met het gevolg, dat het laatste parlementaire Kabinet gedwongen werd om heen te gaan.
Zou zulk een crisis zich in de huidige tijdsomstandigheden opnieuw voordoen, dan zou dit tot zeer funeste gevolgen voor ons land kunnen leiden. Eene herhaling van wat in November 1925 plaats vond, moet ten eenenmale voorkomen worden.
Men ziet, dat aan het vormen van een parlementair Kabinet in de huidige politieke situatie nog wel eenige moeilijkheden verbonden zijn.
Hopen wij, dat het den Kabinetsformateur met Gods hulp gelukken zal, de opdracht hem door de Koningin verstrekt tot het vormen van een parlementair Kabinet tot een goed en bevredigend einde te brengen,

DE HERDENKING VAN WILLEM VAN ORANJE,
Hare Majesteit de Koningin heeft het onderstaand persoonlijk woord tot het Nederlandsche volk gericht:
Nu de herdenking van den 24sten April zoowel hier te lande als in het Rijk buiten Europa en bij onze landgenooten in den vreemde tot het verleden behoort, wensch Ik tot allen een enkel woord te richten.
Waar ontelbare scharen uit verschillende, en uiteenloopende deelen der bevolking zich als leden van een groot gezin vereenigden om de figuur van den Vader des Vaderlands, is op treffende wijze gebleken dat hij voor ons allen geen nevelige historische persoon uit een ver verleden is, doch, werkelijk in ons hart voortleeft.
Deze aanhankelijkheid en vereering is onafscheidelijk verbonden met onze verknochtheid aan de beginselen van ons staatsbestel, waarvan hij zoo meesterlijk de grondslagen gelegd heeft, en welke in het heden zooals in het verleden zoo uitnemend bij onzen volksaard passen en een waarborg voor de toekomst vormen.
Tijdens de herdenking toefden mijne gedachten menigmaal bij den langen worstelstrijd met zijn zware beproevingen, zoowel door ieder persoonlijk als door ons geheele volk met zooveel offervaardigheid en taaie volharding gedragen. Beproevingen waarin de leider van onze onafhankelijkheidsbeweging steeds getoond heeft met: vaderlijke bezorgdheid te deelen, bouwende op den „Potentaat der Potentaten", onwrikbaar in zijn geloof aan uitredding en betere tijden.
Een moeilijke weg en ontberingen zijn niet te vermijden voor een volk in nood, dat zich voor een betere toekomst wil aangorden.
Met bezorgdheid denk ik aan de ongunst der tijden waardoor alle deelen des Rijks getroffen zijn en Ik ben met deernis vervuld over den zwaren druk en de moeilijk te brengen offers, die een ieder opgelegd worden; een nood, welke het wereldgebeuren om ons, buiten ons toedoen, heeft in het leven geroepen. Ik voel de bezieling en de kracht, die er van dat verleden uitgaan om ons door aanpassen, taaie volharding en eensgezindheid, den greep van den tijd te doen trotseeren en met den ijver en de wilskracht die de omstandigheden gebieden, de handen ineen te slaan en allen tezamen te offeren en te arbeiden voor, wat God geve, eenmaal een betere toekomst zal zijn.
Moge de viering die achter ons ligt en de daarbij opnieuw aan den dag getreden aanhankelijkheid aan de figuur van den Vader des Vaderlands en aan het werk dat hij heeft mogen tot stand brengen blijken een zegen voor ons allen te zijn geweest,

WILHELMINA.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's