VRAGENBUS

historisch-Vraag : Wat is het materialisme?
Antwoord : De wetenschappelijke bewerking van de leeringen van het Socialisme hebben we te danken(? ) aan mannen als Marx en Lasalie. Van utopieën (verheven idealen, met overspannen gedachten en plannen) is het tot wetenschap gekomen, regen het kapitalisme strijdt het Socialisme. Het roept om andere maatschappijinrichting. Het kapitaal en de productiemiddelen mogen zich niet bevinden in handen van particuliere personen of vennootschappen, die dan OOK met de leiding van de productie der artikelen belast zijn. 't Moet in handen komen van de gemeenschap. (Communistisch Manifest van Marx en Engels in l848). Het Socialisme (als onderdeel van het Communisme) wil de productiemiddelen aan den Staat brengen (Staats-socialisme). De Staat moet dan de regeling van de productie hebben (economisch-sociaiisme). Er moet komen: afschatting van den particulieren eigendom der voortbrengingsmiddelen, wat een nationale en internationale beweging is rondom de opgestoken „roode vaan". (Karl Marx, de geestelijke vader). Alles berust op humanistische beginselen en Gods Woord is contrabande. Bij de wetenschappelijke behandeling van deze socialistisch-communistische gedachten treden op den voorgrond Lasalie en Marx, waarbij het historisch-materialisme van Marx naar voren komt, zijnde de wijsgeerige achtergrond, die de gansche Marxistische leer beheerscht. Daarnaast moet dan de meer waarde-theorie worden genoemd : de ontsluiering van het geheim van den loop der kapitalistische maatschappij.
Het historisch-materialisme leert, dat uit de stoffelijke ontwikkeling van de menschen, uit hun eten, drinken, wonen, zich kleeden enz. ontstaan zijn hun godsdienstige, politieke gevoelens, hun wetenschap, kunst enz. Zooals Darwin de evolutie-leer ontwikkelde (de ontwikkeling van de organische natuur: , het ontstaan van den mensch uit lagere wezens enz.) zoo heeft Marx de ontwikkeling der menschelijke geschiedenis ontdekt. En hij kwam met deze „eenvoudige waarheid", dat de menschen vóór alles eten, drinken, wonen en zich kleeden moeten, eer, zij aan politiek, wetenschap, kunst, godsdienst enz. kunnen doen. Dat derhalve de productie der stoffelijke levensmiddelen de grond van al 't andere is en de verklaring geeft voor heel 't menschenleven. De productie der stoffelijke levensmiddelen en de voortdurend veranderende economische ontwikkelingstrap van een volk of van een tijdvak vormt den grondslag van heel 't volksleven, en daaruit komen de staatsinrichtingen, de rechtsbeschouwing, de kunst en zelfs de religieuze voorstellingen der betrokken menschen. Uit de stoffelijke verhoudingen moeten alle verdere toestanden in het volksleven verklaard worden.
„De productiewijze van het materiale leven bepaalt het geheele sociale, politieke en geestelijke levensproces. Het maatschappelijk z ij n van de menschen bepaalt hun bewustzijn, ook hun religie.
Het zijn dus ten slotte, in laatste instantie de economische toestanden, de stoffelijke verhoudingen, waarin de menschheid, waarin een volk verkeert, die de alles beslissende factor vormen, die aangeeft hoe men over godsdienst, recht en zedelijkheid denkt. Naar de toestanden van het stoffelijk leven vormen zich de geestelijke factoren, en niet omgekeerd beheerschen de geestelijke factoren het stoffelijk, het economisch leven.
Zoo is b.v. de leer der uitverkiezing niets anders dan de neerslag van maatschappelijke, economische toestanden, die de gedachte van uitverkiezing en verwerping door God in 't leven riepen. Waarbij natuurlijk ook geleerd wordt, dat elke tijd, al naar de omstandigheden zijn, een eigen Ethiek in 't leven roept, met wisselende leeringen van 't geen goed en kwaad is, wat plicht is en wat verboden is. Vaste geestelijke normen, die maat aangeven zijn er niet. De tijdsomstandigheden doen de beginselen voor het zedelijk leven, voor ons doen en laten, aan de hand.
Godsdienst is niet anders dan een uitvloeisel der materieele ontwikkeling der menschen. Godsdienst is niets anders dan de phantastische weerspiegeling in de hoofden der menschen van de machten, die hun aardsch bestaan beheerschen; een weerspiegeling, waarin de aardsche machten den vorm van bovenaardsche aannemen. Door aardsche onheilen zoekt men bescherming van hoogere wezens. Door aardsche meesters komt men er toe, om te spreken van bovenaardsche goden. De mensch vormt zichzelf goden ! God is een fantasie van de aardbewoners, die zich klein en hulpeloos voelen. „En de mensch schiep zich God, naar zijn evenbeeld", is de inhoud van Gen. 1 : 7 volgens Bebe1.
Als de kapitalistische productiewijze, die slavennaturen vormt, door de socialistische zal zijn vervangen, waarbij de menschen „vrij" komen — dan zal de mensch pas eigenlijk mensch zijn, en dan zal het ook met de godsdienst gedaan zijn ! In een socialistische maatschappij is godsdienst contrabande. Daarom is nu de godsdienst ook zoo funest voor de menschheid!
Als de kapitalistische productiewijze zal zijn vervangen door de socialistische, zal de mensch van slaaf een vrij man worden, dan zal hij uit de lagere dierensfeer uittreden en volledig mensch worden. De objectieve vreemde machten die den mensch gevangen hielden en neerdrukten zullen dan zijn weggevaagd en de mensch zal zich kunnen ontplooien in al z'n krachten. En dan vlucht de godsdienst „met gebogen hoofd als een laffe schim van de aarde" (dr. Gorter).
De geestelijke ontwikkeling is alzoo afhankelijk van de stoffelijke ontwikkeling - en daarom werpt 't Socialisme zich ook op de stoffelijke dingen en werkt voor een andere maatschappij - inrichting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen