Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET CHILIASME

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET CHILIASME

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.
We hebben maar te herinneren aan Jes. 11:6—9 : „En de wolf zal met het lam verkeeren en de luipaard bij den geitenbok nederliggen, en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tezamen, en een klein jongsken zal ze drijven — men zal nergens leed doen noch verderven 0|p den ganschen berg Mijner heiligheid ; w.ant de aarde zal vol kennisse des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.
De wildernis zal dan bloeien als een roos (Jes. 35) en de kleinste zal tot duizend worden en de minste tot een machtig volk (Jes. 60). „De wolf en het lam zullen te zamen weiden en de leeuw zal stroo eten als een rund en stof zal de spijs der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijnen ganschen heiligen berg, zegt de HEERE" (Jes. 65). „Zij zullen zitten een ieder onzer Zijn wijnstok en onder Zijn vijgeboom ; en daar zal niemand zijn, die ze verschrikt."
Deze en dergelijke gedeelten uit het O.T. zijn gemakkelijk bijeen te brengen. Maar ieder die in de Schrift wèl onderwezen is, weet, dat de gangen Gods dwars door de oordeelen over het oude Bondsvolk heen, niet gaan in de richting van een duizendjarig Vrederijk op aarde, waartoe heidenen en Joden zullen vergaderd worden bij wijnstok en vijgeboom, terwijl het volk , der Joden dan een vooraanstaande plaats zal innemen. (Zach. 12 : 10. Rom. 11 : 25, 26).
Want na de ballingschap is Jeruzalem weer herbouwd, maar door Christus' verwerping is Israël verstrooid onder de volkeren. En nu is er nog een heerlijke toekomst in Christus voor gansch Sion, heidenen en Joden saam, — niet om een aardsch vrederijk te beërven, maar om in het geestelijk Koninkrijk ingelijfd, de openbaring van Gods Koninkrijk af te wachten, dat in het eind der dagen komen zal, met de aanschouwing van een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal en vrede zal zijn voor gansch Sion — het geestelijk Israël — tot in eeuwigheid.
De trekken van een vrederijk en een heerlijke toekomst voor heiden en Jood, vinden we dus wel in de Schrift. Maar het teleurgestelde, vleeschelijk gezinde Israël is er door ongeestelijke droomerijen van gaan maken, dat er hier op aarde op den ''erg Sion' een verheerlijking zou komen van een vredesheerschappij, in de schaduw van den vijgeboom en bij de vrucht van den wijnstok — waarbij de Joden een vooraanstaande plaats zouden innemen !
Omdat men dus den geestelijken diepgang van de Oostersch gekleurde profetische beloften niet genoeg besefte en meer aan het vleeschelijk Israël dacht dan aan het geestelijk zaad van Abraham, het ware Sion Gods — ging men, vooral in dagen van verdrukking en lijden, zich allerlei fantastische voorstellingen maken van een vrederijk, 't welk naar 's Heeren raad en getui­genis echter een geheel ander karakter draagt en dragen zal dan oud-Israêl soms vermoedde.
A1s de Heiland optreedt sluit Hij Zich dan ook niet in 't minst aan bij die verkeerde, vleeschelijke Joodsche voorstellingen aangaande een Duizendjarig Vrederijk op aarde. Uit geen enkele van Zijne woorden is met goeden grond eenige zinspeling op zoo'n duizendjarig-vrederijk te vinden.
Christus, onze Heiland en onze groote Profeet en Leeraar is geen Chiliast geweest !
Ook de Apostelen leeren geen tweeërlei komst van Christus, waarbij Hij eerst weer duizend jaren op aarde Koning zal zijn. Ook vinden we van geen tweeërlei opstanding der dooden en van de wederkomst der martelaren op aarde melding gemaakt; noch ook van een massa-bekeering der Joden en een vooraanstaande plaats van Israël in het Christus-Koninkrijk, dat in Jeruzalem verwacht wordt.
Van deze vleeschelijke dingen willen de Apostelen niet weten. Zij brengen ons andere, meer geestelijke dingen aangaande den gang van Gods Koninkrijk en de toekomst des Heeren !
In de N. Testamentische geschriften, als de brieven der apostelen, vinden we geen Chiiiastische gedachten. Wel in de z.g.n. Apocriefe geschriften uit dien tijd. Daar wordt een prediking van een toekomstig duizendjarig vrederijk op aarde beluisterd. Hoewel er ook vele Kerkvaders en martelaren zijn, w.o. Ignatius en Polycarpus — maar vooral Augustinus — die niets van het Chiliasme willen weten. Vooral de sterke en scherpe bestrijding van Augustinus is bekend en is van grooten invloed geweest.
In geen enkele officiëele belijdenis is de leer van het duizendjarig vrederijk op aarde voorgedragen. Integendeel. Officieel zijn altijd door de Christelijke Kerk, van de oudste tijden af tot nu toe, geheel andere dingen aangaande de toekomst des Heeren en de leer der laatste dingen, geleerd.
We hebben maar te denken aan onze Nederl. Gel. in Art. 37 èn aan wat de Heidellbergsche Catechismus in deze leert.
Door de groote Reformatie is niet de leer van het Chiliasme verdedigd. Men protesteerde veeleer tegen de fantastische voorstellingen van Chiliasten, die telkens 't hoofd omhoog staken ; b.v. in de kringen van de Anabaptisten en andere geestdrijvers.
Vooral de Wederdoopers of Anabaptisten hebben den mond vol van een vrederijk en 'n Christus-regeering op aarde vol heerlijkheid. En hier en daar deed men, alsof het duizendjarig Vrederijk als een soort paradijs reeds was begonnen. Men sprak van gemeenschap van goederen, van gemeenschap van vrouwen, — zelfs leerde men, dat men weer zonder kleeren moest loopen, evenals vroeger in het paradijs. En de naaktloopers in Amsterdam en de vredestichters in Munster, die Jan van Leiden als Koning van Sion uitriepen, bewijzen tot welke dwaze, vleeschelijke dingen men kan komen door geestelijke overspanning en door verkeerd gebruik van de heerlijkste dingen, die in Gods Woord ons zijn geopenbaard.
De Christelijke Kerk hier en in andere landen heeft de leer van het Chiliasme nooit in de hand gewerkt, omdat de Heilige Schrift er geen grond voor geeft. (Zie o.a. Ned. Gel. bel. art. 37).
Maar in tijden van vervolging en verdrukking, ook in tijden van dor en doodsch dogmatische kwamen komt de gedachte aan een vrederijk op aarde weer boven ; en niet zelden bij menschen, die we overigens gaarne erkennen als vromen en geloovigen.
De volgelingen van Jean de Labadie van Middelburg b.v. spraken van hun Kerk der heiligen, waarin zij het begin van het rijk der heerlijkheid hier beneden zagen.
Op het eind van de 17de en in de 18de eeuw, als overal in de Kerken een dor en doodsch dogmatisme overheerschend is en de vromen niet zelden begonnen zich terug te trekken in hun eigen kringen en gezelschappen ; waarbij we b.v. denken aan de Piëtisten, volgelingen van Spener — beginnen ook de voorstellingen van een komend vrederijk weer levendig te worden. Verlangend zag men uit naar den tijd van geestelijke bevrijding en zalig Godsleven.
In die dagen waren ook Gereformeerde mannen van naam met de leeringen van het Duizendjarig vrede-rijk behept, zooals b.v. Vader Brakel; niet Voetius ; wel de Cocceanen.

(J. A. Benagel in Duitschland, Oetinger, Cumming en Lavater).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

HET CHILIASME

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1933

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's