GODSLASTERING IN DE GROENE AMSTERDAMMER
Profane teekeningen, waarbij heilige voorstellingen uit de Schrift misbruikt worden om politieke of handelseconomische gebeurtenissen nader toe te lichten of belachelijk te maken, zou men verwachten in bladen zooals de Tribune, de Notenkraker en dergelijke.
Dat echter een weekblad zooals de Groene Amsterdammer, 't welk zijn aanhang vindt in z.g.n. intellectueele en beschaafde kringen, zich tegenwoordig bij herhaling aan blasphemie schuldig maakt, zou men niet direct verwachten.
Indien het voor de eerste maal was, dat de pen van den teekenaar, L. J. Jordaan, was uitgegleden, zouden we gezwegen hebben, maar nu dit bij herhaling het geval is, wordt het hoog tijd daarop in het openbaar de aandacht te vestigen.
Voor zoover wij ons kunnen herinneren, is het in het laatste half jaar reeds driemaal voorgekomen dat de heer Jordaan, in de Groene Amsterdammer, een plaat uit stalde, waardoor een deel van ons volk in hun teederste gevoelens wordt gekrenkt.
We hebben thans een ontwerp ter bestrijding der Godslastering, maar 't schijnt wel alsof dit niet van kracht is voor een soort verfijnde spot en profanie, in het openbaar gepleegd, hoewel men met een scheermes evengoed en vaak dieper wonden kan, dan met een bijl.
In April en Mei van dit jaar verschenen er in 't zooeven genoemd weekblad twee walgelijk profane teekeningen. De eerste was een profanatie van het Christuskruis door het hakenkruis. In het tweede bedoelde nummer (no. 2921) werd het duizendjarig vredesrijk geprofaneerd door een bijbelsche voorstelling van wilde en tamme, met elkaar in vrede levende dieren, op politiek terrein over te brengen.
De ministers van het nieuwe kabinet werden daarin voorgesteld als dieren met mannenkoppen, zooals b.v. dr. Colijn als leeuw, Ir. Kalff als koe, prof. Slotemaker de Bruine als aap, enz.
In het laatst verschenen nummer van 11 November wordt wederom getracht de melodieën des hemels op een Jordaanorgeltje te vervalschen.
De hoog heilige geschiedenis, die ons zegt dat Jacob, voordat hij de beek Jabbok overtrok, een Godsontmoeting had, een Pniël, waarbij hij het zalige voorrecht smaakte het onderwerp te zijn eener zegenende omhelzing, wordt op zulk een weerzinwekkende wijze door den teekenaar Jordaan door de modder gehaald, dat we ons afvragen, of het ontwerp tegen de Godslastering geen wassen neus is.
We zullen den lezers een nauwkeurige beschrijving van den verfijnden spot besparen en het bovenschrift — „Jacob worstelt met den engel der grootindustrie" en het onderschrift „Jacob" (Roosevelt) „Geef toch een beetje mee de geheele wereld let op ons" — zeggen reeds genoeg.
Zoo worden de schatten uit het heilige der heilige geroofd om er een platvloersche teekening mede op te „luisteren"(? ), teneinde er de moeilijkheden van den Amerikaanschen president, Roosevelt, met de industrie, in af te malen.
Wij weten wel, dat de Almachtige ook eenmaal dezen teekenaar op Zijn beurt met heilige ironie zal bespotten, als de benauwende baren der doodsjordaan hem hebben omsloten en dat noch aardsche noch helsche macht Zijn troon één haar kan verzetten, maar er is in het hart van de onderdanen van den Hemelschen Souverein een snaar, die pijnlijk gaat trillen bij schending of aanranding Zijner Majesteit.
Hillegersberg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1933
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1933
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's