Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ACHTER HET KABINET AAN.
Het is in den ontroerend ernstigen tijd, dien wij beleven, en waarin crisis en werkloosheid in hevige mate ons volk teisteren, een ontstellend feit, dat groote groepen der bevolking van de moeilijke tijdsomstandigheden gebruik maken om door het wekken van onrust en het aanwakkeren der ontevredenheid allerlei partij oogmerken te bereiken.
In stede, dat heel het volk achter de Regeering optrekt en alle krachten inspant om onder Gods zegen door de donkere tijden heen te komen, ziet men van verschillende zijden pogingen aanwenden om den toestand, die reeds zoo ingewikkeld is, nog verwarder te maken.
Vooral is het voor de revolutionairen thans een kostelijke tijd om de bevolking tot verzet te prikkelen en haar tot het voeren van revolutionaire acties aan te moedigen. En daarbij zijn het niet alleen de Communisten en aanverwante Socialisten, die meenen, dat de crisis en de werkloosheid de bevolking rijp maken om de revolutionaire beginselen practisch tot uitvoering te brengen, en dan ook in die richting werkzaam zijn, maar ook die volksgroepen, die beweren dat zij in het optreden der Marxisten een groot gevaar zien voor de veiligheid van den Staat: de Fascisten en de Nationaal-Socialisten, doen niet anders. Zij toonen in woord en geschrift van een zelfde gevoelen te zijn, dat de tegenwoordige regeeringsvorm voor het Staatsabsolutisme, voor \ de dictatuur, moet plaats maken.
Al deze revolutionairen : Communisten, Socialisten, Fascisten en Nationaal-Socialisten, zouden geen kans maken een beduidend deel der bevolking achter zich te krijgen, wanneer de tijd, waarin wij leven, niet zoo hoogst ongunstig was. Velen, die ten einde raad zijn, die tot armoede vervallen, sluiten zich, zelfs in niet weinig gevallen zonder nader onderzoek en zonder zich af te vragen, waar zij worden heengeleid, bij de verschillende bewegingen aan, waarvan de leiders op de meest demagogische wijze den nieuwen heilsstaat, dien zij zullen brengen, aankondigen.
Deze groei van het revolutionaire sentiment onder de bevolking is haast wel het ernstigste gevolg (wij schreven de vorige week over de gevolgen van de werkloosheid) van den economischen nood van onze dagen.
Nu is intusschen van de verschillende revolutionaire organisaties de Nationaal Socialistische beweging wel de gevaarlijkste.
Immers Communisten en aanverwante Socialisten treden in het openbaar als revolutionairen op. Zij zeggen het ronduit, dat het in hunne bedoeling ligt om, wanneer het beslissende oogenblik is aangebroken, naar de macht te grijpen. Doch zoo staat het niet met de Nationaal-Socialistische beweging. Deze dient zich als een ordelievende organisatie aan en verzekert daarbij, dat zij uitsluitend langs legalen weg haar doel : de omkeering van de Staatsorde, wenscht te bereiken. Echter, wanneer men het program van deze beweging leest, wordt het duidelijk, dat, wat de Nationaal-Socialisten willen, niet zoo vredelievend is. In de toelichting toch op het program der beweging wordt op bladzijde 29, nadat eerst is uiteengezet, dat ten minste 10% der gemeenten in Nederland moeten worden opgeruimd, aldus voortgegaan: „Dit alles zal wel ijselijk revolutionair klinken in de burgerlijke ooren van de tegenwoordige partijen — uitgezonderd de Communistische —, maar daar zal men wel aan gewennen. Ons geheele programma is nu eenmaal revolutionair" (de spatiëering is van ons, Red.).
En dat de revolutionaire gezindheid van de Nationaal-Socialistische beweging zich niet alleen beperkt tot de toelichting op het programma, maar ook tot daden tegen het gezag der Overheid overslaat, blijkt wel uit het feit, dat de Nationaal-Socialistische beweging bij het treffen van maatregelen door de Overheid om de gezagsinstituten Burgerwacht en Bijz. Vrijwillige Landstorm tot volkomen betrouwbare instellingen te maken, tot daden van ongehoorzaamheid opwekt, wat onlangs tot gevolg had, dat het den ambtenaren in dienst van de Overheid verboden werd, deel der beweging uit te maken.
Zoo staat de Nationaal-Socialistische beweging, wat haar revolutionair beginsel betreft, op dezelfde lijn als de Communistische en de Socialistische partijen.
De drie organisaties vinden hun voedingsbodem in den grooten nood, waarin ons volk zich tengevolge van de crisis en de werkloosheid bevindt.
Daarom is het van zoo overwegend belang, dat naast krachtige handhaving van het gezag door de Overheid, door alle wèldenkenden pogingen worden aangewend om de bevolking rustig te houden en haar vertrouwen in het beleid der Regeering te versterken.
Intusschen is er nog een volksgroep van wie, juist uit hoofde van haar beginselen, mocht verwacht worden dat zij de Overheid in haar moeilijke taak zou steunen, doch die daarin grootelijks teleurstelt.
Het zijn de Staatkundig Gereformeerden.
Ook van die zijde wordt onrust gekweekt en de tegenstellingen verscherpt.
Er wordt schier geen enkele maatregel door de Regeering genomen, of hij vindt bij de Staatkundig Gereformeerden bezwaar. En dan worden deze bezwaren niet in gematigden vorm onder de aandacht der Regeering gebracht, maar zij worden op de meest felle wijze becritiseerd.
Zoo spreekt men van goddelooze steunwetten, van bloedzuigers, die op de beurzen der bevolking worden gezet, van het afpersen en het uitmergelen van het volk.
Ook wordt van dien kant de Regeering, en in het bijzonder dr. Colijn, in allerlei krachttermen verweten, dat het Kabinet niet naar het Christelijk levensbeginsel optreedt.
Het is zoo juist, wat ds. Kievit, van Baarn, in zijn meditatie in het Gereformeerd Weekblad van de vorige week, na te hebben laten voorafgaan, dat het dynamiet der revolutionaire beginselen zit in de fundamenten van ons staatswezen, zegt:
„Dat geldt van onze grondwet en van tal van wetten. En nu is de Overheid en hare raadgevers daaraan gebonden. Daarom mag niemand hooghartig aan de Overheid in de politiek eischen stellen, die zij onder de bestaande toestanden niet vervullen kan, nog afgezien van de zeer gemengde bevolking van ons land".
Zoo is het. Ook de Regeering staat het niet vrij om de wetten aan den kant te stellen. Zij heeft naar grondwet en wetten te leven.
Mochten de Staatkundig Gereformeerden dit eens leeren inzien !
De Heere God is met Zijne oordeelen op de aarde. Tegen die oordeelen hebben wij ons niet te verzetten, maar daarvoor eerbiedig het hoofd te buigen.
In den ontroerend ernstigen tijd, dien wij beleven, en waarin het revolutionaire sentiment onder de bevolking groeit, is er alleen onder Gods zegen verwachting om door den donkeren en bangen tijd heen te komen, wanneer wij ons als volk nauw aaneensluiten en achter het Kabinet optrekken.
Dan, doch dan alleen, is er hope, dat wij de crisis en de werkloosheid, die zoo diep in het volksleven ingrijpen, doorstaan.
God geve het Kabinet wijsheid en kracht om het schip van Staat door de hevige branding in veilige haven te brengen.

DE STEUNWETTEN.
De Regeering heeft gemeend — en daar sluiten wij ons van harte bij aan — teneinde den boerenstand voor algeheelen ondergang te behoeden, maatregelen te moeten treffen, die het aan den landbouwer en veehouder mogelijk maakt het bedrijf, ook al gaat dat voor hen met groote zorg en veel inspanning gepaard, op de been te houden.
Ieder, die met onze boeren medeleeft, zal het zich herinneren, hoe het in den aanvang van de crisis met landbouw en veehouderij dreigde mis te loopen. De melk deed in die dagen niet meer dan een kleine 2 cent de liter, terwijl het varken voor een dubbeltje per pond moest worden van de hand gedaan.
De steunwetten brachten in dien toestand ontspanning.
Nu rijst de vraag wel eens, hoe het wel gaan zou, wanneer de Regeering haar hand van het boerenbedrijf terugnam.
Naar dezer dagen door deskundigen werd verzekerd, zou, indien dit het geval werd, de melk, die nu 5 a 6 cent per liter opbrengt, weer in prijs terugvallen op 1, 5 a 2 cent. Hetzelfde zou van den prijs der varkens gelden, die nu 17 a 18 cent het pond doen ; deze prijs zou dan terugloopen op 8 a 9 cent.
Voorzeker, de steunwetten, ook al kleven aan de maatregelen groote gebreken, verrichten voor de boeren nuttig en uitnemend werk.
De boeren zouden den steun niet missen. gaarne missen.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's