DE NOOD DER KERK 4)

Is daar nu nog wat aan te tobben ? Ja zeker. Misschien zal menigeen zeggen : Zoo is het beeld der Kerk toch wel heel zwart geteekend. Zeker, maar is het té zwart ? Dit is de nood van de Hervormde Kerk en welhaast van alle kerken. Het is nog veel erger dan ik zeggen kan. De Kerk verstikt onder het gewricht van haar doode leden. Maar bedenk, dat er een uitweg naar Boven open is. God is er nog. Wat is daardoor dan nu nog aan deze Hervormde Kerk te doen ? In de eerste plaats kunnen we ijveren voor een andere Organisatie. En deze is noodig. De Synode is niet een meerdere vergadering, opgekomen uit de Kerk. Maar bedenk wel, dat een andere Organisatie niet zoo héél veel verschil zal maken wat betreft de houding der Synode enz., tegenover de Belijdenis. Daarom zijn er andere dingen nog veel noodiger dan Reorganisatie, n.l. Reformatie.
We kunnen verder ijveren voor een Gereformeerde prediking. Hier ligt een taak voor den Bond. Door haar Studiefonds tracht zij in die richting werkzaam te zijn. Het is een levensnoodzakelijkheid dat de prediking onzer Kerk verandert. Maar bedenk : de bezwaren die ik inbracht tegen de prediking onzer dagen, gelden ook ten deele de Bondsprediking. Ook in haar midden is dikwijls een tekort aan kennis en waardeering van het werk des Geestes. En daardoor een tekort aan ontdekkende, voor Gods recht opkomende, de schuld blootleggende verkondiging. En daardoor een tekort aan de rechte prediking van Christus. Misschien denkt iemand wel : de schrijver stelt het voor, alsof de kennis der schuld het voornaamste is. Neen vriend, gij vergist u. Christus is het voornaamste. Maar wanneer ge niet uw diepe verdorvenheid, uw schuld, uw steile afhankelijkheid hebt geleerd, wordt Christus bij u een kracht voor uw idealen, of een hulp in uw strijd of een licht in uw duisternis, maar Hij wordt niet een Borg voor uw schuld. Hij wordt u niet volkomen onmisbaar voor uw geheel en al goddelooze hart. Daarom is een prediking zoo dringend noodig, die deze zaken duidelijk uiteenzet en daarvan onderwijst. De Bond kan verder heel nuttig werk doen ter voorlichting van ons volk door middel van haar krant. Een deel van ons volk en van onze Kerk wil nog hooren van een Evangelie voor verloren menschen. Er is zooveel op dit gebied, dat veel helderder verklaard moet worden. Er kan kracht uitgaan van een orgaan, dat zich ten taak stelt te trachten het geestelijk leven te verdiepen, het verstandelijk leven te verhelderen en het wilsleven te sterken in Gereformeerd bevindelijken zin. Dat zich tot taak stelt den nood onzer Kerk bekend te maken, zoowel de uiterlijke als de innerlijke.
Maar aan het voornaamste kom ik nu pas toe. Want dit moet het gevolg zijn van prediking In woord en geschrift, dat er een Bond ontstaat van personen, mannen en vrouwen, die de zonde en den nood onzer Kerk dapper onder de oogen durven te zien. Eerst hun eigen zonde en schuld, dan die der medelidmaten en der Kerk. En bij dat gezicht moet komen : gevoel. En dat gevoel moet voortkomen uit liefde tot den naaste. Wat is de zonde van alle scheuring en van alle afscheiding van de Kerk ? De zonde is : gemis aan liefde tot den naaste, die met ons onder dezelfde beloften Gods staat. Daarmee is alle afscheiding en alle scheuring veroordeeld. De nood en de zonde der Kerk wordt niet opgeheven, wanneer men ze ziet, en dan wegloopt.
Wat we noodig hebben is een Bond, die zoó doordrongen is van de waarheid des Evangelies en van de liefde tot den naaste, dat ze overal spreken van zonde en van genade en van de taak der Kerk in dat opzicht, waar er maar gelegenheid voor is. We hebben menschen noodig, die in de waarheid staan met hart en hoofd vol van de kennis Gods en des Heiligen Geestes en met den wil om deze te verbreiden. Wie dat probeert en als wijkbroeder of ouderling of dominee van huis tot huis gaat, die zal den nood der Kerk pas recht gaan gevoelen en die zal ontzet komen te staan over zooveel onkunde en ongeestelijkheid en uitvluchten en vijandschap. Deze zal onmacht leeren om het kerkelijke vraagstuk zelf op te lossen : levende, werkzame onmacht. En dan ? Dan is geloof noodig, geloof dat God kan, wat bij den mensch onmogelijk is. Hier wordt afhankelijkheid geleerd. „Indien Gij wilt, Heere, Gij kunt! Maar ik kan niet". Dat moet een mensch eerst leeren voor zichzelf en dan moet hij het bevindelijk, proefondervindelijk leeren voor zijn naaste. Dan heeft hij geloof noodig dat Gods Geest die en die mensch tot zondaar kan maken en tot Christus kan brengen. Geloof moet sterk zijn, als het voor den nood en voor de eigen onmacht staat. En dan is gebed noodig ! Nood, geloof en gebed hooren bij elkaar. Heere, met den nood der Kerk kom ik tot U gevloden. Ik schreef : we hebben een Bond noodig, die zoo gevoelt en gelooft en bidt. Eigenlijk hebben we een gemeente noodig die zóó eendrachtelijk bijeen is, geknield voor Gods troon. We hebben een gemeente noodig onder het kruis, die bidt: Zendt, Heere, Uw licht en waarheid neder. En breng ons door dien glans geleid. Tot uw gewijde Tente weder.
Wilnis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen