Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag : Hoe moeten we Lucas 2 vers 14 lezen ? Hoe staat het met het derde deel: „in de menschen een welbehagen"?
Antwoord: Deze vraag is ons jaren geleden ook gesteld. Maar het verwondert ons volstrekt niet, dat men er weer naar informeert; want het wordt hoe langer hoe meer algemeen geoordeeld, dat de gewone lezing : „Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in de menschen een welbehagen"', 'niet de juiste en de beste is. In de Friesche vertaling van dr. Wumkes staat: „Eare sy God in de hechste himelen en frede op ierde under niïnsken fen it wolbehagen". In de nieuwe vertaling van prof. Brouwer : „Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde onder menschen van zijn welbehagen".
Om die laatste woorden gaat het. Gewoonlijk spreken we van „in de menschen een welbehagen". Dat is zoo algemeen mogelijk. Maar er staat eigenlijk: „in de menschen, die in Zijn welbehagen deelen" ; of „in de menschen Zijns welbehagens". 't Gaat in den oorspronkelijken Griekschen tekst om één letter. Leest men „eudokia" (welbehagen), dan is de vertaling van onze Statenoverzetting de beste : welbehagen in menschen". Maar leest men „eudokias", dan staat er de menschen van Zijn welbehagen, de menschen, die in Zijn welbehagen deelen, de menschen Zijns welbehagens. Dat nemen prof. Brouwer, dr. Wumkes enz. enz. enz. Want niet één vertaler zegt het tegenwoordig zoo, maar bijna alle nieuwe vertalingen geven deze lezing. Dan is de Engelenzang niet meer drieledig : „eere zij God" — „vrede op aarde" — „in de menschen een welbehagen". Maar dan is zij tweeledig geworden : „eere zij God" — „vrede op aarde bij de menschen, die mogen deelen in 's Heeren welbehagen". En dat laatste is veel mooier. Wat is er al niet wonderlijk omgesprongen met dat „vrede op aarde". Men deed — en doet — alsof hier van „vrede" en van „vrede op aarde" sprake is, zoo algemeen mogelijk. Men nam — en neemt — het dan heel breed, maar ook heel oppervlakkig. Van vrede in 't algemeen spreekt men dan, zonder eenig verband eigenlijk met Gods genade, zonder verband met Christus. En dat kan de Engelenzang niet bedoeld hebben bij de geboorte van den Heiland, den Zaligmaker van zondaren, die komt om de genade en het welbehagen des Heeren over Sion te openbaren. En daarom is het veel beter om hier te denken aan dien „vrede op aarde", die gevonden wordt bij „menschen van het welbehagen des Heeren", bij menschen, die, als arme zondaren, in Christus mogen roemen in de genade en het welbehagen des Heeren. Het gaat hier om een scheidslijn — zooals bij Christus altijd 't geval is — en wel om een scheidslijn tusschen menschen des welbehagens, die mogen deelen in Gods genade, en andere menschen, die aan het welbehagen vreemd zijn en hun eigen weg gaan. Zoo voelt ook ieder, die even na4enkt, dat in die woorden „vrede op aarde" door de hemelsche zangers geen propaganda gemaakt wordt voor een humanistische vredesactie. De Engelenzang is heel iets anders dan een humanistische vredesproclamatie, zooals antimilitairisten enz. het dikwijls willen voorgeven, 't Gaat hier om den vrede, die alle verstand te boven gaat; om den vrede der ziel in Christus ; om den vrede, dien God wil openbaren in den Heiland, naar Zijn welbehagen, aan degenen, die bij genade leeren leven en op genade straks mogen sterven. Waarvoor den Heere in de hoogste hemelen toekomt eere en lof, aanbidding en dankzegging. Want het is alles Zijn genadegave, 't Komt alles uit den hemel ons toe, als een gave des welbehagens van den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Hij zal Zijn volk, dat in duisternis is gezeten, een groot licht doen zien !
De moeilijkheid voor ons zit dus op 't oogenblik eigenlijk hierin, dat wij gewoon zijn aan den Engelenzang in drie deelen : „Eere zij God" — „vrede op aarde" — „in de menschen een welbehagen", terwijl het toch eigenlijk een tweedeelige zang isr „Eere zij God"" en „vrede op aarde in de menschen van 's Heeren welbehagen".
Maar we voelen wel wat de rechte zin van den Engelenzang is, ook al gebruiken we daar in den onder ons gangbaren driedeeligen vorm ! 't Gaat over den vrede, die alle verstand te boven gaat; om den vrede der ziel; om het heil des Heeren, in de verzoening van onze zonden. „Hij is onze Vroede". Daarvan mag men de menschen niet afleiden door er een humanistische vredesproclamatie van te maken.
„Laat u met God verzoenen" is de boodschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's