Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOORBEELDEN TOT WAARSCHUWING.
Het is van groot belang, dat, waar ook ten onzent, ter oorzake van de crisis moeilijkheden van verschillende zijden geroepen wordt om een optreden van den sterken man (iets geheel an­ders dan een sterke regeering), men zich rekenschap geeft van de vraag, of metterdaad ons volk uit deze moeilijkheden zou verlost worden, wanneer het parlementaire stelsel werd opgeruimd en een regeeringsvorm werd aanvaard, waarin voor den dictator plaats aanwezig is.
Met betrekking tot deze vraag maakten wij de vorige week in ons artikel: „Bakens in zee" enkele opmerkingen. Wij lieten toen uitkomen, en staafden dit met feiten en cijfers, dat in Italië en Duitschland, waar het parlementaire stelsel door het Staatsabsolutisme vervangen werd, de toestand b.v. ten opzichte van de werkloosheid ongunstiger is dan in Nederland.
Niet beter staat het in de fascistische — en nationaal-socialistische landen voor wat betreft het economisch leven en de financiën, vergeleken bij die landen, die van een dictatoriaal bestuur nog niets willen weten.
Enkele dagen geleden schreef „De Nederlander", dat de toestand van de export nijverheid in Italië weinig gunstiger is dan in de meeste andere landen. Met name is in eerstgenoemd land sedert het midden van het vorige jaar de uitvoer maand na maand teruggeloopen, terwijl de invoer eerder nog steeg tengevolge van de stijgende grondstoffenprijzen. Met de handelsen betalingsbalans, de thermometer, die de toestand aanwijst, waarin het economische leven van een volk verkeert, staat het er in Italië dan ook ongunstig bij.
Zoo ook is het gesteld met de financiën van het fascistische Rijk. Van een sluitende begrooting is daar geen sprake. De belastingjaren 1931/ 32 en 1932/33 leverden — het zijn ook weer de cijfers, die „De Nederlander" geeft — de respectabele tekorten op van respectievelijk 3.869 en 3.687 milliard (1000 millioen) lire. Het tweede halfjaar van 1933 gaf opnieuw een deficit (tekort) van 2.308 milliard lire. Het behoeft in het licht van al deze tekorten dan ook geen verwondering te baren, dat de Staatsschuld, die in 1931 reeds 91.422 milliard bedroeg, in 2^2 jaar nog tot 98.029 milliard lire vermeerderde. Inflatie zal op den duur in Italië niet zijn tegen te houden.

Hetzelfde nu wat Italië te zien geeft, doet zich ook in het nationaal-Socialistische Duitschland voor. De buitenlandsche uitvoer verkeert ook daar te lande in deplorabelen toestand. De actieve handelsbalans, die in het jaar 1931, d.i. vóór het Hitler-regime, nog in Duitschland een bedrag gemiddeld per maand van 24 millioen Mark noteerde, veranderde sindsdien in een passieve handelsbalans. Het passief (de schuld) bedroeg in de afgeloopen Januari-maand 22 millioen, was in Februari gestegen tot 36 millioen en zal, naar verwacht wordt, in Maart tot 50 millioen geklommen zijn.
Zooals vanzelf spreekt, heeft de ongunstige positie, waarin de Duitsche handelsbalans verkeert, groote beteekenis voor den toestand, waarin in dat land het economische leven verkeert. Over de economische positie van het Derde Rijk schreef De Standaard in het nummer van 24 April :
Men houde wel in het oog, dat de economische politiek, door Duitschland in het laatste jaar gevoerd, ondanks allen schoonen schijn dien de regeering er aan belieft te geven, funest is voor 't Rijk. In korten tijd is Duitschland bezwaard met een enormen schuldenlast, ofschoon het zijn oude schulden niet betaald heeft. En steeds grooter wordt de last, terwijl het crediet zienderoogen vermindert. Men heeft den invoer beperkt, om de industrie en den handel te beschermen; automatisch is daardoor ook de uitvoer gedaald, zoodat men niet veel verder is gekomen met zijn autarkie.
Duitschlands economische positie baart dan ook, ondanks alle mooie verzekeringen, de regeering nu al veel zorg, en waarschijnlijk zal de toestand nog ongunstiger worden. De kwestie is, dat Duitschland te groote uitgaven doet voor werkloosheidsbestrijding, voor bewapening, voor massa-bijeenkomsten en andere populaire, maar erg kostbare doeleinden. Waarschijnlijk zullen de geldbronnen van Duitschland spoedig opgedroogd zijn, en wat er dan moet gebeuren is de vraag. Op een onzekere toekomst kan men geen wissels trekken.
Inderdaad staat het er met de geldbronnen van Duitschland slecht voor.
De President van de Duitsche Rijksbank, dr. Schacht, heeft het dezer dagen op de conferentie der vertegenwoordigers van de crediteuren voor de Duitsche schulden op langen en minder langen termijn verklaard, dat Duitschland niet meer in staat is, zooveel waren uit te voeren, dat daarmede de invoer zou kunnen betaald worden. Daarenboven — zoo ging de President van de Rijksbank verder — kan Duitschland zijn schuldenverplichtingen aan het buitenland niet nakomen. De positie van Duitschland — aldus dr. Schacht — is thans zoo, dat ook een voortzetting der tegenwoordige gedeeltelijke betalingen in vreemde valuta niet meer mogelijk is.
Dat de financieele toestand ten aanzien van de Duitsche financiën nijpt, blijkt eveneens duidelijk uit de berichten, die van ons gezantschap te Berlijn bij de Nederlandsche Regeering binnen komen.
Zoo wordt in de Handelsberichten van 26 April 1.1. gemeld, dat met ingang van 1 Mei de bepalingen, betreffende de zonder vergunning uit Duitschland naar het buitenland mede te nemen of over te maken geldbedragen, aanmerkelijk worden verscherpt. Tot dusver was het geoorloofd om vanuit Duitschland 200 Mark naar het buitenland mede te voeren, dan wel over te maken. Dit bedrag is vanaf 1 Mei tot op 50 Mark teruggebracht.
De toestand van Duitschland's geldmiddelen is hoogst ongunstig. Met groote belangstelling wordt uitgezien, hoe de financieele positie van onzen Oostelijken nabuur zich zal ontwikkelen.
Intusschen toont, wat in Italië en Duitschland gebeurt, klaarlijk, hoe oppervlakkig gehandeld wordt, wanneer de nieuwe regeeringsvorm in die landen toegejuicht wordt.
Zij die dit doen, schijnen van hetgeen in Italië en Duitschland op sociaal, economisch en financieel terrein plaats grijpt, niets af te weten.
Het fascisme en het nationalisme hebben daar, waar zij leidend optreden, den heilstaat nog niet gebracht.
Daarom hebben wij ook hier in Nederland wèl toe te zien, dat het Regeeringsbeleid, dat thans in handen is van ervaren en bekwame staatslieden, niet overgaat in handen van niet-verantwoordelijke mannen, die misschien van alles verstand hebben, behalve van hetgeen een land voor zijn sociaal, economisch en financieel welzijn behoeft.
Willen onder Gods zegen, de moeilijkheden, waarin de volken op dit oogenblik verkeeren, bestreden kunnen worden, dan zal vóór alles bekwaamheid en tact op den voorgrond moeten treden.
Anders gaat de wereld onherroepelijk verloren. Wat in Italië en Duitschland plaats vindt, moet ook voor ons volk een ernstige waarschuwing zijn.
Een eendrachtig optrekken van heel ons volk achter de Regeering is in den felbewogen tijd, waarin wij leven, allernoodzakelijkst. Ook hier maakt eendracht macht.

BELANGRIJKE BESLUITEN.
Twee belangrijke besluiten, die de Regeering dezer dagen nam, hebben de bijzondere aandacht getrokken.
In de eerste plaats het verzoek van dr. Colijn aan de Tweede Kamer, om het wetsontwerp betreffende de verruiming van den verkooptijd in een aantal winkels op Zondag voorloopig niet in behandeling te nemen.
Dat daarmede de zaak nog niet van de baan is, bleek al dadelijk, toen de voorzitter van de Tweede Kamer van het verzoek van den Minister mededeeling deed. Nauwelijks toch had de voorzitter zijne mededeeling gedaan, of het Kamerlid dr. Vos verzocht het voorstel van wet, dat dezelfde materie behandelt als het tijdelijk af te voeren wetsontwerp en dat door hem het vorige jaar was ingediend geworden, wederom op de agenda der Kamer te plaatsen.
Echter wij zijn dr. Colijn dankbaar, dat hij zich niet bereid verklaarde het aanhangige wetsontwerp in . de Tweede Kamer te verdedigen. Daarmede toonde de Minister, dat hij, evenals de geheele Antirevolutionaire Kamerfractie, van een vermeerdering van arbeid op Zondag niets wil weten. Ook zal het zeer te bezien zijn, of de tijdelijke Minister van Economische Zaken, ook al mocht het wetsvoorstel-Vos een meerderheid in de Tweede-en Eerste Kamer verkrijgen, bereid zal zijn zijne medewerking te verleenen om het wetsvoorstel tot wet te verheffen.
Het tweede besluit betreft de houding van de Regeering ten opzichte van speelvergunningen te Scheveningen.
Van de Exploitatie-Maatschappij „Scheveningen" kwam bij den Ministerraad het verzoek binnen om toe te willen staan, dat gedurende het zomerseizoen in Scheveningen het hazardspel zou zijn toegestaan.
De Maatschappij „Scheveningen" deed dit verzoek, omdat het Straperloo-spel het vorig jaar voor den bloei van de badplaats groot succes had opgeleverd. De Maatschappij verwachtte nu, dat, wanneer weer een speelgelegenheid zou worden toegestaan, zij daarmede aan de concurrentie van buitenlandsche badplaatsen het hoofd zou kunnen bieden.
De Ministerraad heeft intusschen het verzoek afgewezen.
Zelfs zou, naar de bladen berichten, van den Minister van Justitie, mr. Van Schaick, te wachten zijn, dat, wanneer het Straperloo-proces in zijn geest uitvalt, tegen speelgelegenheden van eiken aard, streng zou worden opgetreden.
Ook dit besluit van de Regeering heeft onze volle instemming.
Er kan niet krachtig genoeg tegen de verwildering der zeden geageerd worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's