Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RONDOM DE LEESTAFEL

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAT WIL MUSSERT ? Iets over de N.S.B. (Nationaal-Socialistische Beweging) door ds. P. Prins te Deventer. Uitgave : J. H. Kok te Kampen. 1934.
Ds. Prins, Geref. pred. te Deventer, is een man die onder het volk leeft, die met militairen in aanraking komt en die daardoor weet wat er onder de menschen leeft ook ten opzichte van de politieke gebeurtenissen nationaal en internationaal. En nu gaat hij op populaire manier (in den meest gunstigen zin genomen) schrijven over de Nat. Soc. Beweging, waarover jong en oud tegenwoordig natuurlijk praat. Hij doet het op zóó levendige en voortreffelijke manier, dat wij dit keurig uitgevoerd boekje, dat N.B. slechts 20 ct. kost!!, niet genoeg kunnen aanbevelen.
Ds. Prins zegt, dat de politiek zich zóó met ons bemoeit (ook al zouden wij willen zeggen : ik bemoei me niet met de politiek) dat we heel dom zouden doen, als we ons niet op de hoogte stellen van deze nieuwe geestelijke beweging, die een totale vernieuwing van onze Nederlandsche natie op 't oog heeft. Want men is niet tevreê met een plaatsje in het parlement, maar men wil heel de tent van het parlement op den rug nemen, om er totaal iets anders van te maken. Mussolini, die na 1918 in Italië van den Communistischen heilstaat iets anders en iets beters heeft weten te maken, en Hitler, die de zaken in Duitschland naar z'n wil zet, is voor Mussert en de zijnen het ideaal. Fascisme is het tooverwoord; dat beteekent: albemoeiing van den Staat. Saamhoorigheid, saambinding, wil men eenerzijds (van het Latijnsche woord fascis, dat een bundel roeden, die saamgebonden zijn met een koord, beteekent: de éénheid van de vele twijgen tot één bundel) en macht, almacht van den Staat anderzijds (de steel met de bijl, was het symbool bij de Romeinen van de machtsuitoefening). De toestanden in Italië en ook in Duitschland zijn er oorzaak van, dat, na de desorganisatie door Communisten en Socialisten, het volk begeerte koesterde naar uitoefening van macht. En men ging heel anders denken over den Staat (van de volkssouvereiniteit had men genoeg), waarachter wijsgeerige denkbeelden werkten. Men wil niet meer wat door 't verstand ontleed en verklaard kan worden (rationalisme), maar wat door liefde en hartstocht wordt gedragen en boven de verstandsredeneeringen uitgaat (irrationalisme): met hartstochtelijke liefde dweept men met eigen natie, eigen ras, en geeft zich geheel in blind vertrouwen over aan den Staat. In plaats van een keurig logisch-geordend gedachtensysteem te bewonderen, komt men nu meer in vervoering voor de spontane, scheppende daad (pragmatisme). Door het verschrompeld Christendom kunnen denkbeelden aangaande vergoddelijking en ver-absoluteering van den Staat des te gemakkelijker uit het heidendom opkomen en ingang vinden. Waar de Bijbel niet meer leeft, kan men schijn en wezen der dingen niet meer onderscheiden. En waar het Fascisme kwam, zag en overwon, is het volk enthousiast voor het Nationaal Socialisme en de sterke mannen Mussolini en Hitler zijn de volkshelden. Voor de stichters van Fascisme en Nationaal-: Socialisme is hun zaak ongeveer religie. Met het verleden wordt zoo grondig mogelijk afrekening gehouden. Met het Marxisme (het Socialisme) wordt gebroken. Niet de klassenstrijd, maar de klassen-hulp. Weg met de democratie (Fransche Revolutie). Het volk (demos) moet niet de regeering (cratie) hebben. Die ongelukkige politieke strijd met dat ongelukkige parlementaire stelsel waarbij het volk (demos) de lakens uitdeelt, heeft al die ellende gebracht na den oorlog. Men jaagt de volksgunst na (men wil democraat zijn), men bedelt om stemmen. En het Fascisme en het Nationaal-Socialisme, ook de N. S. B. hier te lande wil die zondebok van de democratie wegsturen en verbannen naar de woestijn. Een geduchte wijziging moet er komen in de regeering. Er moet een sterke man, een dictator zijn. Naast hem een raad van de knapste mannen. Maar dan moet het volk niet in verschillende politieke partijen verdeeld zijn en door den politieken strijd z'n beste krachten verteren. Neen, het volk moet ingedeeld (niet principieel, maar zakelijk) naar de bedrijven (verschillende corporaties of lichamen) en die moeten met waardigheid het volk (de maatschappij) vertegenwoordigen. Zoo krijgt men de Corporatieve Staat. Waarbij echter in werkelijkheid voor die corporaties maar een schijn of schaduw overblijft! De „Groote fascistische raad" is in alles afhankelijk van den Dictator, die de belichaming is van de nieuwe gedachte, de verpersoonlijking van den totaalstaat. Alles moet vluchten voor dien éénen sterken man, zooals de muizen een goed heenkomen moeten zoeken bij 't actief optreden van de kat. Een dictator duldt nu eenmaal geen andere machthebbers naast zich. Hij is zoo iets als de zichtbare God ; hij is de Staat in eigen persoon. Van Hitler werd 1 Mei '33 gezegd : „Gij, Adolf Hitler, zijt niet alleen de leider naar de vrijheid, niet alleen een groot voorbeeld, niet alleen de groote mensch en kanselier van het Duitsche rijk, neen, Adolf Hitler, gij zijt ook Duitschland".
Nu is het ideaal, dat héél Europa fascistisch moet worden ! In alle landen moeten de politieke partijen onder den voet geloopen worden door het Nationaal-Socialisme. Daarvoor roept men vooral de jonge mannen op. Er moet komen een machts-staat, een totaal-staat, een almachtige Staat. Alle oude rommel moet opgeruimd worden en dan moet het: vooruit! Dat is natuurlijk in den grond der zaak revolutionair. Wat men niet gebruiken kan en eigen macht in den weg staat ruimt men op en men bekleedt zich zelf met de hoogste macht. Zakelijk kan dat wel eens goed werken, maar principieel is het niet te verdedigen en zakelijk loopt het straks toch ook vast! Natuurlijk zijn er goede dingen in : orde, tucht, strengere openbare zedelijkheid, meer nationale gezindheid, meer animo voor vloot en weermacht, afkeer van alle „lijntrekkerij" ook in de vrije maatschappij enz. Maar het is alles tyrannistisch of imperialistisch en zonder hoogere beginselen.
De totalitaire staat (= al-omvattende en albeheerschende staat) kan uiteraard geen andere eigenmachtige lichamen naast zich dulden; ook de kerk niet. De kerk is naar haar aard gebonden aan wetten, die de Staat niet geeft, maar God in Zijn Woord. En Mussert wil (art. 15 van zijn programma) „volledige godsdienst-en gewetensvrijheid". Maar in de toelichting staat dan, dat de éénheid van de Natie onaangetast moet blijven. Het Christendom moet dan ook Nationaal-Christendom zijn; in Duitschland b.v. Duitsch-Christendom. En de Natie, de Staat, de Dictator bepaalt het karakter van den godsdienst en van de kerk ! (De godsdienst is vrij bij de gratie van den dictator ! Godsdienst zooals het Germaansche ras noodig heeft! (Hitler). Mussert heeft dan ook gezegd: „Wat ons land betreft, wil ik als mijn persoonlijke meening verklaren, dat wanneer straks een priester of een dominé zich met maatschappelijke vraagstukken bemoeit, de Nationaal Socialistische regeering er wel gauw een eind aan zal maken" (Luid applaus). Leve de vrijheid !
Daarom moet ook de heele jeugdbeweging in handen van den Staat komen. Niet naar eigen confessie of godsdienstige en staatkundige overtuiging moet de opvoeding en de vorming der jeugd geschieden ; op school, in de vereenigingen, de jeugdbonden enz. zal de Staat (de Dictator) zeggen hoe alles moet toegaan. Heel de jeugdvorming is niet langer vrij, maar gelijkgeschakeld. Ook de vakbeweging is gelijk geschakeld. Allen moeten bukken en wijken voor den totalitair en (alomvattenden en albeheerschenden) Staat. De kerk, de jeugd, de vakbeweging, de pers, de wetenschap, de rechtbank, de cultuur, alles. Waarbij het oorlogsgevaar met den dag wordt vergroot. Waarbij een Koningshuis niet wordt geduld, of 't moest zijn als een „ding van niets" ; figurant; dood lid, dat maar afsterven en afvallen moet. De Staat moet verheven zijn boven alle rechten, ook boven de rechten van het Oranjehuis natuurlijk. De vrijheid, zoo duur verkregen hier, moet weg. Het beginsel van den Leider (het hart van de N.S.B.) gaat boven alles uit. Alva boven Oranje. De nieuwe geest, die Mussert kweeken wil, is niet de nationale, Nederlandsche. Oranjegeest van ons volk. „Wij moeten niet hebben een Staats-vergoddelijking, die in wezen heidenschs, maar een evenwicht tusschen gezag en vrijheid, zooals dat door de beste traditiën van ons Vaderland beschut, door den godsdienst gevoed, de vaderlandsliefde begeerd wordt. Met onze geliefde Vorstin uit het huis van Oranje, zeggen we: we willen ons zelf zijn. Met Haren onvergetelijken Voorvader zeggen wij: „Den Vaderland getrouwe, blijf ik
tot in den dood !"
Al lezende, hebben we meer overgenomen dan we van plan waren. Maar dit boekje is ook zoo prettig leesbaar en zoo juist geschikt voor onze menschen. Men moet dit boekje zeker koopen en lezen. En b.v. op onze Vereenigingen moet het worden verspreid. Het is helder als glas en principieel en zakelijk tegelijk. En dan voor zoo'n prijsje ; 32 bladz. voor 20 cent! Keurig formaat, keurig papier, keurige letter. Wat wil men nog meer ?

DE NIEUWE GEEST VAN DE N.S.B.
door A. Janse. Uitgave : N.V. De Graafschap, Aalten.
Het Fascisme, het Nationaal-Socialisme wil een andere wereld-en levensbeschouwing geven aan de menschen. 't Is een „geest dezer eeuw", met drijvende kracht, gedreven door een krachtige ethische idee. 't Behoort tot de „wind van leer", die de groote massa in beroering wil brengen en wil meevoeren. Daarom zal er een andere „geest" tegenover moeten komen onder ons volk. We moeten „de geesten" beproeven, of ze uit God zijn. En vooral waar de N.S.B, „vernieuwing van den geest" onder ons volk bedoelt te zijn, moeten we dubbel nauwkeurig acht geven. Men wil den mensch weer tot bewustzijn roepen, nieuwe wilskracht, fierheid, plichtsgevoel, geloof in eigen kracht en bestaansrecht, nationalen zin, solidariteitsgevoel, gezindheid tot samenwerking en offervaardigheid leeren, opdat op dezen grondslag opbloeie een hernieuwde natie" (Mussert). „Zoo hoopt men te verkrijgen een krachtig Staatsbestuur, zelfrespect van de naties, tucht, orde, solidariteit van alle bevolkingsklassen en het voorgaan van het algemeen (nationaal) belang, boven het groepsbelang en van het groepsbelang boven het persoonlijk belang". Allemaal mooi. Maar van welken „geest" is men dan bezield ? Wat is het geestelijk motief en de geestelijke drijfkracht ?
„Beproeft de geesten, of ze uit God zijn". Want we moeten ons niet op een dwaalspoor laten brengen door de schoone woorden orde, plicht, nationaal besef, algemeen belang, enz. De heer Janse, hoofd der school te Biggekerke, die al meer over het Fascisme enz. schreef, wil met dit boekje ons bij dat „beproeven der geesten" en bij de juiste waardeering van „al die mooie woorden en al dat stout geschreeuw" leiden en helpen. En wij gelooven, dat men goed zal doen om dit boekje te koopen en te lezen. Alle leuzen, mooie theorieën enz., worden onder de loupe genomen. En de heer Janse weet die loupe uitnemend te hanteeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

RONDOM DE LEESTAFEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's