Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GRETSKE „DE FREULE"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRETSKE „DE FREULE"

EEN LEVENSTRAGEDIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met toestemming van den Uitgever J. H. Kok, Kampen
Achter de schijnbaar kille woorden en de zucht tot disputeeren kwam nu en dan de begeerte uit om toch ook te mogen hebben wat hier aan geestelijk kapitaal bezeten werd. Zooals de Heere Jezus in de vraag van den rijken jongeling naar het eeuwige leven, het verlangen zijner dorstige ziel opmerkte, en hem aanziende hem beminde, zóó merkte de predikant in het vragen van dezen geleerden medicus naar de dingen die een hoogere wereld aangingen, het verlangen van zijn hart naar vrede. En daarom was hij hier altijd welkom.
„Stoor ik de familie ook ? " — riep hij al van verre, maar reeds was de oudste dochter opgestaan om een stoel voor hem aan te schuiven.
„Is 't anders niet beter dat wij naar binnen gaan ? " — vroeg mevrouw. Maar dominé wilde daar niet van weten, 't Zat hier zoo heerlijk frisch in den koepel, en de heeren konden hier rooken naar welgevallen zander bevreesd te zijn het misnoegen der dames zich op den hals te halen, omdat hier niets te bederven viel.
„Komt u maar gerust verder, " — klonk daarom het antwoord van den pastor, en opstaande, liep hij den huisvriend tegemoet.
„’k Meende wel jullie stemmen te hooren en had juist nog zoo'n verloren uurtje over. Je bent toch niet te moe om zoo'n eenzaam man als ik ben nog een poosje te ontvangen en hem wat op te monteren ? ”
„Als de dokter oordeelt dat het niet over de schreef gaat, dan heelemaal niet. Is er zwarigheid ? "
„Zwarigheid, och neen, maar narigheid genoeg. Wij dokters loopen zoo'n heelen dag en soms den halven nacht er bij, in de ellende van een ander, en zoolang je nog geen boonestaak bent of een uitgeknepen citroen, trek je onwillekeurig iets van al die misère naar je toe en wordt je somber.”
„Daar kan ik inkomen, — zei mevrouw; dag aan dag het lijden van anderen te zien en dan vaak nog niet te kunnen helpen, dat zou mijn man ook niet kunnen. Drinkt u een kopje thee mee dokter ? "
„Heel graag. Och over 't algemeen gewen je wel aan die dagen, maar soms loopt het over de hooge schoenen, en moet men er eens van tusschen uit."
„Zijn er nog wat zieken ? " vroeg dominé.
„Buiten de vaste patiënten niet veel. 't Is de komkommertijd, 'k Heb vannacht buitenuit een kraamvrouw gehad, voor wier leven ik evenwel vrees, en vanmiddag nog een been moeten repareeren, dat door een der woestelingen bij het voetballen was kapot getrapt. Dan ben ik nog op „Landlust" geweest, waar Theun te veel van de warmte heeft gehad, en zoo nog een stuk of wat van die gevalletjes.”
Hier kon mevrouw een glimlach ternauwernood onderdrukken. Hij meende het niet zoo verkeerd, maar wat kon de dokter schijnbaar koel over ernstige dingen spreken.
„O ja, ” — zoo vervolgde hij, en schoot meteen in een lach — „dan is Ka d'r ook nog ; u weet wel, „zwarte Ka" van Lombok. Dat is mij daar een historie waar je een „kiekje" van nemen zou. Wat daar precies is voorgevallen weet ik niet, maar daar is weer iets gebeurd, waarschijnlijk onder de noodige spirit, waar dat volk niet buiten kan, en toen heeft de oude heks een tik gekregen, die nog al een weinig aankwam. Daardoor heeft zij wat verhooging en natuurlijk, 't is een oud mensch, maar ik heb nog zelden een patiënt gehad, die zóó mak is als Ka. Of het komt, dat zij vreest te zullen dood gaan, maar zoo ruw en onbeschoft en schreeuwerig als zij anders is, zoo kalm en devoot is zij nu. 't Is „dokter" voor en „dokter" na.
„De meeste menschen hebben voor den laatsten vijand nog al respect, " merkte dominé op. „Ik heb de ervaring opgedaan dat juist diegenen, die zich in hun leven vaak om God noch Zijnen dienst bekommeren, dan het meest bevreesd zijn, wat trouwens ook al niet te verwonderen is.”
„Maar vindt u het niet laf, vooral wanneer vroeger bij hoog en bij laag 'bezworen is, dat men niets van die dingen hebben moest en meer vloekte dan bad ? ”
„U moet niet vergeten dokter dat het woord der H. Schrift in elk geweten weerklank vindt: „Het is den mensch gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel." Zoolang een mensch nog gezond en sterk is, waant hij zich veilig, maar als verschillende boden het naderend einde aankondigen, begint de rechter daar binnen wel eens een woordje mee te spreken en daar is een wonderlijke eenstemmigheid tusschen die stem van onze consciëntie en het naderend Godsgericht.”
Kijk, daar zaten de heeren zoo maar weer in een ernstig gesprek. Dat de mensch zoo iets als een geweten er op na hield, was zeker, maar dat dit nu in verband stond met een hooger leven en met God, dat was den dokter niet duidelijk. Bestond er ook zelfs bij het redeloos dier niet een vrees voor straf, als het wist iets gedaan te hebben wat niet mocht ? Ging zijn snuggere hazewind niet voor zijne voeten liggen als het beest wist den toorn zijns meesters te hebben opgewekt ? En was het dan zoo te verwonderen, dat ten minste bij den mensch het besef leefde, dat er veilband moest zijn tusschen oorzaak en gevolg, tusschen de daad en hare uitwerking ? Heel de wereldgeschiedenis was immers een wereldgericht. Zoowel in het persoonlijk leven als in dat der massa kwam het altijd weer uit dat er eene vergelding is, al wordt niet alles aanstonds door loon of straf gevolgd. En in verband daarmede moet ook de werking van het geweten worden verklaard.
(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GRETSKE „DE FREULE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's