Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE OPEN BRIEF.
Onze lezers zullen zich nog wel herinneren het beruchte telegram van een aantal predikanten te Amsterdam aan het adres van den voorzitter van den Ministerraad dr. Colijn, in welk telegram, tijdens dat de Overheid bezig was de opstand in de hoofdstad tengevolge van de steunverlaging der werkloozen met haar machtsmiddelen hardhandig te bedwingen, gevraagd werd de steunuitkeering maar weer te verhoogen.
Deze daad der Amsterdamsche predikanten, die door revolutionairen en oproermakers destijds warm werd toegejuicht en hoogelijk werd geprezen, hééft terecht in de pers ernstige bestrijding en scherpe afkeuring ondervonden.
Toch heeft het protest van de pers benevens de vrij algemeene verontwaardiging van het publiek de Amsterdamsche predikanten er niet van teruggehouden om nog weer een stap in dezelfde richting te doen. En wel ditmaal door zich met een Open brief tot de Regeering te richten, waarin allerlei politieke aangelegenheden aan - de orde worden gesteld.
De onderteekening van de Open brief wijkt echter af van die van het telegram. Eenige Amsterdamsche predikanten, die blijkbaar er voor bedankten om voor de tweede maal in opspraak te komen, lieten zich afvoeren en werden door niet-Amsterdamsche predikanten vervangen. De leiding der beweging bleef intusschen in dezelfde handen.
Nu is middelerwijl deze tweede proeve van het onverantwoordelijk optreden der Amsterdamsche predikanten veel ernstiger en van veel verder strekkende gevolgen, dan wat in het telegram aan dr. Colijn tot uitdrukking werd gebracht.
In de Open brief wordt toch het Kabinet, behalve dat in het stuk nog eens gewezen wordt op de kwestie der verlaging van de ondersteuning der werk].oozen, wat bij wijze van aanloop geschiedt, van niet meer of minder beschuldigd dan van een tekort doen aan het Recht en de Waarheid op staatkundig-en sociaal gebied.
Deze aanklacht tegen de Regeering ziet op het geval van het ambtenarenverbod, dat ook op de Nationaal Socialistische Beweging is toegepast' geworden. De maatregel is — zoo zeggen de predikanten — genomen in strijd met de gerechtigheid en de waarheid.
„Met de gerechtigheid in strijd, omdat de Nationaal Socialistische beweging, vaderlandslievend, getrouw .aan Oranje, en die den politieken strijd langs den wettigen weg wil strijden, door een zoo harden maatregel werd getroffen, en daarnaast de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, aan welke blijkens zoo talrijke uitlatingen van haar voormannen en haar pers deze eigenschappen niet zijn toe te kennen, buiten schot kon blijven."
En met de waarheid in strijd, omdat dit ambtenarenverbod op de Nationaal Socialistische Beweging werd toegepast op een grond, die duidelijk gebleken is géén grond te zijn.
Wat het eerste deel der aanklacht, het in strijd zijn met de gerechtigheid betreft, zouden wij de vraag willen stellen, of de Amsterdamsche predikanten met hun mede-protesteerende ambtgenooten buiten de hoofdstad, ook onderzocht hebben, of wat zij beweren, juist is.
Dat zij de waarheid niet getrouw zijn, blijkt al dadelijk uit het feit, dat de Sociaal Democraten niet buiten schot zijn gebleven, want niet alleen zijn de Nationaal Socialisten maar ook de Sociaal Democraten op de z.g. zwarte lijst bij het Departement van Defensie geplaatst.
Waaraan dit feit niet in den Open brief medegedeeld ?
Voorts is het van algemeene bekendheid, dat de Sociaal Democratische Arbeiderspartij niet in dezelfde positie verkeert van de andere politieke partijen. Minister Colijn heeft het verleden jaar toch duidelijk en onomwonden gezegd, dat de Regeering den vinger bij de pols houdt, en dat als zij slaat, de slag raak zal wezen. Dat dreigement heeft de Sociaal Democratische partij toen een anderen weg doen inslaan. Of dit gemeend was, kunnen wij op dit oogenblik buiten bespreking laten. Wel staat vast, dat de Sociaal-Democraten zich nog juist bijtijds van de Socialistische arbeidersweer hebben losgemaakt. Dit deden de Nationaal Socialisten echter niet.
Waarom werden ook deze feiten niet in den Open brief gememoreerd ?
Wanneer de protesteerende predikanten een onderzoek naar de organisatie van de Nationaal Socialistische Beweging hadden ingesteld, zou het hun oogenblikkelijk gebleken zijn, dat deze Beweging een gevaar voor de veiligheid van den Staat oplevert. Immers door haar militaire organisatie met haar ijzeren tucdit en cadaver-discipline aan den leider vormt zij een macht in den Staat, welke niet toelaatbaar is.
En wat nu aangaat het „vaderlandslievende", het „getrouw aan Oranje" en „het voeren van den politieken strijd langs legalen weg" van de Nationaal Socialistische Beweging, mag de vraag gesteld worden welke bewijzen voor deze beweringen bestaan.
Het wezen van het Nationaal-Socialisme verstaat zich niet met de gedachte, dat de leider een ondergeschikte rol speelt. Een bewijs daarvan ziet men in Italië en heeft men kunnen waarnemen in Duitschland tijdens het leven van President
Hindenburg. Oranje wordt bij een overwinning van het Nationaal Socialisme aan den leider ondergeschikt, ook al zingt men het „Wilhelmus" misschien in de Nationaal-Socialistische vergaderingen en al plaatst men het portret van H.M. de Koningin in de bijeenkomsten onder, naast of achter dat van Ir. Mussert.
Voorts staan er heel wat uitlatingen, die ernstig twijfel wekken aan de vaderlandsliefde en den legalen zin van de Beweging. Is het ten slotte niet van algemeene bekendheid, dat er nauwe relatie bestaat tusschen het Nationaal Socialisme in Nederland en het Italiaansche Fascisme en het Duitsche Nationaal Socialisme ?
Het Nationaal-Socialisme in Nederland is geen nationale maar een internationale beweging.
In Italië greep Mussolini naar de macht. Hetzelfde deed Hitler in Duitschland, die zijne tegenstanders gevangen liet nemen en zoo zal het ook in Nederland gaan, al of niet met den wensch van den leider.
Het is zoo juist, wat wij onlangs lazen over het gevaar, dat een volk bedreigt, wanneer het onder Nationaal-Socialistisch regime komt. Zie maar naar Duitschland. Hoe betoont het Nationaal-Socialisme zich daar nu het de macht veroverd heeft ? Is het niet souvereine minachting voor alle volksrechten en hoe schendt het niet de rechten van de Kerk van Christus ? Het vervolgt de Christenen, die God willen dienen naar Zijn Woord. Het weert getrouwe predikanten van den kansel, het berooft hen van hun inkomsten, het werpt hen in de gevangenis.
„Het is onverklaarbaar" — zoo schreef dezer dagen de „Vrije Westfries" — „hoe Nederlandsche predikanten voor een beweging, zoo nauw verwant aan de Duitsche tegenover de nationale Regeering van Nederland in het krijt kunnen treden."
En nu zegge men niet, dat de Nationaal Socialistische Beweging in Nederland een geheel ander karakter draagt als de Beweging in Duitschland. Zij, die zoo redeneeren, hebben dit te bewijzen.
Voor zoover wij de zaken zien, heeft de Regeering goed gedaan het ambtenarenverbod op de Nationaal Socialistische Beweging toe te passen, omdat de ambtenaren naar den regel zonder uitzondering dienaren moeten zijn van de Koningin en van Harer Majesteits Regeering.

DE PREDIKANTEN EN DE POLITIEK.
In aansluiting aan hetgeen wij hierboven schreven, verwijzen wij nog naar een artikel in De Nederlander van 16 October, met bovenstaand opschrift van de hand van prof. mr. P. Scholten, van welk artikel hieronder het slot volgt:
Tegen de nieuwe verklaring (de Open brief) gelden dezelfde bezwaren (als tegen het telegram). Deze verklaring is een politiek manifest. De heeren verklaren zich niet te willen mengen in zaken van Staatsbeleid en politieken strijd, zij doen niet anders. Het meest komt dit uit in het typische tusschenzinnetje, waarin de schrijvers zeggen te zwijgen over zekere vragen van politiek en in dat „zwijgen" duidelijk hun meening doen kennen. Het blijkt voorts uit het geheele stuk. Het is niet anders dan een sympathiebetuiging aan het nationaal-socialisme en
een aanval op de Regeering. Ik deel die sympathie niet, En ook overigens zou ik mij tot bestrijding van den inhoud der verklaring niet geroepen gevoelen. Maar dit neemt niet weg, dat ik in verzet kom, als Predikanten als zoodanig deze dingen uitspreken. Daartoe missen zij het recht.
Het is, dunkt mij, in dezen verwarden tijd noodzakelijk, de dingen duidelijk te zeggen. Daarom kon ik dit protest niet achterwege laten. Ik moest dit wel apodictisch doen. Mijns inziens dreigt hier een ernstig gevaar. Een gevaar voor de Kerk. Het is noodig dat zij getuigt, juist in dezen tijd, óók tegenover het gezag. Ik ben daarvan zóó zeker, dat ik na het telegram heb gezwegen, hoe pijnlijk mij het had getroffen. Doch nu de verklaring volgt, meende ik te moeten spreken. Men zal wel willen aannemen, dat ik dit deed om de zaak en dat iedere bedoeling de personen te treffen, mij vreemd is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 oktober 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's