Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

HET FINANCIEEL BELEID.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals verwacht werd, heeft 't groote politieke debat, dat de vorige week en ook deze week in de Tweede Kamer gehouden werd, voornamelijk geloopen over het financieel-en economisch beleid van het Kabinet.
De toestand toch van 's lands geldmiddelen, benevens de moeilijkheden, die in de staatshuishouding en op maatschappelijk terrein met den dag in omvang en beteekenis vermeerderen, baren groote zorg.
Wat den financieelen toestand van het Rijk betreft, deelt de .Regeering mede, dat in de jaren 1931, '32, '33 en '34 naar de thans vaststaande gegevens een bedrag van rond ƒ 415.3 millioen is ingeteerd geworden.
Doch deze opgave is nog niet volledig.
Om een juist beeld te krijgen van het totaal tekort, dat over de genoemde jaren valt te boeken, moet bij het bedrag van ƒ 415.3 millioen nog opgeteld worden de over de jaren 1932, '33 en '34 in het Spoorwegfonds, Invaliditeits-en Ouderdomsfonds niet gestorte bedragen, tezamen rond ƒ 39.4 millioen. Deze bedragen stellen in het algemeen voor verschuivingen van lasten naar de toekomst. Rekent men nu verder nog met de omstandigheid, dat het nadeelig saldo over 1934 belangrijk grooter zal zijn dan de geraamde ƒ 30 millioen, dan komt men tot een ingeteerd bedrag over de laatste vier jaren van circa 500 millioen.
Wat nu de ontwerp-begrooting voor 1935 aangaat, is het bekend, dat deze in feite niet sluit. Hoe groot het tekort in verband met de perspectievische bezuinigingen zal bedragen, wanneer de rekening van deze begrooting zal zijn opgemaakt, valt op dit oogenblik niet te zeggen, maar wel staat nu reeds vast, dat bij de vele millioenen, die het volgende jaar de uitgaven boven de inkomsten zullen uitgaan, nog weer ƒ 23 millioen bijkomen terzake van verschuiving van lasten, ook voor 1935, naar de toekomst.
Dat in verband met deze cijfers de toestand der Rijksfinanciën, om daarbij dan nog maar niet van de positie van de geldmiddelen der gemeenten te gewagen, zeer critiek is, zal een ieder, die zich van den ernst der tijden rekenschap geeft, duidelijk zijn.
Echter komt die toestand in nog ongunstiger licht te staan, wanneer rekening wordt gehouden met den gestadigen teruggang van het volksvermogen en van de volksinkomsten, welke teruggang in het bijzonder ook voor de opbrengsten van belastingen en van andere Rijksmiddelen van groote beteekenis is.
Met betrekking tot het terugloopen van het belastbare vermogen valt naar de cijfers, die het Centraal Bureau voor de Statistiek betreffende het inkomen en vermogen over het belastingjaar 1933/'34 in de September-aflevering van het Maandschrift verstrekte, een teruggang in de jaren 1929—1934 van ƒ 15.666 millioen op ƒ 11.471 millioen vast te stellen, dat wil dus zeggen, dat het belastbaar vermogen in vijf jaar tijds gedaald is met 4194 millioen gulden of met 26.77 procent.
Nu hebben deze cijfers betrekking op den stand van het vermogen telkens op 1 Mei; het cijfer van ƒ 11.471 millioen is dus het vermogen op 1 Mei 1933. Wij herinneren daaraan om te doen uitkomen, dat de toestand van het volksvermogen, tengevolge van den verderen achteruitgang, op dit oogenblik nog vrij wat ongunstiger is, vergeleken bij dien van 1 Mei 1933.
Wat voorts het volksinkomen aangaat, zijn de mededeelingen, die het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft, niet gunstiger. Ook het Nederlandsche volksinkomen is sedert 1929 belangrijk verminderd. Het daalde van het jaar 1930/1931 tot het jaar 1933/1934 van ƒ 4367 millioen op ƒ 3159 millioen. Een daling dus in vijf jaren met ƒ 1207 millioen of een teruggang met 27.65 procent. Er valt ook hier weder rekening mede te houden, dat de inkomens betrekking hebben op het aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar, waardoor de cijfers op dit oogenblik wegens de nog toegenomen verslechtering van den algemeenen economischen toestand, wel weer veel ongunstiger zullen zijn dan die, welke het Centraal Bureau voor het belastingjaar 1933/1934 verstrekte.
Het is met het oog op het gestadig terugloopen van het volksvermogen en van het volksinkomen, duidelijk, dat maatregelen dienen getroffen te worden om het zienderoogen verarmen van de bevolking tegen te gaan. Voorts is het ontoelaatbaar om ter dekking van de gewone uitgaven op de Rijksbegrooting, zooals dit in de laatste jaren geschiedt, leeningen te sluiten.
Zou de Regeering zich met deze dingen niet ernstig bezighouden, dan schoot ze in haar roeping tekort en ging het land financieel en economisch den chaos tegemoet.
Doch gelukkig is dit zoo niet.
De Regeering is overtuigd van de noodzakelijkheid, dat naar een kleinere woning voor de staatshuishouding moet worden omgezien en dat bij het lagere niveau onverwijld moet worden aangepast.
Het is niet zoo eenvoudig, als sommigen wel denken.
Zoo lazen we dezer dagen, nog al in een dagblad, dat, wanneer de hooge salarissen maar werden verlaagd, de steunnormen voor de werkloozen niet hadden behoeven te worden verlaagd, alsof de verlaging van deze salarissen — die in Nederland niet hoog zijn — vele millioenen zouden opleveren. Het verkondigen van dergelijke dwaasheden — herinnerd moge ook nog worden aan de fabel, dat een belasting op de goederen in de doode hand ons land voor goed uit de financieele moeilijkheden zou uithelpen — is niets anders dan reine demagogie.
De hoogst zorgelijke toestand, waarin de Rijksfinanciën en ook die der gemeenten verkeeren, eischen de volle aandacht der Regeering.
Dat de Regeering zich met deze aangelegenheid onafgebroken bezighoudt, heeft zij dezer dagen nogmaals met klem verzekerd.
Mogen de voornemens spoedig in daden worden omgezet.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1934

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's